|
DE HELD VAN KINSHASA
|
Zakenpartners
Gelukkig is de financiering van de film losgekoppeld van de opbrengsten
van Black Woodstock. De Zaïrese zakenpartners hebben een
garantiesom van vijf miljoen dollar naar een bank in Londen overgemaakt.
De zes weken extra wachten worden door de filmploeg goed besteed: de
orerende Ali in de straten van Kinshasa staat dagelijks garant voor
treffende beelden. De kreet 'Ali bomaye' ligt op ieders lip en Ali gaat
met de filmcamera een langdurig schijngevecht aan.
Tot algemene verbazing wint Ali het gevecht. De beelden daarvan -
meeslepend becommentarieerd door de schrijver Norman Mailer die er als
verslaggever bij aanwezig was - vormen een hoogtepunt in When We Were
Kings. Maar ze zijn niet van Gast en de zijnen. De beeldrechten van het
eigenlijke gevecht zijn exclusief aan een televisiemaatschappij
verkocht. Niet dat de filmer daar in 1974 erg over in zit: voor zijn
muziekfilm is het gevecht immers bijzaak.
Terug in de VS blijkt die bank in Londen niet te bestaan. Gast neemt een
jonge New-Yorkse advocaat, David Sonenberg, in de arm. Deze traceert het
geld op een bank op de Kaaiman-eilanden, welke eigendom blijkt van
Stephen A. Telkert, minister van financiën van Liberia en lid van
de koninklijke familie aldaar. Voortvarend start Sonenberg processen om
het geld terug te krijgen. Na een staatsgreep in Monrovia verdwijnen
zowel de koninklijke familie als hun bank definitief uit het zicht.
Gast ziet zich inmiddels in zijn bescheiden woning op Manhattan
geconfronteerd met talloze, langs de muren opgestapelde blikken
16-millimeterfilm met separate geluidsbanden. Om een slordige 85.000
meter gaat het, oftewel 173 uur. Omdat zich in de verste verte geen
nieuwe financier aandient, slaat Gast in zijn vrije uren aan het
monteren. Het ruimteprobleem in huize Gast wordt nog nijpender door een
tweedehands montagetafel. Om die naar binnen te brengen moet met een
moker de toegangsdeur van de flat worden verbreed. ,,Mijn huur verdiende
ik met het assisteren van andere documentairemakers, zoals Barbara
Kopple''.
Zelf maakt Gast een aantal muziek-documentaires. Ze hebben nauwelijks
geschiedenis gemaakt - of het moest zijn omdat Gast bij het vervaardigen
van een portret van een groep Hell's Angels door zijn onderwerp in
elkaar werd geslagen. ,,Gelukkig hadden ze hun zilveren boksbeugels
afgedaan''.
Na twaalf jaar ploeteren een eerste lichtpuntje: David Sonenberg heeft
de advocatuur vaarwel gezegd en is inmiddels een succesvol manager van
diverse rock- en rap-groepen. Het is aan hem te danken dat in de
uiteindelijke film de Fugees (Rumble in the jungle) te beluisteren zijn.
In 1986 schiet Sonenberg Gasts filmschulden voor - in totaal meer dan
980.000 dollar.
|
NRC Webpagina's
19 april 1997
|
Bovenkant pagina |