Begin tekst
NIEUWS
TEGENSPRAAK
SUPPLEMENT
DOSSIERS
ARCHIEF
ADVERTENTIES
SERVICE

EVJ
Overzicht

Vragen & Opmerkingen

Begrippenlijst:
A, B, C, D, E,
F, G, H, I, J,
K, L, M, N, O, P,
Q, R, S, T, U,
V, W, X, Y, Z

REACTIES,
SUGGESTIES,
VRAGEN.....

Wie wil reageren op deze rubriek, wie suggesties heeft of vragen wil stellen naar aanleiding van wat er is behandeld, kan dit doen door een e-mail te sturen naar evj@nrc.nl. Wij antwoorden zo snel mogelijk.

Jan Pleus
Rolf Schöndorff

Een selectie van vragen en antwoorden


19 november 1997

Beste mensen,

Ik moet binnenkort een werkstuk voor economie maken. Nu wil ik als onderwerp de huizenmarkt kiezen. Ik heb in andere kranten al enige artikelen gevonden, maar nog niets in het nrc.Op internet tenminste. Zouden jullie mij kunnen vertellen waar ik hier enige artikelen over kan vinden?

Verder vind ik het heel goed dat het nrc op internet staat. Het helpt heel goed bij werkstukken. Ik maak ook veel gebruikvan jullie boek economie voor HAVO.

Alvast bedankt,

Jose Nolten

Beste Jose,

Jammer genoeg heeft nrch nog steeds geen zoekmachine; wijzelf hebben niet over de huizenmarkt gepubliceerd; je kunt het beste contact opnemen met hun documentatie-afdeling en laten weten dat je voor een werkstuk...etc ; WEL zoeken kun je bij de Brabantpers; daar moet je een wachtwoord aanvragen, dat je per omgaande op je e-mail ontvangt.

Succes en vriendelijke groet,

Rolf Schöndorff

Beste Jose,

Gister ontving ik van de rabobank een ex van hun themabericht 1997/30 'risico's op de woningmarkt?'; telefoon 030 2162667

Vriendelijke groet,

Rolf Schöndorff


15 november 1997

Geachte heer Pleus en heer Schondorff,

Ik ben studente communicatie aan de HEAO te Eondhoven en ik bevind me nu midden in mijn projectweken. Ik heb de opdracht gekregen om trends in de maatschappij te onderzoeken, maar allereerst moet ik het precieze veschil tussen conjuncturele economische ontwikkelingen en structurele economische ontwikkelingen weergeven. Het is de bedoeling dat ik hier bijna een hele pagina mee vul, maar dat krijg ik niet voor elkaar. Kunt u mij misschien helpen om dit verschil op de juiste manier weer te geven?

Alvast bedankt,

Noor Peels

Beste Noor,

Over conjunctuur en structuur is het een en ander te vinden op onze Website Economie voor jou: kijk via de alfabetische begrippenlijst onder de letter C bij conjunctuur en bij conjunctuurindicator, daar vind je 'conjunctuur en groei' en wordt verder verwezen naar vraagfactoren en aanbodfactoren, productiecapaciteit etc.

Verder: in onze leerboeken (voor vwo: Economie zonder Franje en voor hbo Onderneming en Omgeving) die waarschijnlijk wel in jullie bibliotheek te vinden zijn wordt uitgebreid op eea ingegaan.

Vriendelijke groet, en succes,

Rolf Schöndorff


9 november 1997

Geachte heer Pleus en Schondorf,

Ik ben een leerling 5-VWO en heb in mijn vakkenpakket economie. Bij dit vak heb ik de opdracht gekregen een spreekbeurt te houden over economie. Maar mijn zoektocht naar informatie stuit nog al op wat problemen er is namelijk maar zeer mondjes maat informatie over te vinden en bovendien is die informatie dan vaak verweven in een veel groter verhaal over werkeloosheid en wordt er aan zwart werk maar weinig aandacht besteedt.
Wellicht dat u op een aantal van mijn tot nog toe onbeatwoorde vragen antwoord kunt geven. Bestaan er cijfers over de geschatte grote van het zwart circuit en welk percentage van de beroepsbevolking is dat? Zijn er naast onverzekerd werken nog meer nadelen aan zwart werken? Wat zijn de besparingen voor een werkgever om iemand zwart in dienst te nemen?

