NAVO sust zorg over geweld Tetovo
BRUSSEL, 16 MAART. De escalatie
van het geweld in Macedonië wordt internationaal met bezorgdheid
gevolgd. Maar de NAVO maakte gisteren duidelijk dat de ernst van de
situatie niet moet worden overdreven.
Een woordvoerder van de NAVO zei gisteren in Brussel dat het geweld in
Macedonië vooralsnog beperkt is, dat de Albanese strijders die
erbij betrokken zijn klein in aantal zijn en dat de Macedonische
autoriteiten de zaak in de hand hebben. De Albanese strijders zijn
bovendien "politiek geïsoleerd", zo zei hij. De NAVO beschikt
volgens hem niet over aanwijzingen dat er nauwe militaire banden bestaan
tussen de Albanezen die de afgelopen twee dagen in Tetovo strijd hebben
geleverd en de Albanezen die in Zuid-Servië strijden voor de
aansluiting bij Kosovo. "Er lijkt geen meesterbrein te bestaan", zo zei
hij.
Het geweld in en rond Tetovo is gisteren veroordeeld door de Albanese
regering, die bij monde van minister van Buitenlandse Zaken Paskal Milo
liet weten de Macedonische soevereiniteit te steunen en de Albanezen in
Macedonië opriep een dialoog met de regering in Skopje aan te gaan
over hun eisen en klachten. De Albanese premier Ilir Meta zei dat "daden
van geweld onacceptabel zijn, onacceptabel en veroordelingswaardig".
Ook de drie belangrijkste politieke partijen van de Albanezen in Kosovo
veroordeelden gisteren het geweld van hun volksgenoten in
Macedonië. De beschuldiging als zou het gaan om "vanuit Kosovo
geëxporteerd geweld", werd unaniem van de hand gewezen. De
Macedonische regering werd gevraagd zich meer te bekommeren om de
klachten van de Albanese minderheid als beste manier om de problemen op
te lossen. De belangrijkste leider van de Kosovo-Albanezen, Ibrahim
Rugova, zei in Berlijn: "Als de problemen van de Albanezen sneller
worden opgelost, hebben de extremisten minder mogelijkheden geweld te
gebruiken." (Reuters, AP, AFP)