|
Huidige en nieuw gekozen premier
|
Israel moet afrekenen met de geest van
Netanyahu
De Israelische verkiezingen hebben zich nog nooit zo toegespitst op de
persoonlijkheid en het gedrag van de zittende premier. Want het
controversiële onderwerp van de campagne is niet de definitieve
vredesovereenkomst met de Palestijnen, de spanningen tussen orthodoxen
en seculieren of de relatie tussen 'oosterse' en 'westerse' joden, maar
de problematische persoonlijkheid van Benjamin ('Bibi') Netanyahu.
Elke week staat weer een politicus uit zijn kring op om hem de
handschoen toe te werpen, elke dag dient een hoge regeringsambtenaar
zijn ontslag in en komt met zware beschuldigingen. Soms lijkt het niet
te gaan om een cynische politicus met een licht gestoorde
persoonlijkheid en een bijzonder talent voor leugenachtige manipulaties,
maar om een wrede Caligula of corrupte keizer Nero, die de macht heeft
gegrepen en Israels ziel heeft vergiftigd, zodat zijn afzetting in veler
ogen een bijna heilige plicht is geworden.
In het progressieve en vrijzinnige kamp bestaat een uitzonderlijke
gedrevenheid voor de verkiezingen. De haat en de weerstand worden
gericht op Netanyahu en niet op zijn Likudpartij. Soms lijkt zelfs
sprake te zijn van medelijden met Likudaanhangers en mensen uit het
'nationale kamp', die om ideologische redenen op Netanyahu zullen moeten
stemmen, ondanks hun afkeer van diens persoon.
Maar laten we eerlijk zijn. De vorige Likud-premier, Yitzhak Shamir, nam
een veel extremere houding aan tegenover de Palestijnen en bracht Israel
de intifadah met zijn duidelijke, compromisloze beleid. Zijn
partijgenoot Menachem Begin stortte Israel in 1982 in het ongelukkige
avontuur van de Libanon-oorlog, en met de gevolgen daarvan zitten we nog
steeds. De havikachtige politiek van Gol da Meir leidde in 1973 tot de
catastrofe van de Yom Kippoer-oorlog.
Ondanks hun falen, waarvoor een bloedige prijs is betaald, zijn deze
premiers nooit zo gehaat geweest onder zulke brede lagen van de
bevolking als de huidige. Nooit werden tegen hen zulke venijnige,
agressieve artikelen geschreven als tegen Netanyahu. Nooit hebben zoveel
Israeliërs overwogen hun vakanties uit te stellen of hun bezigheden
in het buitenland te onderbreken om op verkiezingsdag in Israel te zijn
en de regering weg te stemmen.
Onder die brede lagen van de bevolking bestaat nu het gevoel dat met de
onverhoopte herverkiezing van Netanyahu de elites verder ver vreemd
zullen raken van de samenleving en dat de verbrokkeling van de
Israelische identiteit zal verhevigen. Maar hoe de verkiezingen ook
uitpakken, nu al moeten serieuze mensen uit alle politieke kampen zich
drie grondbeginselen voorhouden met het oog op de periode na de
verkiezingen, als het de Israeliërs inderdaad lukt hun premier te
vervangen.
In de eerste plaats moet de volgende coalitieregering er een zijn van
nationale eenheid, gesteund door tenminste tweederde van het parlement.
Dit om tot een definitieve overeenkomst met de Palestijnen te komen en
de definitieve grenzen van de staat Israel vast te stellen. Alleen een
sterke regering met brede steun in de samenleving kan ook proberen de
complexe vredesregeling met Syrië tot stand te brengen en het leger
terug te trekken uit Libanon. Het gaat om zware, uiterst
principiële beslissingen die drastische stappen vereisen, zoals de
ontmanteling van nederzettingen in bezet gebied. Van wege de
maatschappelijke onrust die daarmee gepaard zal gaan, kan alleen een
regering met brede parlementaire steun deze stappen nemen.
Ook degenen die Netanyahu te vuur en te zwaard bestrijden, moeten
beseffen dat hij na een eventuele verkiezingsnederlaag weleens de leider
van een coalitiepartij zou kunnen worden. Hij mag daarom niet, zelfs
niet diep in het hart, worden bestempeld als de baarlijke duivel of een
illegitieme leider die niet in een coalitieregering thuis hoort.
Terwijl andere volkeren een democratische regering hebben gekregen na
eeuwen van totalitair en centralistisch bewind, wordt het joodse volk
democratisch gere geerd na een geschiedenis van anarchie, waarin elke
jood het talmoedische adagium 'kies uzelf een meester' naleefde. Het
gevaar dat op de loer ligt is dan ook anarchie, geen autocratie. En
omdat we in deze tijd niet langer kunnen rekenen op de verschijning van
één bindende persoonlijkheid, zijn verstand, geduld en de
kunst van het compromis nodig om politieke krachten te bundelen tot een
regering met groot gezag in de samenleving.
Vervolgens moet de Israelische samenleving na de verkiezingen de ware
maatschappelijke tweedeling aanpakken: niet de tweedeling in orthodoxen
en seculieren, in oriëntalen en westerlingen, in nieuwe immigranten
en oudgediende Israeliërs, zelfs niet in de joodse meerderheid en
de Arabische minderheid. Die worden soms door zowel rechts als links,
door seculieren, orthodoxen en anderen uitgebuit om de ware,
economische tweedeling te verdoezelen. In een angstaanjagend
tempo groeit de kloof tussen rijk en arm.
Met behulp van privileges die ze hebben weten te bemachtigen verrijken
de rijken zich, meestal met overheidsgelden, terwijl de armen verder
verpauperen. Onder de werkelijk democratische, ontwikkelde en
geïndustrialiseerde landen slaat Israel een figuur door de
schandalige armoedekloof en de teloorgang van de maatschappelijke
solidariteit. De aanpak van dat probleem verdient de hoogste politieke
prioriteit.
Maar keer op keer wordt de aandacht afgeleid door kwesties als het
burgerlijk huwelijk, de nederzettingen op de hoogvlakte van Golan, de
joodse kolonisten in Hebron, joods onderwijs op openbare scholen,
landonteigening in Arabische dorpen. De samenleving en haar
vertegenwoordigers zouden zich in plaats daarvan moeten richten op de
centrale kwestie: hoe stoppen we de steeds erger wordende
onrechtvaardige tweedeling in een maatschappij die vanaf haar ontstaan
het principe van de sociale solidariteit heeft gehuldigd?
Ten slotte is de problematische persoonlijkheid van Bibi Netanyahu,
zoals in de drie jaar van zijn bewind aan het licht is gekomen, geen
ongelukkige toevalligheid in de Israelische politieke geschiedenis. Zijn
manipulatieve bespeling van de media, zijn onbetrouwbaarheid, het
cynisme in zijn houding tegenover de wereld en de Arabieren zijn niet
uit de lucht komen vallen. Elk democratisch gekozen leiderschap is een
uitdrukking van diepere maatschappelijke onderstromen en heersende
normen. Ook als de hoop op vervanging van Netanyahu wordt bewaarheid,
zal het 'Bibisme' niet uit onszelf verdwijnen. Wat ons nu een kwaad van
buitenaf lijkt, zit ook in onszelf. En met een gerichte, bewuste
inspanning moeten we daar iets aan doen.
A.B. Yehoshua is Israelisch schrijver.
| NRC Webpagina's
|
Bovenkant pagina |