Bij voorbaat dank en met vriendelijke groet,

Koen de Boo

Beste Koen,

van de omvang van het zwarte circuit is niet veel bekend; daar is het 'zwart' voor. Het gaat om het illegale deel van de informele of officieuze economie (in het legale deel zitten huishoudelijke arbeid, doe-het-zelf, vrijwilligerswerk, kortom alle arbeid die wel in behoeften voorziet maar waar geen inkomensvorming plaats heeft). Het zwarte circuit wordt in ons land geschat op zo'n 10-15% van het BBP., dus zo'n 60-90 miljard gulden per jaar). Hoeveel werkgelegenheid ermee gemoeid is: daar ken ik helaas geen cijfers over. Je zou de afd Nationale Rekeningen van het CBS erover kunnen bellen (070-3373800 of 045-706000).
Wat de werkgever eraan heeft: 'zwart' betekent dat er geen loonbelasting en premies voor de sociale verzekering worden afgedragen en geen BTW en geen winstbelasting (ib bij een eenmanszaak of vennootschap onder firma en vennootschapsbelasting bij een bv of nv). Nadelen behalve niet verzekerd zijn: het is strafbaar en je hebt als werknemer geen rechtspositie en bent dus aan de willekeur van de werkgever overgeleverd.

Succes ermee, vriendelijke groet

Rolf Schondorff


6 oktober 1997

Beste Jan en Rolf,

Het is zeer interessant om de vragen en antwoorden te lezen van jullie pagina van de NRC. Ik heb nu echter zelf ook een vraag, welke naar mijn mening op economisch vakgebied ligt. Ik ben nu aan het afstuderen voor mijn opleiding Bedrijfseconomie aan de HEAO in Breda. In boeken kom je maar één manier tegen om de marktwaarde te bepalen van een onderneming. Dit is de prijs van een aandeel op de beurs vermenigvuldigen met het aantal uitstaande aandelen. De vraag die ik heb luidt als volgt: "Wat kun je doen wanneer de onderneming niet beursgenoteerd is en niet direct een vergelijkbare organisatie bestaat?"
Ik hoop dat jullie deze vraag kunnen en willen beantwoorden. In ieder geval bij voorbaat mijn dank en succes met de voortgang van jullie webside.

Met vriendelijke groet,

Dennis Leijdekkers

Beste Dennis,

de waarde van een niet-beursgenoteerde onderneming wordt (bij overnames e.d.) vaak bepaald door de activa te waarderen en dit bedrag te verminderen met de schulden. Eea kan afwijken van wat er op de fiscale of de gepubliceerde balans staat. Bij de waardering van de activa kan een probleem opduiken met de waardering van de goodwill; vaak neemt men daarvoor een aantal maal de winst van de afgelopen twee, drie jaar. Volgens mij bestaan er geen harde regels voor en komt men lovend en biedend tot een uiteindelijke waarde.

Succes verder, Vriendelijke groet

Rolf Schondorff

16 augustus 1997


Beste,

Hoe vertalen "het Nederlandse poldermodel" naar het Frans ? Ik begrijp het, maar kan maar niet een Franse equivalent voor vinden.

Dank u

Beste Denise,

ik heb het - ik meen door Duisenberg in DNB-Verslag april - 'le miracle hollandais' zien noemen;

Vriendelijke groet

Rolf Schondorff


15 mei 1997

Geachte Heren,

Op dit moment zit ik in het laatse jaar van mijn HEAO opleiding bedrijfseconomie. Mijn scriptie gaar over hypotheken waarvan ook een deel betrekking heeft op de euro. Hoe is jullie visie over de invoering van de euro, het verwachte resultaat, graag voordelen (zijn in de literatuur bijna niet te vinden). Wanneer de hypotheek omgezet wordt, is dan volgens jullie de koers van de euro van belang? De verhouding inkomen-schuld blijft idem, maar verder geen invloed?

Ik hoop snel een bericht te ontvangen, alvast bedankt,

Yvonne Speet

Beste Yvonne,

In de eerste plaats wil ik je wijzen op de site www.euro.nl, waar je met vragen over de euro terecht kunt. Je kunt daar ook een overzicht bekijken van de meest gestelde vragen en de daarop gegeven antwoorden. In het kort de voordelen van de invoering van de euro (niet specifiek voor hypothecaire leningen): * geen transactiekosten meer bij het wisselen van de valuta's;
* geen wisselkoersrisico's meer tussen deze munten (of de daaraan verbonden kosten om ze uit te schakelen);
* grotere doorzichtigheid van de markt (betere vergelijkbaarheid van prijzen), waardoor scherpere concurrentie tussen ondernemingen. Met als resultaat lagere prijzen voor de consument.

