F I L M V O O R A F :
Bier, chips en ontploffende hoofden
ELLEN DE BRUIN
Je hebt de meisjesvariant van
het avondje film kijken. Daar hoort een bank vol zachte kussens bij,
tissues voor het grijpen, ergens moeten bloemen in de kamer staan en na
de koffie met chocolaatjes komt er een fles chardonnay of sambuca op
tafel.
Op tv of in de videorecorder: Sleepless in Seattle of Four Weddings and a Funeral. Krijgen ze elkaar? Wanneer gaan ze
zoenen? En je hebt de jongensvariant. Die is met bier zonder glas en
chips uit slordig opengescheurde zakken. Er mag eventueel een meisje
meekijken; die dient dan om vast te houden als ze het te eng vindt
worden, maar ze moet niet te veel zeuren want dan is het verhaal niet
meer te volgen. Het gaat er immers om wie het eerst doorheeft wie
écht de goeien en de slechten zijn. En verder is de
belangrijkste vraag: wanneer ontploft er eindelijk iets?
Voor zo'n avond is Cronenbergs Scanners uit 1981 een prima
film. Er ontploft al heel vroeg in de film iets, namelijk iemands
hoofd, en daarna ontploffen er nog veel meer dingen. Wel wat
conventioneler dingen trouwens: telefooncellen en gebouwen enzo. En er
zitten allerlei complotten in van mensen die de maatschappij willen
verwoesten en zelf de macht grijpen.
Scanners gaat, als je het verhaaltje vanuit de politiek correcte
invalshoek wilt vertellen, over de problemen van een groep mensen die
gedachten kunnen lezen. Erger nog, ze krijgen de gedachten van anderen
ongevraagd in hun hoofd, en dat klinkt als een vol zwembad waar
iedereen onder en boven water aan het praten is. Daar worden de
scanners uiteraard horendol van - de hoofdpersoon loopt in het
begin rond als een stemmen horende zwever. Slechts als ze zichzelf
ephemerol inspuiten, een 'telepathie-remmer', stopt het gekakel. Het is
best een aardig idee van Cronenberg dat je je nu voortaan bij elke
zielige, gestoorde dakloze kunt afvragen of het misschien een
gedachtelezende scanner is - zo heb je de volgende dag ook nog
iets aan zo'n film. Maar het gaat natuurlijk om de achtervolgingen en
ontploffingen en dat deel van het verhaal is lekker simpel, zoals het
hoort. Net als in X-Men komen de mutanten gemakkelijk in de
verleiding om hun gaven ten kwade aan te wenden, omdat de maatschappij
hen ziet als gevaarlijke freaks. En net als in X-Men zijn er dus
goede scanners nodig om de kwade te bevechten. Dat gebeurt
allemaal uitgebreid en er wordt veel bij gescand, wat Cronenberg
natuurlijk niet zonder (twintig jaar oude) special effects in
beeld kan brengen. Het ontploffende hoofd is, of was, bijvoorbeeld van
een scanner die probeerde de gedachten te lezen van iemand die
ook bleek te kunnen scannen. Je vraagt je af wat de laatste eigenlijk
voor explosiefs dacht. Het slot van de film bevat nog een vermoeiende
hoeveelheid onthullingen. Voor jongetjes die er geen genoeg van kunnen
krijgen.
Scanners (David Cronenberg, 1981, VS), zaterdag, VRT, 23.30-
01.13u.