|
Wie won, wie verloor in 2000 Nieuwsfeiten, en de leiders die ze maken of ermee te maken krijgen, balanceren op een dunne lijn tussen hoop en ontluistering. Aan het eind van het eerste jaar in het nieuwe millennium maken redacteuren van de buitenlandredactie de balans op. Een terugblik. Bezinning, ook. Maar vooral: een genadeloos oordeel, bewust op de man gespeeld. Drie winnaars van het jaar 2000 en drie verliezers van het jaar 2000 op een rij: hoofdrolspelers op het wereldtoneel die verrasten door hun succes in hun worsteling met de geschiedenis of die juist faalden omdat ze verwachtingen - de onze, om het subjectief te houden, of die van hun achterban - dit jaar niet waar konden maken. Samenstelling Wim Brummelman, Joop Meijnen, Peter Michielsen, Carolien Roelants, Robert van der Roer en Frank Vermeulen
Winaars:
Verliezers: Winnaars De kandidaat van buiten Den Haag Ruud Lubbers heeft de Nederlandse diplomatie verrijkt met een nieuw leerstuk: wie een internationale topbaan wil, werke buiten zijn regering om. De oud-premier werd er Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de Verenigde Naties (UNHCR) mee. VN-chef Kofi Annan zag begin oktober af van regeringskandidaat Jan Pronk, benaderde Lubbers en vroeg hem er met niemand over te praten. Lubbers ontmoette Annan in het geheim. En zweeg als het graf. De UNHCR-post, een top-vijfbaan bij de VN, was een godsgeschenk na zijn desastreuze sollicitaties voor chef van de Europese Commissie en de NAVO. Vooral de NAVO-kandidatuur in 1995, die de regering knullig begeleidde, was een afgang: een ervaren oud-premier op - mislukt - sollicitatiebezoek bij een ballotagecommissie in Washington. Lubbers danste op de verkeerde bruiloft: hij was helemaal geen NAVO-specialist. Als Nederland toen goed had geluisterd naar supermacht Amerika, hadden 'we' nu al vijf jaar Hans van den Broek als NAVO-chef gehad. Casting voor de internationale top en hiervoor steun verwerven bij grootmachten is niet de sterkste kant van Nederland. Een Nederlander lanceren is één ding. Maar serieus onderzoeken of baan en kandidaat voor elkaar geknipt zijn, vergt echt internationalisme. Terwijl Lubbers wekenlang zweeg, liet Annan de regering weten dat hij niet Pronk maar Lubbers wilde. Als een geest uit het verleden verscheen hij op 25 oktober naast Annan bij de presentatie in New York. Nog steeds een tikje morsig, met borstelige wenkbrauwen en piepklein dasstropje, en met de vertrouwde gebaren: de handen pastoraal gevouwen en de bedachtzame blik die zijn stroeve Engels overheerste en suggereerde dat hij altijd al global affairs had behandeld. Hier stond het beste wat een middelgroot land te bieden had. Toen hem werd gevraagd of hij met zijn zwijgzaamheid niet buiten zijn regering om had meegewerkt aan de campagne van Annan - waarmee Lubbers de Pronk-campagne had ondermijnd - reageerde hij quasi-verbaasd: ,,Ik doe veel werk buiten de regering om.'' Misschien was zijn heimelijke kandidatuur voor een Minister van Staat niet statesmanlike, en had hij Annan moeten zeggen: bel eerst maar Kok, voordat ik meedoe. Maar efficiënt was het des te meer. Danst Lubbers nu op de goede bruiloft? Of hij geknipt is voor de opvang van ,,arme sloebers'', zoals hij zijn clientèle onwennig noemde, moet blijken. Lubbers in veldtenue op crisismissie langs Afrikaanse kampen, in krijtstreep op bedeltocht langs Westerse hoofdsteden. Maar een winnaar is hij. Een echte man aan Ruslands roer Zijn blik heeft vaak iets verbetens. Als van een fret. Hij praat monotoon, geen intonatie, zelfs niet als hij zweert dat hij de Tsjetsjenen ,,met hun kop in de plee in hun eigen stront zal verzuipen''. Hij heeft de motoriek van een opgelaten puber op weg naar een erepodium: ergens in de heup begint een zijwaartse wiegel van het bovenlijf, die nog wordt versterkt door de opvallend onopvallende slingerbeweging die hij vanuit schouder en bekken elk afzonderlijk zijn ledematen meegeeft. Wie Vladimir Poetin ziet lopen gelooft zijn ogen niet. Het kan niet. Het màg niet. Maar het