Door een onzer redacteuren
ROTTERDAM, 26 OKT. Opeenvolgende Britse regeringen hebben de risico's van de gekkekoeienziekte (BSE) stelselmatig onderschat. Van een doelmatige aanpak van die risico's voor de veehouderij en de volksgezondheid was danook geen sprake.

Dat is de belangrijkste conclusie uit het rapport over de BSE-crisis van een speciale onderzoekscommissie onder leiding van rechter Lord Phillips, dat donderdagmiddag is verschenen. Ofschoon de toenmalige Conservatieve regeringen de bevolking onjuist voor hebben gelicht, hebben zij het publiek niet voorgelogen, aldus het rapport. Het onderzoek, dat tweeëneenhalf jaar duurde, is vernietigend over de de wijze waarop de opeenvolgende Conservatieve regeringen tussen 1986 en 1996 de belangen van de Britse vee- en vleesbranche lieten prevaleren boven serieus onderzoek naar de mogelijke gevolgen van BSE. Dit ‘beleid' werd volgehouden tot 1996, toen de regering toegaf dat BSE waarschijnlijk was overgedragen op mensen. Inmiddels zijn in Groot-Brittannië 84 gevallen van deze variant van de dodelijke hersenziekte van Creutzfeldt-Jakob (CJD) bevestigd. Tachtig patiënten zijn inmiddels overleden.

De intensieve veehouderij was ,,een recept voor rampspoed'', zei landbouwminister Nick Brown vanmiddag in het Britse Lagerhuis in reactie op het rapport. Hij noemde de BSE-crisis ,,een nationale tragedie'' met kenmerken van een epidemie. De regering zal een fonds vormen om smartengeld te betalen aan (nabestaanden van) slachtoffers van CJD. De Conservatieve partij bood slachtoffers en nabestaanden na verschijning van het rapport vanmiddag haar excuses aan bij monde van schaduwminister Tim Yeo van Landbouw.

De gekkekoeienziekte ontstond nadat Britse runderen, met name melkvee, op grote schaal krachtvoer toegediend kregen waarin gemalen karkassen van runderen en schapen waren gemengd. De kwaadaardige schapenziekte scrapie, die de hersenen aantast, zou daardoor zijn ‘overgesprongen' naar koeien en vervolgens naar mensen die besmet rundvlees aten.

Het eerste geval van BSE werd in 1986 vastgesteld, de eerste CJD-dode werd in 1995 geregistreerd. De BSE-epidemie bereikte in 1992 haar hoogtepunt, toen 35.000 verdachte runderen werden geslacht. De CJD-statistiek vertoont een oplopende lijn, van gemiddeld tien gevallen in 1996 en 1997, naar gemiddeld zestien gevallen in de afgelopen jaren.

( a d v e r t e n t i e s )