NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Kosovo Conflict

Nieuws

Achtergrond

Conflict

Vluchtelingen

Etnische zuivering

Internet en Media

Links

Oorlog na Rambouillet al zeker


De vraag of de Serviërs aan het begin van de oorlog om Kosovo bezig waren de Kosovaren systematisch te verdrijven, is moeilijk te beantwoorden. Een humanitaire ramp door het optreden van de Serviërs was er wèl. En de oorlog was toen al onvermijdelijk.

Door onze redacteur PETER MICHIELSEN

ROTTERDAM, 9 FEBR. Was in Kosovo vóór 24 maart 1999, toen de NAVO haar bommenwerpers op het Joegoslavië van Slobodan Milosevic afstuurde, sprake van systematische etnische zuiveringen jegens de Albanese bevolking? Ja, zegt de NAVO. Er was sprake van een humanitaire ramp. 360.000 Kosovo-Albanezen waren verdreven, binnen negen maanden. Was er geen Plan-Hoefijzer, dat voorzag in de sytematische verdrijving van alle Albanezen uit Kosovo? Was de razendsnelle verdrijving van honderdduizenden Albanezen ná 24 maart geen bewijs dat dat plan volop werd uitgevoerd? Had Milosevic zelf niet herhaaldelijk gezinspeeld op zijn vermogen, Kosovo in twee weken 'schoon' te kunnen vegen?

Nee, er was géén systematische etnische zuivering, zegt de Duitse generaal b.d. Heinz Loquai: er waren vluchtelingen - Albanezen èn Serviërs - voor het geweld van een burgeroorlog. Een Plan-Hoefijzer? Heeft iemand het plan ooit gezien? Een verzinsel, zegt Loquai (hoewel zijn eigen minister Scharping heeft gezegd het te hebben).

Of de 360.000 Kosovaarse vluchtelingen per 24 maart 1999 het slachtoffer waren van een bewuste verdrijvingscampagne laat zich ook twee jaar na dato moeilijk met zekerheid vaststellen. Een Plan-Hoefijzer is nooit boven water gekomen - maar dat het bestond is vrijwel zeker: daarvoor verliep de wel degelijk systematische verdrijving van een miljoen Kosovaren te snel, te soepel: die verdrijving was zonder twijfel georganiseerd en dan ligt de veronderstelling voor de hand dat er een plan klaar lag - of het nu op 24 maart al uit de la was gehaald of niet. Daar komt bij dat Milosevic inderdaad eind 1998 en begin 1999 herhaaldelijk opschepte over een mogelijke massale verdrijving, tegenover de Duitse minister Joschka Fischer (die zich later publiekelijk voor de kop sloeg omdat hij de verhulde waarschuwing niet serieus had genomen), en tegen NAVO-militairen, tegen wie hij zei dat de Serviërs de problemen met de Albanezen in de Drenica, het hartland van Kosovo, in 1946 heel simpel hadden opgelost: door alle Albanezen te doden.

In wezen is de vraagstelling - was de campagne per 24 maart een georganiseerde of niet? - in wezen niet zo relevant, want een simplificatie van het probleem. Vast staat dat er in Kosovo wel degelijk een humanitaire ramp bestond: die 360.000 vluchtelingen zijn niet weg te redeneren. Vast staat ook dat in lang niet alle gevallen de Serviërs lokale Albanezen eerst vriendelijk waarschuwden voor een naderende militaire operatie en hen daarna even vriendelijk uitnodigden naar hun woningen terug te keren: in de meeste gevallen was het optreden van de Servische politie genadeloos. Het UÇK - óók genadeloos overigens - was een guerrillaleger, en een guerrillaleger bestrijdt men het best door de zee waarin het zich moeiteloos beweegt, te legen. Dat betekent verdrijving van burgers. Duitse rechtbanken kunnen hebben geoordeeld dat in Kosovo Albanezen niet als etnische groep werden vervolgd, ze werden wèl als etnische groep vervolgd in delen van Kosovo waar het UÇK door de Serviërs werd bestreden.

De vraagstelling is ook niet zo relevant omdat generaal Loquai geheel voorbij gaat aan de politieke ontwikkelingen: het akkoord tussen Milosevic en de Amerikaanse diplomaat Holbrooke van oktober 1998 werden stelselmatig door Milosevic gesaboteerd; in Rambouillet werd in februari 1999 duidelijk dat de Serviërs geen akkoord wensten - ze wensten zelfs geen onderhandelingen; in maart mislukte eerst de nieuwe missie- Holbrooke, vervolgens de Parijse vervolgconferentie van Rambouillet en daarna de derde missie-Holbrooke. De conclusie (zie bijvoorbeeld het recente boek Winning Ugly van Ivo H. Daalder en Michael E. O'Hanlon): de Serviërs wensten de confrontatie met de NAVO, in de verwachting dat zij uiteindelijk niet zou durven aanvallen of dat de cohesie binnen de NAVO het zou begeven. Systematische zuiveringen of niet: de oorlog was na Rambouillet al onvermijdelijk.

NRC Webpagina's
9 februari 2001

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad