|
|
Informant van politie in café doodgeschoten Afrekening na rapport-Van Traa
Door een onzer redacteuren
,,Jij praat met de politie'', zou de verdachte van de moord hebben gezegd alvorens de informant, de Belg Martin S., neer te schieten. Dit is gisteren in een brief aan de Tweede Kamer bekendgemaakt door voorzitter Van Traa van de parlementaire enquêtecommissie opsporingsmethoden. Van Traa komt hiermee terug op zijn eerder gedane mededeling dat er geen afrekeningen in de onderwereld hebben plaats gehad als gevolg van zijn onderzoek. Politie- en justitiefunctionarissen hebben er zich de laatste maanden intern regelmatig over beklaagd dat Van Traa in zijn rapport te veel vertrouwelijke informatie zou hebben gepubliceerd. In zijn brief van gisteren signaleert Van Traa de mogelijkheid dat er een verband is tussen de liquidatie in Amsterdam en een in België lopend onderzoek naar corruptie bij de rijkswacht. Centrale figuur hierin is de Antwerpse recherchechef Van M., die er van wordt verdacht dat hij te nauwe banden met drugscriminaliteit heeft gehad. Van M. is vorig jaar aangehouden nadat een verdachte van een drugstransport in Antwerpen hem noemde als opdrachtgever. De geliquideerde informant heeft eerder tegen de Belgische politie belastende verklaringen over recherchechef Van M. afgelegd en zou de dag na zijn arrestatie opnieuw gehoord worden door de Belgische justitie. De verdachte van de moord zit in hechtenis en is volgens een woordvoerder van de Amsterdamse politie, die het onderzoek in deze zaak doet, ,,niet erg spraakzaam''. Van M. is volgens Van Traa een contact van de Haarlemse en Hilversumse ex-CID-chefs Langendoen en Van der Putten. Volgens het onderzoek van de rijksrecherche naar de drugsimporten van de Haarlemse politie was het Van M. die in 1994 het bericht verspreidde dat plannen bestonden Langendoen te liquideren. De rijksrecherche betwijfelt in zijn rapport of deze informatie correct was en suggereert dat de bedreiging heeft gediend als middel om Langendoen te ontzien bij onderzoeken die tegen hem liepen. In zijn brief maakt Van Traa er ook melding van dat Haarlemse politiemensen vorig jaar een rechercheur van de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst FIOD hebben benaderd of deze informatie had over informanten van de FIOD. Volgens Van Traa ligt het voor de hand dat het hierbij ging om ,,trajecten'' waarbij de FIOD-medewerkers De Jongh en Teeven (inmiddels officier van justitie) betrokken waren en wilden de Haarlemse rechercheurs dat hiervan ,,niets naar buiten zou komen'', aldus Van Traa. De Haarlemse korpsleiding zou pas achteraf van deze actie op de hoogte zijn gesteld en deze hebben verboden.
|
NRC Webpagina's 17 april 1996
|
Bovenkant pagina |
|