gebeurt. Niettemin, de Russen zweren bij hem, deze kleine president die zijn hele volwassen leven bij de KGB doorbracht, deze homo sovieticus die is wat de homo sovieticus nooit was: koud-nuchter, pragmatisch, no nonsense. Een rekenaar zonder platen voor het hoofd en zonder illusies. Een anti-ideoloog, want ideologie leidt af, kost geld en heeft geen nut. Alleen het nationaal belang telt, voor Vladimir Poetin, de rest is onzin, hoe heilig het gisteren ook was. Hij is berekenend, hard, meedogenloos desnoods - zie Tsjetsjenië, zie de uitschakeling van de steenrijke oligarchen, de gierige regiogouverneurs en de onafhankelijke elektronische media. Een man van actie, die judoot en zelf achter de stuurknuppel van een MiG klimt. Een doener. Een koele doener, dat zeker: Vladimir Poetin is emotioneel kil, zo vermeldde zijn personeelsdossier bij de KGB. Een man zonder emoties. Hij straalt het uit. Hij is voor de Russen het succesnummer van het jaar. Eén dag voor het aanbrak maakte Boris Jeltsin hem tot zijn opvolger. De kiezers - gedemoraliseerd in tien jaar van aftakeling en gestuntel - vonden het prachtig: eindelijk vastbeslotenheid in het Kremlin. Eindelijk de echte man die de chaos bedwingt, de superrijken hun plaats wijst, de strijdkrachten weer strijd-krachten maakt, de Kaukasische zwartkonten op hun donder geeft en een eind maakt aan de vernedering van Rusland door een arrogant Westen. Zjoeganov? De democraten? Onbetekenende figuranten. Ze mogen de coulissen bevolken. Persvrijheid? Als het uitkomt, anders niet. Kranten? Mwah, zenders niet. In maart kozen de kiezers hem in één ronde, met 52,6 procent van de stemmen. Een vertrouwensstem die alleen maar luider werd, want blunders, zoals bij de ramp met de Koersk, worden hem grif vergeven. In juni had 61, eind juli zelfs 73 procent van de Russen vertrouwen in de kleine man aan het roer, wiens economische beleid door de hoge olieprijs - zijn mazzel - de wind in de rug heeft. Nog even en Vladimir Poetin wordt heilig. De dompteur van de imperialisten Saddam, koning van de wereld! Gelijk had hij dat hij in 1991 weigerde de nederlaag te erkennen tegen de coalitie van dertig landen die de Amerikaanse president George Bush tegen hem op de been had gebracht. De geallieerden hadden de vloer met zijn strijdkrachten aangeveegd en niemand gaf een cent voor zijn kansen op overleving. Maar overleven deed hij, en hoe! De overwinnaars van toen, Amerikanen en Britten voorop, zitten nu in de beklaagdenbank. En bewonderend kijkt de wereld der geknechten naar Saddam Hussein, bedwinger van de imperialisten. Het handelsembargo van de Verenigde Naties werd van een wapen in handen van de geallieerden tot een wapen voor Saddam Hussein. Bedoeld om de Iraakse president te dwingen zijn massavernietigingswapens te laten ontmantelen, veranderde het geleidelijk in de ogen van de wereld in een werktuig om de Iraakse bevolking te onderwerpen. Saddam komt zelf niets tekort, en zijn medestanders evenmin. Maar hij zorgt ervoor dat de armsten in zijn land maximaal lijden onder het embargo. Stervende kinderen maken mooi propagandamateriaal. Volkerenmoord, roepen de internationale actievoerders die door de Iraakse autoriteiten langs krakkemikkige ziekenhuizen worden gesleept en zichzelf onderweg van banket naar banket eten. Aan het eind van het bezoek wordt elke delegatie geacht Saddam een cadeau te geven. Ze doen het graag. Het afgelopen jaar zagen Amerikanen en Britten werkeloos toe hoe Saddam behendig de daadwerkelijke onttakeling van de sancties ter hand nam. Het vliegverbod ging eraan. Actievoerders hoeven niet langer de vermoeiende reis over de weg vanuit Jordanië te nemen, er vertrekken nu voldoende vliegtuigen naar Bagdad. Een oliepijpleiding naar Syrië werd heropend, volledig in strijd met de voorwaarden van het embargo. Het geld gaat regelrecht op rekening van Saddam, die er zijn vriendjes mee betaalt en wapens koopt. Oliebronnen bevestigen de transactie - de Amerikanen, die geen ruzie willen vlak voor Bush jr de macht overneemt, zwijgen. De