Wat betreft de kapitaalmarktrente na de invoering van de euro, kan het volgende worden gezegd. Op munten met een relatief hoog valutarisico zal na invoering van de euro de rente lager worden. Afhankelijk van de internationale inschatting van de 'hardheid' van de euro zou de rente in Nederland en Duitsland gelijk kunnen blijven of iets hoger kunnen worden (dit laatste als de euro minder betrouwbaar wordt geacht dan de voormalige gulden/mark).

Een matigend effect op de rente zou nog kunnen uitgaan van een verhoogde concurrentie tussen financiele instellingen op de EMU-markt. De koers waartegen de gulden wordt omgezet in de euro is niet direct van belang, omdat alles (inkomen, schulden etc) met dezelfde factor verandert. Natuurlijk is die conversiekoers wel van belang voor de concurrentiepositie (zie bijvoorbeeld de pogingen van Ierland om z'n valuta in koers te laten dalen en zo gunstiger te kunnen instappen in de EMU).
Heb je ook gekeken naar bankbrochures als die van de ABN AMRO en de Generale Bank (gratis verkrijgbaar).

Met vriendelijke groet,

Jan Pleus


15 mei 1997,

Hallo,

Hebben jullie een lijstje van geschatte europese begrotingstekorten? Natuurlijk vooral interessant als percentage van het respectievelijk BBP. De Amerikaanse zou overigens ook wel interessant zijn, men is hier nogal geobsedeerd door de balanced budget plannen en ik ben wel benieuwd hoe de US met Europa vergelijkt.

Met dank,

Roderick.

Beste Roderick,

Je vroeg om begrotingstekorten van Europese landen. Internationaal gebruikt men voor het overheidstekort meestal het vorderingensaldo (dat is het begrotingstekort minus aflossing op staatsschuld en netto kredietverlening aan derden plus de netto opbrengst verkoop van staatsdeelnemingen). Op pagina 209 van het Centraal Economisch Plan 1997 vind je een overzicht voor alle EU-landen. Het gemiddelde voor de EU, Japan en de VS kom je tegen op pagina 32 van het CEP. Die cijfers tik ik even voor je over (vorderingensaldo in % BBP):

1996 1997 1998
VS -1,75 -1,75 -1,75
Japan -4 -2,75 -2,5
EU -4,5 -3 -2,5
Als je het CEP97 niet te pakken kunt krijgen, zou ik je een fax of scan kunnen sturen van de betreffende pagina.

Groet,

Jan Pleus


14 mei 1997

LS,

Bij het lezen van het commentaar op de weekstaat van de DNB op 14 mei in de Volkskrant kom ik het begrip marginale kredietfaciliteit tegen. Wat houdt dit begrip in, m.a.w. welk soort instrument van de DNB is dit en hoe werkt dit bij de regulering van de ruimte op de geldmarkt?
Ik dank u voor het antwoord.

W. Hanssen

Geachte dame/heer,

De marginale kredietfaciliteit is een mogelijkheid die particuliere banken hebben om onbeperkt kortlopend te lenen bij De Nederlandsche Bank. De rente op deze leningen vormt een plafond op de geldmarkt. Andere partijen kunnen nooit een hoger tarief verlangen daar de banken in dat geval een beroep doen op krediet van DNB. De regeling is te vergelijken met de Duitse Lombard. Overigens heeft DNB tegelijkertijd ook regeling ingesteld dat de banken onbeperkt kortlopende middelen rentedragend kunnen uitzetten bij DNB. Deze faciliteit legt een rentevloer in de geldmarkt. Zo heeft DNB een onder- en een bovengrens gesteld aan de rente op de geldmarkt (de hoogte van de twee tarieven kan DNB vanzelfsprekend zonodig wijzigen). Met behulp van de rente op speciale beleningen beinvloedt DNB de actuele korte rente (gericht op een wenselijke ontwikkeling van de koers van de gulden).

Met vriendelijke groet,

Jan Pleus


21 april 1997

LS,

Een kennis van mij is benieuwd wat een F. 600,00 brutto maandsalaris in 1948 nu zou zijn. Ik ben toen eens gaan rekenen; Aangezien ik geen inflatie cijfers ken over zoveel jaar ben ik uitgegaan van gemiddeld 5% per jaar. Dan kom ik uit op een vergelijkbaar bedraag nu van 6.553,00 (afgerond). De formule die ik hanteer is alsvolgt: (1.05 . ^ 49 = 10.92 * 600) Mijn vraag aan u is of dit een beetje klopt.
Benieuwd naar uw reactie.

