Huidige en nieuw gekozen premier
|
Kritiek op de eerste Arabische kandidaat voor het
Israelische premierschap
Israels Arabieren stemmen verdeeld
KFAR KASSEM/NAZARETH, 11 MEI. "Ik
stem op Ehud Barak", zegt een jonge Israelische Arabier in het grote
Arabische dorp Kfar Kassem ten oosten van Tel Aviv. Niemand van zijn
vrienden, die iedere zaterdagochtend in het open café onder de
schaduwbomen bijeenkomen om met flessen Cola op tafel de politieke
balans op te maken, spreekt hem tegen. "Ik geloof in Barak (de leider
van Israel-Eén, de Arbeidspartij). Hij is sterk. Hij zal vrede
maken. We weten wat er de afgelopen drie jaar onder premier Netanyahu is
gebeurd. Wat ten tijde van Rabin werd opgebouwd werd verwoest. Alleen
Barak kan de situatie veranderen".
Deze beoordeling bevestigt ten volle een vorige week gepubliceerde
opiniepeiling. Deze geeft aan dat de onder wijlen premier Rabin begonnen
trend onder de Arabieren van verzoening met de staat Israel de afgelopen
drie jaar sterk is omgebogen in de richting van vervreemding. In 1995
weigerde 6,8 procent van de Israelische Arabieren de staat Israel te
erkennen. Dit jaar ontkent 18,4 procent de Israelische legitimiteit.
Volgens de opiniepeiling van professor Sammy Smooha van de Universiteit
van Haifa is daardoor de klok in drie jaar met bijna een kwart eeuw
teruggedraaid. In Nazareth, met 60.000 inwoners de grootste Arabische
stad in Israel, komt ook Mohammed Darawshe, de directeur van de
Democratische Arabische partij krachtig voor Barak als Israels volgende
premier uit. Er zit echter een addertje onder het gras dat Baraks
kansen op een zege op Netanyahu in de strijd om het premierschap kan
beperken. Arabische politici verwachten dat de Arabieren in de eerste
verkiezingsronde in groten getale, meer dan 80 procent, zullen
aantreden om zowel voor een partij als voor de premier te kiezen.
Aangezien op dit moment niemand zich kan voorstellen dat een van de
kandidaten voor het premierschap over de barrière van 50 procent
zal weten te springen, zal de grote beslissing van de verkiezingen in de
tweede ronde op 1 juni moeten vallen. Zullen de Arabieren dan ook
massaal opkomen? Mohammed Darawshe en andere Israelische Arabieren gaan
er vanuit dat dit niet zal gebeuren. Barak kan dan zeer kostbare
Arabische stemmen verliezen die de kans op herverkiezing van Netanyahu
vergroten. Azmi Bishara, een aan Duitse universiteiten gevormde,
briljante politieke filosoof en voor de Al-Balad partij lid van het
uitgaande parlement, verdedigt in zijn bureau tegenover een groep
bezoekende diplomaten zijn onder de Arabieren zeer omstreden beslissing
zich als eerste Israelische Arabier kandidaat te stellen voor het
premierschap. Gestoken in zijn mooiste pak zegt hij in zijn snikhete
kantoor dat zijn kandidatuur voor het premierschap "een
intentieverklaring is. Het is een ideologische kandidatuur." In
haarscherpe formuleringen beukt hij op het joodse karakter van de staat
Israel. "Ik wil dat Israel van een staat voor de joden een staat voor
zijn burgers wordt", legt hij de diplomaten uit. Bishara weet dat hij
geen schijn van kans maakt de verrassing van de verkiezingen te worden.
Met ijzeren logica verwerpt hij echter woedende kritiek van Arabische
zijde dat hij, zoals een Arabier het in Kfar Kassem uitdrukte, stemmen
van Barak steelt. Naar zijn beste inzicht kan hij Barak in de eerste
ronde gewoon geen electorale schade berokkenen en komt er een tweede
ronde. Dan is hij bereid zijn kiezers op te roepen voor Barak te
stemmen als de leider van Israel-Eén hem tenminste eerst benadert
en serieuze voorstellen doet ter verbetering van het lot van de
Arabieren in Israel.
Darawshe kan zijn verontwaardiging nauwelijks de baas als de kandidatuur
van Bishara ter sprake komt. "Hij werkt uitsluitend aan zijn eigen
glorie", zegt hij. "Azmi heeft de vorming van een Arabische
eenheidspartij getorpedeerd", klinkt het beschuldigend. Nu wordt de
Arabische stem over vier Arabische partijen versnipperd waarvan
uitsluitend de Islamitische partij een ideologische signatuur heeft.
Hadash, de Arabische-joodse communistische partij ligt al ver uit de
koers van de oude stalinistische gedachten. In Nazareth heeft de
Islamitische partij over plannen van burgemeester Ramez Jeraisi om bij
de Aankondigingkerk een mooi plein aan te leggen een "burgeroorlog"
ontketend. De Islamitische partij stelt dat het om "heilige
islamitische grond" gaat en staat erop dat er in het gezicht van de
basiliek een moskee wordt gebouwd. Over de achtergrond van dit met grof
geweld gepaard gaande religieuze conflict lopen de versies en
interpretaties uiteen. De christelijke burgemeester wordt van
islamitische zijde bedreigd. "Ik heb privé-veiligheidsagenten
moeten aanstellen", vertelt hij in zijn kantoor waar hij een uitvoerige
uiteenzetting geeft over landonteigening en discriminatie van zijn stad
door de Israelische overheid.
Zionistische en ultra-orthodoxe partijen kunnen volgens het patroon van
vorige verkiezingen dit jaar weer rekenen op maar liefst 30 procent van
de Arabische stem. Volgens Arabische politici is dit voor hen pijnlijke
verschijnsel grotendeels toe te schrijven aan politieke corruptie.
Ministers kopen Arabische burgemeesters en invloedrijke Arabische
notabelen met staatsfondsen om. Voor het aanleggen van een weg of
familiehereniging moet met klinkende munt door de Arabieren in de
stembus worden betaald. Het nog deels patriarchale karakter van de
Arabische samenleving staat er borg voor dat het werkt. Ministers van de
ultra-orthodoxe sefardische Shaspartij hebben bewezen absolute
grootmeesters in het winnen van de Arabische stem te zijn. Hoewel de
Arabieren bijna 20 procent van de Israelische bevolking uitmaken, is
slechts 14,2 procent boven de achttien jaar en daardoor stemgerechtigd.
Een verenigde Arabische partij zou volgens Mohammed Darawshe in het
gunstigste geval 16 zetels in de Knesset kunnen halen. Op 17 mei zou het
aantal Arabische parlementariërs in de Arabische partijen en op de
lijsten van zionistische partijen van negen tot elf kunnen stijgen.
Iedere zionistische partij die zichzelf respecteert en het gewicht van
de Arabische stem op juiste waarde weet te schatten voert een Arabische
kandidaat op en heeft zijn contactmannen in de Arabische sector. Jossi
Beilin, een politieke duif met duidelijke vredesvisie, is het
uithangbordje van Barak bij de Arabieren. Indien Barak de volgende
regering vormt is Beilin volgens Azmi Bishara zelfs bereid zijn zeker
lijkend ministerschap op te geven voor een eerste Arabische minister in
Israels geschiedenis. De vraag is echter of Barak de eerste Israelische
premier zal zijn die zo'n revolutionaire stap zal zetten. In zijn
verkiezingscampagne zien de Arabieren geen enkel teken van toenadering
tot hun gemeenschap. "Hij is bang joodse kiezers te verliezen", zeggen
Arabische politici, dit keer eensgezind.
| NRC Webpagina's
|
Bovenkant pagina |