hoogste Amerikaanse generaal die in 1991 Saddams leger uit Koeweit verjoeg, Colin Powell, wordt Amerikaans minister van Buitenlandse Zaken onder Bush. Hij heeft al aangekondigd de sancties tegen Irak weer te zullen aanhalen. Hoe gaat hij de overtreders aanpakken? Parijs bombarderen? Moskou? Of Bagdad? Irak heeft al aangekondigd bereid te zijn tot een gewapende confrontatie met de Verenigde Staten. Grijnzend wacht Saddam af. Hij heeft allang gewonnen. Verliezers De juiste man op de verkeerde plaats Generaals zijn er om soldaten te commanderen en schriftgeleerden horen hun geloofsgenoten te overtuigen - wee het land waar zij zich eigenmachtig nestelen in het regeringspluche. Doorgaans loopt zoiets niet goed af. Zoals in Indonesië, waar generaal Soeharto het land in chaos achterliet. Na een kort intermezzo werd hij in oktober vorig jaar opgevolgd door de Guru Bangsa (Leraar van de Natie) Abdurrahman Wahid, voorman van de grootste moslimorganisatie in de wereld. De bijna blinde Wahid heeft een zwakke gezondheid maar verwierf als leider van Nahdlatul Ulama een groot moreel prestige. 'Gus Dur' predikte verdraagzaamheid en verzette zich stelselmatig tegen politisering van de islam. Die boodschap draagt hij nog steeds uit - in het sterk verdeelde parlement in Jakarta waar sinds de val van Soeharto politici weer het hoogste woord hebben, én in de opstandige regio's waar de roep om autonomie en onafhankelijkheid aanzwelt. Indonesië is sterk veranderd, maar Wahid, de lichamelijk fragiele kingmaker die zelf president werd, is zichzelf gebleven. Misschien juist daarom ontpopt de Wahid van vandaag zich steeds duidelijker tot de juiste man op de verkeerde plek. Wahid, die het altijd moest hebben van zijn overtuigingskracht, krijgt maar geen grip op de ontwikkelingen — ondanks zijn nog steeds zalvende teksten. Het bouwwerk van Soeharto's 'Nieuwe Orde' is ingestort, maar de resten van corruptie en nepotisme zijn niet opgeruimd. In het uiterste oosten en westen van de archipel laait het geweld op. Wahid is een gevangene geworden van zijn presidentschap, niet bij machte zijn tegenstanders te onderwerpen. In het parlement kan hij hoogstens nog rekenen op gedoogsteun. Vice-president Megawati Soekarnoputri wantrouwt zijn pogingen tot toenadering tot de regio's omdat ze die beschouwt als een verkwanseling van haar vaders erfenis, de Indonesische eenheidsstaat. De gevaarlijkste tegenstander zijn de strijdkrachten, het oude machtsapparaat van Soeharto dat niet zomaar wil capituleren. Het bloedige optreden van (onderdelen van) het leger op de Molukken en in Atjeh heeft de sentimenten tegen Jakarta dit jaar versterkt, en Wahids geloofwaardigheid tot nul gereduceerd. Dat de president beide regio's heeft bezocht en opriep tot verzoening toont misschien zijn persoonlijke moed, maar vooral zijn onmacht. Toen Wahid veertien maanden geleden aantrad, beloofde hij het presidentschap te verzwakken. Die belofte is hij nagekomen, maar in andere zin dan hij bedoelde. Begin oktober, een paar dagen voor zijn val, kwam hij nog eenmaal op de staats-tv om het volk te winnen voor zijn Groot-Servische missie. Als hij, Slobodan Milosevic, ook de tweede ronde van de Joegoslavische presidentverkiezingen zou verliezen van Vojislav Kostunica, dan zou dat de bezegeling zijn van verderfelijke Westerse inmenging. Hij oogde vermoeid, zijn retoriek klonk afgezaagd en hij zou de tweede ronde niet halen hoezeer een Haagse minister hem die herkansing ook gunde. Maar helemáál ongelijk had hij niet. Want politieke adviseurs, consulenten en trainers uit de Verenigde Staten probeerden toen vanuit buurland Hongarije al bijna een jaar de sterk verdeelde Servische oppositiepartijen ervan te overtuigen dat zij alleen een kans maakten tegen Milosevic als ze een coalitie zouden vormen. Het gaat te ver Kostunica's zege toe te schrijven aan deze bemoeienis van de VS, maar een rol speelde zij zeker, zo reconstrueerde The Washington Post eerder deze maand overtuigend. Uiteindelijk was het de min of meer spontaan georganiseerde volksopstand die Milosevic op 5 oktober van diens troon stootte. Gotov je, stond op ontelbare posters en buttons, zonder de naam te noemen. 