Bestand Servië en Albanese rebellen
Door onze correspondent
SKOPJE, 13 MAART. De Servische
regering en de Albanese rebellen in Zuid-Servië hebben gisteren
een staakt-het-vuren akkoord bereikt. De rebellen hebben aangekondigd
het akkoord gedurende een week te eerbiedigen. In die week moeten beide
partijen gesprekken gaan voeren over een politieke oplossing voor het
omstreden gebied. De rebellen eisen een betere behandeling van de
Albanese bevolking en aansluiting van Zuid-Servië bij Kosovo. In
een jaar tijd zijn meer dan veertig mensen omgekomen bij
gewelddadigheden tussen leger en rebellen.
Albanese extremisten zijn sinds vorig jaar actief in de
gedemilitariseerde bufferzone tussen Kosovo en Servië. De zone
werd na het einde van de luchtoorlog om Kosovo ingesteld door de NAVO.
Alleen lichtbewapende Servische agenten mogen er komen. De rebellen
hebben zich verenigd in het bevrijdingsleger voor Presevo, Medvedja en
Bujanovac (UÇPMB), drie stadjes in het gebied.
Het staakt-het-vuren werd de afgelopen dagen steeds uitgesteld, want de
rebellen keerden zich tegen de toezegging dat het Joegoslavische leger
mocht terugkeren in (een deel van) de bufferzone. Het gaat om het
uiterste zuiden, tegen de grens met Macedonië. Internationale
waarnemers geloven dat de Albanese rebellen dit 'gat' gebruiken om
andere Albanese guerillastrijders in het noorden van Macedonië te
bevoorraden. Met de komst van het Joegoslavische leger hopen ze dit gat
te dichten. Het UÇPMB besloot gisteren het akkoord toch te
ondertekenen. Maar commandant Musliu zei, onder verwijzing naar de
komst van het leger in de bufferzone: " Het is niet onze
verantwoordelijkheid als er doden vallen."
De commandant van de internationale vredesmacht KFOR, de Italiaanse
generaal Carlo Cabigiosu, liet voor de ondertekening van het akkoord
weten dat de Joegoslaven snel de bufferzone in kunnen trekken. "Het is
een kwestie van dagen." Leger en politie mogen geen pantservoertuigen
en geen raketwerpers gebruiken.