U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  O P I N I E
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Praag

Torens van vernieuwing

Václav Havel
Een opvallend bouwwerk in Praag is de gothische toren van de St.Vitus-dom. De toren staat nu in de steigers omdat hij - voor het eerst, om vijf voor twaalf als het ware - wordt gerenoveerd. De schoonheid van de toren wordt tijdelijk aan het gezicht onttrokken door de steigers, die bedoeld zijn om de schoonheid juist voorgoed te behouden.

Deze steigers kunnen ook dienen als metafoor voor alle postcommunistische landen. Sommige uitstekende eigenschappen van die landen mogen dan vooralsnog onzichtbaar zijn, maar dat komt doordat deze samenlevingen in de steigers staan. Ze moeten worden herbouwd en moeten opnieuw, ditmaal in volledige vrijheid, hun ware identiteit herontdekken en herstellen.

Misschien kunnen we de metafoor uitbreiden tot de moderne wereld, en gaat in bepaalde lelijke trekjes daarvan de kiem schuil van een streven om de waarden die de geschiedenis van de natuur en de mensheid ons kan bieden, te behouden, te bewaren en op creatieve wijze te ontwikkelen.

Hoewel miljarden mensen beweren actief of passief te geloven, is onze wereldomspannende beschaving in wezen atheïstisch, iets dat nooit eerder is vertoond. De basisprincipes van onze beschaving hebben ook weinig te maken met de eeuwigheid, het oneindige of het absolute. De zorg om wat er na ons komt en om het algemeen belang zien we om ons heen verminderen.

Niet-hernieuwbare, natuurlijke grondstoffen worden door de mens uitgeput en het klimaat van de planeet wordt aangetast. De mensheid raakt van zichzelf vervreemd door de geleidelijke vernietiging van waardevolle menselijke gemeenschappen en menselijke verhoudingen. De mensheid gedoogt een cultus van materieel gewin als hoogste goed, waar iedereen uiteindelijk voor zwicht en waar zelfs de democratische wil soms voor moet wijken. Rijkdom heeft niets meer te maken met het voortbrengen van belangrijke en betekenisvolle waarden.

Als gevolg van deze verarming van de geest gaat onze beschaving gebukt onder tegenstrijdigheden. Enerzijds zijn er mogelijkheden geschapen waarvan we tot voor kort slechts konden dromen, anderzijds beschikken we nauwelijks over de middelen om gevaarlijke ontwikkelingen of apert misbruik van die mogelijkheden af te wenden. Binnen onze beschaving bestaat er bijvoorbeeld een tendens naar uniformiteit, maar juist doordat we steeds dichter naar elkaar toe worden gedreven, voelen we de drang onze uniciteit te benadrukken, wat kan leiden tot gruwelijk etnisch of religieus geweld. Er ontstaan nieuwe, geavanceerde vormen van criminele activiteiten, georganiseerde misdaad en terrorisme. De corruptie tiert welig. De kloof tussen arm en rijk wordt groter. In sommige delen van de wereld verhongeren mensen, terwijl elders verspilling als een soort maatschappelijke plicht wordt gezien. Allerhande instanties stellen, al dan niet van overheidswege, alles in het werk om deze problemen op te lossen, en toch zullen de genomen maatregelen pas tot een omslag leiden, vrees ik, als er iets verandert in de mentaliteit waaruit het huidige gedrag voortvloeit.

Zo horen we veel over de noodzaak de economieën van arme landen te hervormen, over rijkere landen die de plicht hebben daarbij te helpen. Maar belangrijker is dat we gaan nadenken over een andere hervorming, een hervorming van het waardenstelsel dat ten grondslag ligt aan de huidige beschaving. En dat geldt des te meer voor hen die in materieel opzicht goed af zijn. De richting die de beschaving nu is ingeslagen, wordt namelijk bepaald door de rijkste en meest geavanceerde landen. Daarom kunnen die landen zich niet onttrekken aan de noodzaak tot kritische reflectie.

We weten dat het mogelijk is ingenieuze regelsystemen te ontwerpen om het klimaat van de aarde, de uitputtelijke grondstoffen en de biologische diversiteit te beschermen, om methoden te vinden waardoor die grondstoffen goed kunnen worden aangewend op de plaats van herkomst en waardoor culturele identiteiten en een menselijke maat voor ontwikkeling kunnen worden bewaard. Veel mensen en instellingen zetten zich daar ook voor in. Maar op dit moment wordt een cruciale taak verwaarloosd: de versterking van een systeem van algemeen geldige morele normen waardoor het werkelijk op wereldwijde schaal onmogelijk wordt stelselmatig regels te omzeilen. Alleen universele morele normen kunnen zorgen voor een vanzelfsprekend respect voor de regels die we bedenken. Gedrag dat een bedreiging vormt voor de toekomst van de mensheid moet niet alleen strafbaar zijn, maar iedereen moet het ook afkeuren.

Dat zal pas gebeuren als wij allemaal de moed vinden om te werken aan een stelsel van waarden dat iedereen, ondanks alle verschillen in de wereld, kan accepteren en respecteren. En dat zal pas gebeuren als we die waarden verbinden met iets dat onze eigen belangen of die van onze groep overstijgt. Maar kan dat zonder dat de spiritualiteit van de mens wordt versterkt? En hoe kunnen we die versterking bevorderen? Wat onze overtuigingen ook zijn, onze kortzichtigheid speelt ons altijd parten. Niemand kan zich aan ons gemeenschappelijke lot onttrekken. Daarom is er maar één mogelijkheid: we moeten zowel in onszelf als om ons heen zoeken naar een gevoel van verantwoordelijkheid voor de wereld, naar begrip en solidariteit, naar nederigheid voor het wonder van het bestaan, naar het vermogen ons te beheersen in het algemeen belang en om goede daden te verrichten, ook al blijven ze ongezien en onbekend.

Laat me nog even terugkeren naar de St.Vitus. Waarom is er in het verleden zo'n kostbaar gebouw neergezet, een gebouw dat naar huidige maatstaven weinig nut heeft? De verklaring is misschien dat er in de geschiedenis perioden zijn geweest waarin materieel gewin niet het hoogste goed was, waarin de mensheid wist dat er nooit te doorgronden mysteries bestaan, mysteries waar de mens alleen maar nederig en verbaasd naar kon kijken, waarna die verbazing werd geprojecteerd in bouwwerken met hoog oprijzende torens.

Hoge torens die van verre te zien zijn, om iedereen te attenderen op datgene wat de moeite waard is om naar op te kijken. Opkijken, voorbij de grenzen der tijden. Naar dat wat buiten ons gezichtsveld ligt, dat wat, in zijn stille zijnswijze, ons allen het recht ontneemt om de wereld te behandelen als een onuitputtelijke bron van snelle winst, en dat wat oproept tot solidariteit met allen die onder deze mysterieuze hemelkoepel leven. Als we ook maar iets willen doen aan een paar van de grootste problemen van de wereld, dan moeten we onze blik naar boven richten en tegelijkertijd nederig ons hoofd buigen.

Václav Havel is president van Tsjechië.

©Project Syndicate

NRC Webpagina's
2 JANUARI 2001


( a d v e r t e n t i e s )

Klik hier

Klik hier

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad