Op zondag 7 oktober stopt het dagboek
abrupt. Che en zijn uitgedunde groep van 22 volgelingen ontdekken dat ze
als ratten in de val zitten: de Churo-kloof is
omsingeld door het leger. Zowel de voor- als achterhoede raken het
contact met hun commandant kwijt. Een vijandelijke kogel boort een gat in
de loop van Che's geweer; en nog een in zijn rechterbovenbeen. Leunend op
de schouders van een kameraad staat hij ineens oog in oog met een
patrouille onder leiding van kapitein Gary Prado.
,,Ik ben Che, ik heb gefaald'', zou hij - volgens het leger - bij zijn
arrestatie hebben gezegd.
,,Nee, dat was propaganda'', zegt Prado in zijn huis in Santa Cruz, de
coca-capital van Bolivia. ,,Hij zei: Niet schieten, ik ben Che''.
Met zijn koppel had de jonge officier de handen van de gevaarlijkste man
van de Amerika's vastgebonden en hem naar het schooltje van La Higuera
gevoerd. In afwachting van CIA-agent Felix Ramos hield hij een nacht lang
de wacht bij zijn gevangene, een wapenfeit waar hij nog altijd trots op
is.
,,Dat ik de overmeestering van Che Guevara op mijn naam heb staan,
heeft me in mijn verdere loopbaan enorm geholpen'', zegt hij. Prado had
het geschopt tot generaal, maar hij nam ontslag uit het leger toen de
staatsmacht in civiele handen overging. Tegenwoordig is hij een
provinciaal politicus, opmerkelijk genoeg van een pro-Cubaanse partij die
tot voor kort de revolutie predikte. Hoe valt dat te rijmen? ,,Wat Castro
op Cuba heeft bereikt dwingt respect af. Maar Che Guevara? Wat kwam hij
doen in Bolivia? Ons bevrijden? Ik zeg: bevrijden van wat? Bolivia is een
soeverein land dat de naam draagt van de libertador Simón
Bolívar. We waren al vrij.''
Net als de Venezolaan Bolívar in de vorige eeuw droomde Guevara
van een ongedeeld Latijns Amerika van Vuurland tot de Río Bravo.
Maar hij had buiten het nationalisme gerekend dat maakt dat een indiaan
of een mesties in Bolivia zich in de eerste plaats Bolviaan voelt en dan
pas indiaan of mesties. ,,We delen dezelfde taal en dezelfde religie,
maar toch slaat de pan-Amerikaanse gedachte niet aan'', zegt Prado.
,,Bolívar vocht tegen het Spaanse kolonialisme, Guevara tegen het
yankee-imperialisme. Het enige wat ze gemeen hebben is dat ze het symbool
zijn van een periode die achter ons ligt.''