'Zijn rol is uitgespeeld'. Vier verloren oorlogen, twee eerdere volksopstanden, achtenzeventig dagen NAVO-bombardementen en bijna tien jaar internationale sancties waren eraan vooraf gegaan Milosevic, 59 inmiddels, overwon het allemaal. Hij veranderde, sinds zijn opkomst in 1987, van een saaie apparatsjik in een even obscure als meedogenloze nationalist, die zich en passant kwalificeerde voor bijna het hele scala aan walging, van aartscrimineel tot zwaargeschift. Daardoor kan hij zich meten met de grootste politieke boosdoeners van de vorige eeuw. Dat hij daarbij een 'rein geweten' heeft, zoals hij vorige week nog herhaalde, spreekt voor zich. Toch gaat deze beeldvorming, hoe treffend ook, te gemakkelijk voorbij aan de politieke entourage van loyalisten, opportunisten en dubieuze handlangers waarmee Milosevic zich in zijn repressieve politiestaat al die dertien jaren wist te omringen. Dankzij hen kon hij al die tijd bogen op tamelijk brede steun onder de bevolking van de al maar kleiner wordende Joegoslavische Federatie. Pas als ook die kliek is verdwenen, is de man die zich onoverwinnelijk waande, maar zijn land moreel, sociaal, economisch en politiek in een bankroet stortte, definitief verslagen. Waarbij opnieuw geldt: zonder buitenlandse hulp zal dat bezwaarlijk gaan. Een lakei die geen leider kon worden Tot Al Gore op 13 december jongstleden toegaf de verkiezingen te hebben verloren, leek hem een stralende toekomst beschoren. Gore-mensen speculeerden over de presidentsverkiezingen van 2004. En over de comeback van Gore, met historische verwijzingen naar Richard Nixon die ook pas in derde instantie in het Witte Huis belandde. Gore's gooi naar het presidentschap stond vanaf het begin af aan onder het kwade gesternte van zijn huidige baan: vice-president. Het vice-presidentschap hoeft het presidentschap niet in de weg te staan. Dat hebben Gerald Ford en George Bush sr. bewezen. Maar veel hangt af van de invulling van dat ambt. Gore was acht jaar lang die wat butler-achtige man in bankierspak achter Bill Clinton. Hij werd alleen fel toen hij zijn baas verdedigde ten tijde van het Monica Lewinsky-schandaal en hij Clinton bestempelde als ,,een van onze geweldigste presidenten''. De overstap van lakei tot leider is niet een erg geloofwaardige. Dit is allemaal beeldvorming. In werkelijkheid, zoals Gore-biograaf Bill Turque betoogt, was Gore een van de invloedrijkste vice-presidenten uit de Amerikaanse geschiedenis. Clinton vroeg hem destijds de tweede viool te spelen, maar Gore bedong daarbij dat de twee wekelijks de zaken op een lunchvergadering zouden doornemen. Gedurende de Clinton-jaren moest Gore strijden om het oor van de president met een belangrijke concurrent: first lady Hillary Clinton. Hillary is 7 november in de Senaat gekozen, en gevoelsmatig heeft Gore dus ook van háár verloren. Gore's concession speech ontlokte lof aan vriend en vijand - maar in het Democratische kamp sloegen de kompassen meteen al uit naar een andere pool: Bill Clinton. Hij is pas 54 jaar, de jongste onverkiesbare ex-president na Theodore Roosevelt, die in 1909 als 50-jarige het Witte Huis verliet. Clinton is volgens een recente opiniepeiling bovendien nog steeds ongekend populair. Veel Democraten beschouwen de comeback-kid Clinton als leider van de Democratische partij en niet loser Gore, die als presidentskandidaat in naam de partijleider is. In het Amerikaans-Engels kan het woord loser als bijbetekenis 'veroordeelde' krijgen. Zo is een two-time loser niet iemand die twee keer verloren heeft maar een twee keer veroordeelde delinquent. Dat geldt in zekere zin ook voor Al Gore, toen hij in 2000 voor de tweede keer het presidentschap aan zich voorbij liet gaan (in 1988 deed hij ook al tevergeefs mee). Meer dan een verliezer is hij een veroordeelde. Veroordeeld tot de politieke schaduw.
|
|
Bovenkant pagina |
|