Huidige en nieuw gekozen premier
|
Aanpak crisis kost Israel groei
De Israelische economie is sinds het aantreden van Benjamin Netanyahu in problemen geraakt. De inflatie is onder controle, maar de economie krimpt.
Door onze correspondent
Salomon Bouman
Dat is te merken aan vele winkels in de drukste winkelstraten van Tel Aviv en elders in het land die de afgelopen jaren onder de druk van de aanhoudende recessie zijn gesloten. ,,Mijn omzet is met dertig procent gezakt. De mensen kopen minder luxe brood'', zegt een bakker. ,,Met de losse verkoop van kranten is het ook droevig gesteld. Ook het advertentieaanbod is drastisch verminderd'', zegt een employee in een krantenwinkel. Zij rept van een terugval in de orde van grootte van dertig procent. Een garagehouder klaagt ook steen en been. ,,Het is verbluffend dat vrijwel niemand in deze verkiezingscampagne heeft over de ernst van de economische crisis. Ik kan nog maar net mijn hoofd boven water houden''. De cijfers wijzen uit dat het met de Israelische economie bergafwaarts is gegaan sedert Benjamin Netanyahu, de leider van Likud, in 1996 aan de macht kwam. Aan de betrekkelijk snelle expansie van de economie in de vredesjaren van 1992 tot 1996 onder de vermoorde premier Yitschak Rabin met groeipercentages van het Bruto Nationaal Product tussen zes en zeven procent per jaar kwam een einde. Buitenlandse investeerders keerden Israel weer de rug toe alhoewel het niveau van de buitenlandse investeringen voor Israelische begrippen hoog is gebleven. Op de golven van de euforie absorbeerde Israel een record aantal immigranten. Er werd ook hard aan de ernstig verwaarloosde infrastructuur- aanleg van wegen en begin van de uitbreiding van de spoorwegen- gewerkt. De invloed op de economie van het omslaan van de vredeshoop in pessimisme na de moord op Rabin in 1995 is moeilijk in harde cijfers uit te drukken. Economen menen dat deze psychologische factor wel degelijk een rem heeft gezet op de economische groei en investeringen. Premier Benjamin Netanyahu schrijft de recessie waartegen hij in deze verkiezingsstrijd moet opboksen echter toe aan de ,, economische blunders'' van de minister van financiën Avraham Shohat ten tijde van het Rabin-Peres tijdperk. Shohat heeft volgens hem met ,,schandalige'' loonsverhogingen in de overheidsector en het scheppen van een gigantisch begrotingstekort ter financiering van infrastructurele werkzaamheden de economie in de gevarenzone gebracht. De inflatie schoot omhoog tot 14.5 procent in 1994 als gevolg waarvan de druk op de shekel enorm toe nam.
Vooraanstaande economen zijn van mening dat Netanyahu er met instrumenten uit de klassieke economische theorie in is geslaagd om een zeer ernstige financiële crisis, het ineenstorten van de shekel, te voorkomen.
Hij gaf sterke en consequente leiding aan het terugdringen van het begrotingstekort van 12.8 miljard gulden ten tijde van minister Shohat tot 4.5 miljard gulden in 1997. De bestedingsbeperkingpolitiek die werd begeleid door een hoog renteniveau ter stabilisering van de shekel leidde ook tot beheersing en daarna het terugdringen van de inflatie tot slechts enkele procenten boven het Europees niveau.
Netanyahu zegt dit Israel heeft gespaard voor de gevolgen van de Aziatische economische crisis. Het BNP heeft echter in 1998 wel meer dan een half procent verloren voornamelijk als gevolg van teruglopende export naar Azië. Netanyahu is daardoor gesterkt in de gedachte dat Israel toch als een Westers land de economische stormen uit Azië, Zuid-Amerika en Rusland, heeft doorstaan. In feite is de Israelische economie echter buitengewoon kwetsbaar.
In het najaar tuimelde de shekel met zo'n dertig procent maar deze munt is sindsdien door het rentebeleid ten opzichte van de dollar weer met twintig procent in waarde gestegen. Zo lang het hoge rentepeil de ontplooiing van de economie remt en de zwakkere sectoren zoals de kleinhandel verstikt, moet het herstel van de economie komen uit de vruchten van herstructering van de economie. Dat is precies wat Netanyahu voor ogen had. In zijn regeerperiode is de eerder voorzichtig aangezette liberalisering van de shekel en privatisering van belangrijke sectoren in de economie krachtig doorgezet. De vruchten daarvan komen echter te laat om hem in de harde verkiezingsstrijd van dienst te kunnen zijn.
Wegens het strakke budgettaire beleid bleef de voortzetting van de verdere uitbouw van de infrastructuur die Netanyahu had beloofd achterwege. Voor het bij elkaar houden van de regeringscoalitie met de ultraorthodoxe partijen sluisde hij wel miljarden guldens naar de kassen van deze partijen, voor de verdere glorie van de instituten voor religieus onderwijs en de subsidiëring van tienduizenden niet werkende en niet in het leger dienende religieuze studenten. Onder Netanyahu en dankzij hem heeft deze improductieve sector een grote vlucht genomen. Deze als ,,politieke corruptie'' gehekelde politiek is in de emotionele verkiezingscampagne de achillespees van Netanyahu. Nooit eerder hebben seculiere politici met zoveel verontwaardiging op de bevoorrechting van de ultraorthodoxe partijen uit de schatkist gebeukt.
Van het optimisme van enkele jaren geleden, toen de levensstandaard snel steeg en de Israeli's hun geluk niet opkonden, valt niets meer te bespeuren. Alleen de managers en aandeelhouders van de hightech hebben reden tot grote tevredenheid. Deze sector blijft snel expanderen. Israel wordt zelfs met drieduizend start-ups door Amerikaanse ondernemers de tweede Silicon-vallei ter wereld genoemd. De lijst van Israelische hightech ondernemingen die de afgelopen jaren voor gigantische bedragen, over de een miljard gulden zelfs, in buitenlandse, voornamelijk Amerikaanse handen zijn over gegaan wordt met de maand langer. Maar op de stemming in het land heeft deze parel in de kroon bijna geen effect. Het is slechts een kleine elite die ervan profiteert.
| NRC Webpagina's
|
Bovenkant pagina |