|
ARMOEDE |
Een goed belegde boterham uit de vuilniszak
Het gaat goed met het Nederlandse afval. Er komt steeds meer van en er zit steeds meer moois bij. En ook steeds meer eetbaars: in het huishoudelijk restafval van de Amsterdammer worden steeds meer onopgegeten voedselbestanddelen, ongeopende etensblikken en nooit opgewarmde opwarmmaaltijden teruggevonden. Het 'restafval' (newspeak voor het gewone ongesorteerde zakkenvuil) bestaat voor bijna de helft uit groente-, fruit- en tuinafval en daarvan is tegenwoordig al zo'n 10 tot 30 procent ongenuttigd maar nog steeds bruikbaar voedsel. Voedsel dat bij nader inzien wat tegenviel, een napolitano in plaats van de bestelde quatro stagioni, of dat in een te grote wegwerpverpakking was aangeschaft. Zwervers, bewust daklozen en drop-outs zouden er een goed belegde boterham aan hebben als ze er maar bij konden. Maar dat kan niet want Amsterdammers worden gedwongen de zak met vuil in een diepe container te werpen. Wat daarin terecht komt kan nog maar één kant op: naar de afvalverbrandingsinstallatie. Na de diepe economische crisis van 1982-84, toen de Bijenkorf bijna haar poorten sloot, is het huishoudelijk afval almaar in omvang toegenomen. Inmiddels is het in gewicht per hoofd van de bevolking al meer dan 65 procent hoger dan toen. In 1990 produceerde de Nederlander gemiddeld 1 kilo afval per dag, tien jaar later is dat al 1,4. Ruim vijf kilo per gezin per dag. Ook wat dit betreft behoren wij tot de wereldtop. 't Is een natte klap in het gezicht van de milieuminister, die de taak heeft de hoeveelheid afval te doen verminderen, maar anderzijds minder dramatisch dan het lijkt. Want de getallen zijn inclusief de stromen afval die volgens wettelijk voorschrift gescheiden worden ingezameld en al doende goed terecht komen: glas, papier en karton, textiel, GFT en KCA, dus groente-, fruit- en tuinafval en klein chemisch afval. En met de gescheiden inzameling gaat het door de bank genomen niet slecht. 'Eenmalig glas' is een succesverhaal, papier en karton ontwikkelt zich goed en textiel 'begint een beetje te komen'. Dat zegt Hans Lustenhouwer, beleidsmedewerker van de Amsterdamse milieudienst. Zelfs het GFT loopt beter dan het hier en daar wordt voorgesteld, want het zijn alleen de bewoners van de diepe binnenstad die weigeren het van gemeentewege verstrekte biobakje te gebruiken. En die niet- composteerbare troep gooien in de collectieve GFT-containers op straat. Elders gaat het wel goed. Afgezien van de snel toenemende hoeveelheid afgewezen voedsel, waaronder ook veel onbeschimmeld brood, is de huidige welvaartshausse niet aan de kwaliteit van het zakkenvuil af te lezen, zeggen deskundigen. De hausse komt vooral tot uiting in het afgewezen huisraad dat als grof vuil aan de stoep wordt gezet: duurzame consumptiegoederen waarvan de duurzaamheid steeds sneller niet meer op prijs wordt gesteld. Voorheen viel het ten prooi aan morgensterren en andere particuliere inzamelaars en, later op de ochtend, aan de kraakperswagen. Dat is veranderd. De gemeente jaagt nu zelf met speciale vrachtautootjes op de aantrekkelijke bestanddelen uit het grof vuil. Die gaan naar sorteerstations en vandaar ten dele naar de kringloopbedrijven die als paddenstoelen uit de grond schieten. En het gaat ontzettend goed met de centra, zeggen de centra voor zover ze tijd hebben om aan de telefoon te komen. Dat is te zeggen: het gaat goed zolang de salarissen van de werknemers worden ondersteund met subsidies, zoals die van Melkert- en ID-banen. Veel centra zijn dubbeldoel-ondernemingen: goed voor dak- of werklozen, goed voor het milieu. Hoe dan ook: het gaat goed. Dat is de paradox van deze tijd: er zijn niet alleen steeds meer mensen die duurzame consumptiegoederen weggooien voor ze al helemaal zijn uitgepakt, er zijn ook steeds meer mensen die zich inrichten uit het kringloopcentrum. Dat dat geen modieuze keuze is blijkt uit de gne die zichtbaar wordt zodra er gefotografeerd gaat worden. 'Er is toch nog een stukje schaamte', weten de centra. Welke artikelen lopen goed in kringloopwinkels? Àlle artikelen lopen goed, zegt zowel de leiding van het 'Juttersdok' als die van 'De Lokatie'. Kleding, natuurlijk, meubelen, servies, witgoed, bruingoed. 'Boeken gaan ook heel leuk. ' Ja zelfs computers doen het goed, al is een oude computer stukken moeilijker te bedienen dan een nieuwe, want plug-and-play, dat had je vroeger niet. 'Dat zeggen we er altijd bij om klachten te voorkomen.' Maar er zijn nooit klachten. Er zal toch wel iets zijn dat niet goed loopt? Nu, goed, voor kantoormeubelen en wandmeubels is weinig belangstelling meer. Met de Zweeds-industrieel in elkaar geflanste spaanplaat kasten blijf je ook lang zitten. En verder met gaskachels, wc-potten en matrassen, vooral matrassen-met-vlekken. "Maar 't is heel relatief hoor", zegt Menno Hoekstra van De Lokatie. "Ik verbaas me er altijd over wat er allemaal nog verkoopbaar is. Want uiteindelijk raak ik ook een matras-met-vlekken wel kwijt."
|
NRC Webpagina's 23 DECEMBER 2000
|
Bovenkant pagina |
|