C O L U M N S NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE |
J. L. HELDRING
DE DRAAD
|
Reacties en opmerkingen naar: dezerdagen@nrc.nl
Alles gaat toch goed?
Daarna was het in de partij een tijdlang stil - althans wat dat thema betreft. Het was kennelijk niet populair. Maar vlak voor de verkiezingen hoorden we plotseling uitgerekend Dijkstal een pleidooi houden voor een discussie over normen en waarden en hield Bolkestein in Breda een rede met een, zoals hijzelf zei, hoog 'domineesgehalte'. Was dat uitsluitend tactiek? Een poging om stemmen te halen bij een traditioneel confessioneel, meer in het bijzonder rooms-katholiek, electoraat? De keuze van de plaats, Breda, lijkt dat vermoeden te bevestigen, maar gezien Bolkesteins eerdere pogingen zo'n discussie aan de gang te krijgen, mogen we aannemen dat hij werkelijk bezorgd is over de amorele leegheid van onze samenleving - niet alleen in Nederland. Voor die bezorgdheid is dan ook reden. John Gray, hoogleraar aan de London School of Economics, auteur van het onlangs verschenen boek False Dawn: the delusions of global capitalism en eerder conservatief dan socialist, schreef - niet als eerste overigens - in The Times Literary Supplement van 8 mei dat Marx' en Engels' analyse van het kapitalisme in hun Communistisch manifest (1848) nog steeds actueel is. Immers, aldus Gray, ,,de vrije markten zijn het krachtigste middel tot ontbinding van traditie in de wereld van vandaag. Terwijl zij voortdurend de productie revolutioneren, zorgen zij ervoor dat alle maatschappelijke verhoudingen op drift raken''. Daarmee ,,ondermijnen zij sommige van de centrale instellingen van de burgerlijke maatschappij.'' Marx en Engels hadden dat revolutionaire karakter van het kapitalisme al onderkend - en bewonderd. Nu, als het kapitalisme, dat wij nu in zijn wereldomspannende en onstuitbare ontplooiing meemaken, de wortels van de burgerlijke samenleving ondermijnt, dan is het tijd voor een partij als de VVD om daarover na te denken. Trouwens: niet alleen de VVD. Immers, bijna alle partijen hebben die samenleving aanvaard en streven, in verkiezingstermen gesproken, naar het midden. Dat denkproces is in de VVD nog nauwelijks begonnen, behalve bij Bolkestein en enkele consorten. Maar ook dezen moeten zich nog uitlaten over wat Gray een 'donquichotachtige onderneming' noemt: hoe de vrije markt te verzoenen met de verdediging van de traditionele waarden. Voor een partij die haar identiteit vooral heeft ontleend aan haar verzet tegen het socialisme, is het, nu zij met datzelfde socialisme in een kabinet zit, een bijna dwingende opdracht een nieuw profiel te vinden. Helaas is het traditionele klimaat in de VVD daar niet bevorderlijk voor. Het is niet op reflectie ingesteld. De liberale 'denker' Van Riel betreurde dat al in de jaren '70, maar aanvaardde het: de VVD is een club tevreden mensen, die zich over dat soort zaken niet bekommeren, en dat heeft ook zijn voordelen. Waarom zouden wij dat dus veranderen? Aldus grosso modo Van Riel. Dat is grotendeels nog zo. Maar er is nòg een factor die de VVD zou moeten nopen tot bezinning over de eigen positie. Tot dusver was het het CDA dat, wat de discussie over normen en waarden betreft, de rechterflank verdedigde, een eer conservatieve positie innam dus. Het CDA nu heeft opnieuw verloren en is voorlopig als gesprekspartner uitgeteld. En - wat heel interessant is - de kleine christelijke partijen hebben niet van het verlies van het CDA geprofiteerd. Dat betekent dat de VVD thans - temeer nu het CDA sociaal- economisch naar links is