Rob van Hoogdalem

Beste Rob,

Op je methode is niets aan te merken, maar je overschat denk ik de gemiddelde geldontwaarding iets. Uit 'Vijfennegentig jaren statistiek 1899-1994, CBS' valt op te maken dat het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie in 1948 (basis 1990 = 100) = 16. Het 'Statistisch Jaarboek 1997, CBS' geeft voor 1995 (1990 = 100) een index van 109. (109/16) * 600 = f 4.087

Vriendelijke groet,

Rolf Schondorff

26 maart 1997


Geachte heer/mevrouw,

In verband met een scriptie ben ik op zoek naar de economische term countervailing power. Hiermee wordt bedoeld dat de macht in de bedrijfskolom verschuift. De afnemer kan zo sterk worden dat het de levernacier kan dwingen. Bijv. AH. Nu ben ik op zoek naar voorbeelden maar ook naar andere boekwerken of sites. Ik hoop dat U me kunt helpen of anders een duwtje in de goede richting kan geven.

Met vriendelijke groet,

Alexander de Vries
University Nijenrode
advries@gandalf.nijenrode.nl

Beste Alexander,

de term komt van J.K. Galbraith in American Capitalism: the concept of countervailing power, Houghton Mifflin, Boston 1952 rev ed 1956 In Greenwald Encyclopedia of Economics schrijft JKG er zelf een pagina over. Als je het niet kunt vinden: stuur mij een aan jezelf geadr en gefrank envel en ik stuur je een kopietje van die pag.

Vr groet en succes,

R Sff


21 maart 1997

Geachte heren Pleus en Schondorff,

Ik ben een student aan NYU Law School. Dinsag a.s. moet ik een presentatie geven over Duits arbeidsrecht. Een belangrijke onderdeel van de presentatie zal gaan over de harmonieuze wijze waarop in Duitsland managers en arbeiders met elkaar omgaan. In tegenstelling tot de situatie in de V.S. waar de 'unions' en het management lijnrecht tegenover elkaar staan. In de V.S. wordt met veel interesse gekeken naar het Duitse model vanwege het idee dat zo'n stelsel bedrijven winstgevender zou maken.

Mijn vraag is nu: hoe gaat het nu eigenlijk met het Duitse bedrijfsleven? Op welke factoren moet je letten om zoiets goed te beoordelen en te kunnen vergelijken met de situatie in andere landen? Alvast veel dank voor de moeite.

Vriendelijke groet,

Duco de Boer

Beste Duco,

Waar jij op duidt is naar ik aanneem hetgeen we in Nederland het Rijnlandse model noemen. Werkgevers en werknemers houden bij het arbeidsvoorwaardenoverleg sterk rekening met hun gemeenschappelijke maatschappelijke verantwoordelijkheid aangaande internationale concurrentiepositie, productiegroei, werkgelegenheid, sociale zekerheid etcetera. Nederland heeft dieze uitgangspunten zo keurig gecopieerd dat het Rijnlandse model intussen ook wel het Poldermodel wordt genoemd. We kunnen zelfs stellen dat Nederland Duitsland in dit opzicht heeft overvleugeld. Duitsland kent op dit moment grote problemen om te voldoen aan de zogeheten criteria van Maastricht. Daarbij gaat het in het bijzonder om het (te grote) Duitse overheidstekort. Om zich nog dit jaar te kwalificeren voor de EMU (Econ. en Monetaire Unie) moet Duitsland een aantal bezuinigingsoperaties uitvoeren die soms fors ingrijpen in de positie van werknemers. Zie bijvoorbeeld de geplande bezuinigingen in de Duitse mijnbouw. De Duitsers zijn wat laat begonnen met de sanering van de sociale zekerheid en de flexibilisering van hun arbeidsmarkt. De maatregelen die nu moeten worden genomen worden nog eens bemoeilijk doordat het Duitsland conjunctureel gezien tegen zit. De Duitse economie probeert zich te ontworstelen aan een recessie.

Internationaal vergelijkinmateriaal kan o.m. worden gevonden door de arbeidsonrust (aantal stakingsdagen) per land te vergelijken.

Met vriendelijke groet,

Jan Pleus

De laatste reacties
Meer reacties uit 1998 - 4
Meer reacties uit 1998 - 3
Meer reacties uit 1998 - 2
Meer reacties uit 1998 - 1
Reacties uit 1997
Reacties uit 1996

Bovenkant pagina
NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD / Pleus & Schöndorff (2 juni 1998/ web@nrc.nl)