Incidenten langs grens Kosovo
BELGRADO, 29 JAN. Bij twee
nieuwe incidenten langs de grens tussen Servië en Kosovo zijn het
afgelopen weekeinde een dode en acht gewonden gevallen. Joegoslavië
heeft om een spoedzitting van de Veiligheidsraad van de VN gevraagd.
Langs de grens met Kosovo opereert een guerrillaleger van Albanezen, het
UÇPMB, dat aansluiting van het gebied bij Kosovo nastreeft. Het
opereert vooral in de vijf kilometer brede gedemilitariseerde zone langs
de grens, waar zwaarbewapende Servische politiemannen en het
Joegoslavische leger zich op grond van een akkoord met de NAVO niet
mogen vertonen.
UÇPMB-rebellen beschoten vrijdagavond Joegoslavische militairen,
die zich aan de rand van de gedemilitariseerde zone ophielden. De
soldaten werden met machinegeweren en mortieren beschoten. Een soldaat
werd zwaar gewond; hij stierf zaterdag aan zijn verwondingen.
Gisterochtend kwam het opnieuw tot een aanval van UÇPMB-
strijders. Ditmaal werden vier Joegoslavische soldaten en een Servische
burger gewond toen een granaat voor hun voertuig explodeerde. Later
meldde het UÇPMB dat drie strijders bij schermutselingen gewond
waren geraakt.
Het was voor het eerst dat de rebellen van het UÇPMB
(Bevrijdingsleger van Presevo, Medvedja en Bujanovac) militairen van het
Joegoslavische leger aanvielen. Tot dusverre waren Servische
politiemannen het doelwit van het Bevrijdingsleger. De rebellen opereren
met sluipschutters, automatische wapens en mortieren. Een woordvoerder
van het UÇPMB sprak van "een echte oorlog".
De Joegoslavische minister van Buitenlandse Zaken, Goran Svilanovic,
vroeg om een spoedzitting van de Veiligheidsraad van de VN. De
Veiligheidsraad zou volgens hem moeten overgaan tot "een onmiddellijke
en krachtige veroordeling van de terroristische aanslagen" en "het
straffen van de schuldigen" aan de aanval van vrijdagavond. Svilanovic
riep het Amerikaanse ministerie van Buitenlandse Zaken en de secretaris-
generaal van de NAVO op "alle noodzakelijke maatregelen te nemen om de
Albanese terroristen te stoppen". Belgrado legt doorgaans - omdat het
Joegoslavische leger niet in de gedemilitariseerde zone mag komen - de
verantwoordelijkheid voor het handhaven van de orde in de grensstreek
bij de (Amerikaanse militairen van) de NAVO-vredesmacht in Kosovo, KFOR.
(Reuters, AFP)