opgeschoven - vrijwel over de hele linie de rechterflank vertegenwoordigt. Dat is een niet helemaal benijdenswaardige positie. Als zij, wat Bolkestein kennelijk wil, zich meer zou opwerpen als verdediger van normen en waarden - ,,Wij willen een maatschappij waarin normen en waarden de centrale plaats innemen die zij verdienen'', zei hij in Breda - zou zij, wat dat betreft, een bondgenoot in het CDA kunnen vinden en minder alleen op de rechterflank staan. Maar het CDA is een quantité négligeable aan het worden. Zo ongeveer Mark Kranenburg op deze pagina (14 mei). Anderen, zoals Kees Versteegh (ook op deze pagina, 8 mei) menen dat ,,de christen-democratie nog altijd dieper geworteld is dan op grond van de secularisatie mocht worden verwacht'' en zelfs ,,beter toegerust om de behoeften van de laat-twintigste-eeuwse Westerse samenleving te bevredigen dan andere partijen.'' Als dat laatste waar is, zou het CDA op den duur een interessante bondgenoot voor de VVD kunnen worden. Maar dan zou het wel eerst zelf moeten weten wat het wil. Paul Lucardie van het universitaire Documentatiecentrum van de Nederlandse politieke partijen te Groningen meent, zo lees ik in Trouw van 14 mei, dat het CDA ,,een strategische fout heeft gemaakt door de 'C' te benadrukken, evenals [...] sociaal enigszins links van de PvdA te koersen. Dat trekt geen kiezers aan.'' Lucardie, zo geeft Trouw zijn mening weer, ,,ziet een vruchtbaarder strategie voor het CDA als het zich duidelijk pal naast de VVD profileert. Zelfs een fusie tussen beide vindt hij op termijn niet ondenkbaar, maar dat zal dan nog wel een generatie duren.'' Het CDA heeft al een lijsttrekker die eens D66'er is geweest, had Lucardie eraan kunnen toevoegen. Maar die processen gaan niet zo snel, ook als de filosofische voorwaarden vervuld zijn, blijven nog lange tijd culturele verschillen bestaan, en die zijn tussen VVD 'ers en CDA 'ers groot. Maar ja, zulke sceptische taal heb ik indertijd ook gebezigd over de mogelijkheid van samengaan van KVP , ARP en CHU in een CDA. Maar er is nog een kaper op de kust. In zijn gesprek met Adriaan van Dis voor de televisie liet minister-president Kok zich, eind maart, tot deze uitspraak verleiden: ,,Mijn droom is dat we in Nederland weer de gemeenschapszin voelen waar Nederland in het verleden zo sterk in was. Mijn droom is dat normen en waarden die we vaak niet meer durven benoemen, weer terugkeren.'' Op het ogenblik is de PvdA, net zoals de VVD , in een overwinningsroes, die zorgen als waaraan Kok uitdrukking gaf, minder klemmend doet schijnen. Maar eens - bijvoorbeeld wanneer de partij het weer zonder haar premierbonus moet doen - zal zij misschien weer aan die woorden denken en het CDA ook een interessante bondgenoot gaan vinden. Als dat er dan tenminste nog is. Maar intussen raast de 'globalisering' door en schijnt niets haar te kunnen tegenhouden. Dat tekent wel de provincialiteit van de hele discussie. Dat slechts heel weinigen betogen dat 'Europa' het enige antwoord op die 'globalisering' is dat we nog hebben - een van de weinige uitzonderingen is Wil Hout in een boekbespreking in het aprilnummer van Socialisme en Democratie - onderstreept dat nog eens. Is 'Europa' overigens wel het goede antwoord? Als het antwoord een Europees protectionisme zou zijn, waar Zuid-Europeanen niet afkerig van zijn, zou ons dat nog verder van huis brengen. Maar terzake nog echter is dat Europa helemaal niet bestaat en dat zijn gang naar eenheid minder razend en onstuitbaar is dan de 'globalisering'.
Trivialisering van de oorlog
|
Bovenkant pagina |