Macedonisch drijfzand
WAT VANAF HET BEGIN van de
NAVO-interventie tegen Servië werd gevreesd, is bezig
werkelijkheid te worden. Militante Kosovaren van Albanese origine raken
meer en meer in conflict met hun Atlantische beschermheren. Dat is
vooral een gevolg van het feit dat de internationale gemeenschap
onzekerheid laat voortduren over de toekomstige status van Kosovo.
Die kwestie belastte al het overleg in Rambouillet waarvan de mislukking tot
de luchtoorlog tegen het regime van Milosevic leidde. Onmiddellijk na de
Servische terug tocht waren andere zaken urgenter, zoals de ellende
waarin de Kosovaren als gevolg van terreur en strijd waren
terechtgekomen. Sinds de ondergang van Milosevic heeft het pro bleem
zich echter toegespitst. In Belgrado huist nu een democratische regering
die voor redelijke argumenten vatbaar blijkt te zijn. Die toestand
frustreert het Albanese streven naar onafhankelijkheid voor Kosovo.
Nog een andere factor speelt mee in de toegenomen spanning. Vorig najaar
gehouden gemeenteraadsverkiezingen leverden een overwinning op voor de
gematigde krachten onder de Albanezen van Kosovo. Niet dat die anders
denken dan de ultra's over de toekomstige status van deze formeel nog
Servische provincie. Maar zij lijken wel bereid tot overleg over een
zeker behoud van een multi-etnisch Kosovo. Die overwinning was
tegelijkertijd een nederlaag voor de strijders van het voormalige
UÇK, het ondergrondse leger dat na de NAVO-interventie
praktisch de macht had overgeno men. Uit de rijen van het oude
UÇK zijn de "extremisten" voortgekomen die nu in gebieden met
een Albanese meerderheid in Servië en Macedonië gewapende
overvallen plegen op dorpen en gehuchten.
DEZE OVERVALLEN betekenen een ernstige complicatie voor de
internationale gemeenschap, in het bijzonder voor KFOR, de vredesmacht
waarvan de NAVO de harde kern is. Niets is minder in het
internationale belang dan een Albanese furie over de grenzen van Kosovo
heen. Gedemilitariseerde zones worden door de Albanese strijders niet
ontzien, met als direct gevolg dat deze hun betekenis verliezen. Dit
weekeinde werden Macedonische soldaten slachtoffer van infiltranten die
bewust het conflict zoeken om voor hun politieke eisen aandacht te
vragen. Het is een methode die ook al met succes in Kosovo zelf werd
gebruikt om de NAVO in de strijd tegen Milosevic aan Albanese kant te
krijgen. Het ziet er niet naar uit dat die aanpak opnieuw zal slagen. De
internationale gemeenschap heeft intensief contact met de Servische en
Macedonische regeringen. Samen met de Macedoniërs zal de grens
beter worden bewaakt om infiltratie te voorkomen. Overwogen wordt de
beperkingen die de Servische strijdkrachten in de gedemilitariseerde
zones zijn opgelegd te versoepelen. Als signaal aan de Kosovaarse
ultra's mogen dit soort maatregelen hun betekenis hebben, gezien de
gesteldheid van het terrein en de behoedzaamheid van KFOR mag niet
worden verwacht dat een waterdichte af sluiting het resultaat zal zijn.
VAN DOORSLAGGEVEND belang is daarom dat de interna tionale
gemeenschap haar kleuren toont en aan de onzekerheid over de status van
Kosovo een einde maakt. Dat betekent niet dat Servië in staat
gesteld wordt tot een volledige herannexatie over te gaan. Maar een
staatsregeling binnen rest-Joegoslavië die de Kosovaarse rechten
veilig stelt, ook de rechten van de minderheden, is zeker denkbaar. Een
ongelimiteerde Albanese soevereiniteit over Kosovo is dat niet, zeker
niet nu uitbreiding van Kosovo over internationale grenzen heen wordt
nagestreefd. Zonder duidelijkheid over de toekomst van Kosovo dreigen
KFOR, de NAVO en de internationale gemeenschap in een oorlog te worden
meegezogen waarvan het einde zich niet laat voorspellen.