Kwestie Macedonië kent alleen theoretische
oplossingen
De gespannen situatie in
Macedonië bewijst dat de NAVO op de Balkan in een positie is komen
te verkeren waarin ze het nooit goed kan doen, vindt Jonathan
Eyal. De Albanese kwestie kent slechts theoretische oplossingen.
Javier Solana, de hoge commissaris van de Europese Unie voor het
buitenlands en veiligheidsbeleid, heeft zojuist zijn bezoek aan
Macedonië afgesloten. Zijn gastheren rekenden op serieuze hulp bij
de handhaving van de territoriale integriteit van Macedonië, die
wordt bedreigd door Albanese extremisten. Solana heeft de Albanese
guerrillastrijders veroordeeld als terroristen, de eerste keer dat die
term door een westerse politicus werd gebruikt. Maar afgezien van die
verzachtende woorden had de EU-afgezant heel weinig te bieden. Want het
vermogen van de westerse regeringen om de toestand ter plaatse te
beïnvloeden is vrij beperkt; bijna elke militaire actie die in
Macedonië wordt ondernomen brengt ernstige risico's met zich mee.
Zoals altijd op de Balkan is het niet moeilijk om een somber scenario te
schetsen. Binnen enkele weken zou er volgens de pessimisten een nieuwe
Balkanoorlog kunnen uitbreken. Maar er zijn tal van redenen om aan te
nemen dat het geweld in Macedonië geen kans krijgt om zich te
verspreiden. Terwijl de interne zwakheden van Macedonië zijn
blootgelegd, heeft het land tegelijk overal om zich heen mogelijke
bondgenoten verworven. In wezen hebben de problemen in Macedonië
letterlijk voor een nieuw patroon van bondgenootschappen op de Balkan
gezorgd. Om diverse historische en emotionele redenen hadden Bulgarije
en Griekenland hun bedenkingen aangaande een onafhankelijke Macedonische
staat. Die bedenkingen zijn nu verdwenen: Griekenland en Bulgarije zijn
inmiddels de beste bondgenoten van Macedonië. Turkije had altijd al
enige sympathie voor de Albanezen, maar Ankara is niet van plan nieuwe
separatistische eisen op de Balkan te steunen. En Roemenië en
Servië, de twee andere hoofdrolspelers in het gebied, hebben ook
belang bij een handhaving van de huidige status quo. Al met al hebben de
extremistische Albanezen dus geen kans een nieuwe Balkanoorlog te
ontketenen: ze zijn te zwak om zo'n confrontatie vol te houden, moeten
het stellen zonder enige internationale sympathie en vinden een
verenigde Balkan-alliantie tegenover zich.
Maar daarmee is nog niet het acute probleem van Macedonië opgelost;
de autoriteiten van de republiek weten maar al te goed dat hun
internationale grenzen nu dan wel veilig mogen zijn, maar dat de interne
cohesie van Macedonië gevaar blijft lopen. Het antwoord van de
NAVO op de crisis was zwakjes, en verpakt in allerlei mooipraterij. Het
bondgenootschap stelt dat het niet in het conflict kan ingrijpen omdat
het 'geen mandaat' heeft. Dat is je reinste onzin: de Macedonische
regering wil de NAVO-troe pen maar al te graag uitnodigen en een
uitnodiging van een soevereine regering is zo ongeveer de beste
legitimatie voor elke militaire actie. In plaats van troepen te sturen
heeft de NAVO beloofd de grens met Kosovo af te grendelen om
infiltratie van terroristen en hun materieel te voorkomen. Dat is een
noodzakelijke, maar niet echt wezenlijke stap. Nog afgezien van het feit
dat er al heel veel wapens zijn binnengesmokkeld (en de extremisten in
Macedonië al jarenlang nog veel meer militair materieel in handen
hadden), zal de grens tussen Albanië en Macedonië altijd
poreus blijven; de Albanese regering heeft nooit de paramilitaire
formaties in het land kunnen uitschakelen en zal daar ook nu
waarschijnlijk niet in slagen. Theoretisch bestaat er nog een
alternatief voor NAVO-ingrijpen - in de vorm van een Europese
strijdmacht van het soort waarover in de Europese Unie al jaren wordt
gesproken. Uit politiek oogpunt zou zulk Europees machtsvertoon zinvol
zijn. Het zou de eerste echte beproeving zijn van de nieuwe
veiligheidsregelingen op het continent, een klassiek voorbeeld van
samenwerking tussen de Europese Unie en de NAVO. In menig opzicht zal
een operatie in Macedonië hét voorbeeld zijn van de opzet
van een nieuwe Europese veiligheidsstructuur, gesteund door een verbond
van bereidwillige staten en ongeacht de bestaande instellingen waarvan
zij formeel lid zijn. Daarbij dragen de Europeanen de last van hun eigen
veiligheid en vormen ze een aanvulling op de NAVO in een conflict
waarin het bondgenootschap als geheel niet betrokken wil raken. Maar ook
al zijn de politieke voordelen misschien aanlokkelijk dan blijven de
militaire gevaren toch heel groot. Militair ingrijpen in Macedonië
is misschien wel precies wat de militante Albanese elementen verwachten.
