|
ZELFS TE WOEDEND |
Bomaanslagen In I shot Andy Warhol schildert Harron aan de hand van Solanas' levensloop een tijdsbeeld van de late jaren zestig en van de kunstenaarskringen rond Andy Warhol en zijn Factory. ,,Ik wilde begrijpen waarom Solanas haar toevlucht had genomen tot geweld. Het was 1968, het jaar van de moord op Martin Luther King, rellen op campussen, opstanden in getto's, bomaanslagen. Een verbijsterende explosie van geweld. Ik heb stapels underground-blaadjes uit die tijd gelezen, en je ziet daarin van het ene jaar op het andere een omslag. Eerst is het nog allemaal peace en love, maar opeens gaat het in de brievenrubrieken over het maken van molotov cocktails. Het had natuurlijk veel te maken met de oorlog in Vietnam. "Bring the war home', was het devies van de actiegroepen. Ik wilde in mijn film die beneveling door geweld laten zien. Valerie was een van de eerste vrouwen who turned violent.'' In de film zien we Solanas en haar (mannelijke) minnaar, een lid van de gewelddadige actiegroep "The Motherfuckers', in een groezelig appartementje met geweren zwaaien. Wil Harron daarmee zeggen dat het toch weer een man was die Solanas tot geweld bracht? ,,Nee, zo simpel is het niet. Met die scène heb ik vooral iets willen zeggen over de gewelddadige transformatie van de underground. Solanas liet zich daarin meeslepen en was, door haar karakter, gedoemd tot het uiterste te gaan. Ze sliep toen met die jongen van The Motherfuckers, ondanks haar lesbische aard en haat tegen het mannelijk geslacht, en dat vind ik ook interessant. Als je een figuur als Solanas zou bedenken, zou je haar dat waarschijnlijk niet laten doen. Maar het leven is nu eenmaal ingewikkeld, het is niet makkelijk om je overtuigingen en je privéleven in de pas te laten lopen.'' Solanas liep, aldus Harron, wel in de pas met de tijdgeest. ,,Valerie was een echte revolutionair. Zij had geen remmingen, en daaraan ging ze ten onder. Dat is het verschil met al die blanke middenklasse-jongens die om romantische redenen toen even de revolutionair wilden uithangen. Haar minnaar in de film voelt dat ook aan. Zij is the real thing, en hij niet. Die jongen leeft nog, hij heeft nu een boerenbedrijf in het Mid-Westen. Ik heb geprobeerd hem te spreken, maar hij wil niet. Hij is bang dat zijn omgeving er achter komt dat hij een jaren zestig-verleden heeft.''
|
NRC Webpagina's
3 mei 1997
|
Bovenkant pagina |