Eenmaal ter plaatse kan een Europese strijdmacht maar twee dingen doen.
Het kan ten eerste de Albanese terroristen aanpakken. Maar dat lokt een
reactie uit in Kosovo; de KFOR-troepen daar worden dan onmiddellijk als
vijanden van de Albanezen beschouwd. Probeert een Europese strijdmacht
daarentegen neutraal te blijven, dan zullen de Albanese extremisten hun
aanvallen verhevigen, in de hoop dat een internationale aanwezigheid tot
de feitelijke deling van Macedonië leidt. De Albanese politieke
leiders zullen elke dialoog met de regering van hun republiek afwijzen;
ze zullen al hun eisen tot de internationale strijdmacht richten en voor
elk dorp in Macedonië bescherming vragen. Binnen de kortste keren
is de republiek dan verkaveld in kantons bewaakt door Europese troepen -
een 'Bosnische oplossing' met andere woorden. De tegenzin bij Westerse
regeringen om in te grijpen mondt niet uit in algehele inactiviteit. Er
worden middelen beschikbaar gesteld voor het opleiden van de eigen
Macedonische strijdkrachten. Ook wordt er met inlichtingen geholpen. Er
zal politieke druk op de gematigde Albanese politieke leiders in de
republiek worden uitgeoefend om zich te houden aan de coalitie-
overeenkomst met de Macedonische regering. De NAVO blijft verkeren in
een positie waarin ze het niet goed kan doen. Ze verdedigt de Albanese
aanspraken op zelfbestuur in Kosovo maar ontzegt hun het recht op
algehele zelfbeschikking in die provincie of het genot van eenzelfde
status in de rest van Servië of Macedonië. Een aantal westerse
regeringen stelt inmiddels dat de oplossing misschien te vinden is in
volledige onafhankelijkheid voor Kosovo, in de hoop dat dit in elk geval
aan een deel van de Albanese eisen tegemoetkomt en de toestand in
Macedonië tot rust brengt. De Joegoslavische autoriteiten, die heel
goed weten dat ze het gezag over de provincie nooit meer terugkrijgen,
zijn misschien wel over te halen om Kosovo zijn onafhankelijkheid te
geven - in ruil voor waarborgen voor andere etnische minderheden daar en
toegang tot een aantal Servische heilige en historische plaatsen. Maar
die uitkomst hangt af van onderhandelingen tussen Joegoslavië en de
Kosovaarse Albanezen, en die kunnen niet plaatsvinden zolang in het hele
gebied geweld blijft woeden. Zolang bovendien de Macedonische
territoriale integriteit op het spel staat, zullen alle Balkan-
regeringen een onafhankelijk Kosovo eerder als onderdeel dan als
oplossing van het probleem blijven beschouwen. En zo zal de 'Albanese
kwestie' de Balkan nog jaren blijven achtervolgen, in theorie altijd
oplosbaar maar in de praktijk onhanteerbaar. En ook Macedonië komt
nu op de lijst van zieke Balkanlanden die voor hun voortbestaan totaal
afhankelijk zijn van westerse bescherming.
Jonathan Eyal is verbonden aan het Royal United Services Institute
for Defence Studies in Londen.