|
|
|
NIEUWSSELECTIE www.grunberg.nl
|
Jury Anton Wachterprijs:
'Van der Jagt is pseudoniem van Grunberg'
Door onze correspondent KARIN DE MIK
Bovendien heeft de uitgever het manuscript niet zelf ingestuurd. Huizinga: "Wij hebben dit boek zelf ontdekt. Grunberg heeft ons dus niet voor de gek willen houden." Juryvoorzitter Martin Ros zei zich "niet bedonderd" te voelen. "Ik geniet hiervan. Simon Vestdijk zou deze situatie heel leuk hebben gevonden. Harlingen is nu de beroemdste stad van Nederland." Ros verklaarde dat Grunberg hem zelf een "aanwijzing" had gegeven dat hij Van der Jagt was: "Hij vond dat ik het boek De langste dag van de week van de Poolse schrijver Marek Hlasko moest herdrukken. Een meesterwerk, meende hij. Hlasko hing zich in de jaren tachtig in Israël op. Hij schreef twee romans over de Sovjet- terreur in Polen." Ros zei dat het bekroonde boek van Van der Jagt ver boven de andere inzendingen uitstak. "We lazen 134 boeken, maar 90 procent was stront, rotzooi. De uitgevers publiceren er maar op los." Van der Jagts boek "laat alle boeken achter zich", aldus Ros. Dat de prijs is toegekend aan een niet-debuterend schrijver, vond Huizinga niet bezwaarlijk. "Dit boek stak met kop en schouders boven de andere uit. Van der Jagt krijgt de prijs ook niet, want hij bestaat niet. De prijs is ook niet uitgereikt, alleen toegekend." Van der Jagt had de Vestdijkcommissie van het Centraal Comité '40-'45 in Harlingen eerder per brief laten weten de prijs niet te zullen ophalen. Volgens diens uitgever Reinjan Mulder was Van der Jagt bang dat de bijeenkomst niet rustig zou verlopen, gezien alle voorafgaande commotie. Verder zou het Centraal Comité de antecedenten hebben willen natrekken van Van der Jagt, ook als iemand anders de prijs namens hem in ontvangst zou nemen. Mulder: "En hij weigert een Ausweis te overleggen." Mulder wilde de prijs om die reden ook niet voor Van der Jagt aannemen. Vice-voorzitter Sjoerd van der Schaar van het Centraal Comité zei niet gelukkig te zijn met de gang van zaken. Hij stelde niettemin dat Van der Jagt welkom is in Harlingen. "Hij kan zijn prijs binnen een maand nog bij ons ophalen." Dat zal volgens Mulder niet gebeuren. "Van der Jagt is een bescheiden mens, die er niet van houdt op de voorgrond te treden." Mulder zei desgevraagd dat Van der Jagt "de echte naam van de schrijver of een pseudoniem" is. "Het wezen van een schrijver is dat hij in het verborgene werkt. Het is eigen aan de literatuur dat je je verhult." Mulder zei de auteur twee keer te hebben ontmoet in diens woonplaats Wenen. Daar zou de schrijver, kind van een Nederlandse vader en een Oostenrijkse moeder, in een drogisterij werken. "Ik heb een week lang met hem gewerkt aan het redigeren van zijn boek." Van der Jagt zou tweetalig zijn en nu werken aan een tweede boek, dat volgend jaar uitkomt. De mystificatie lijkt uitgever De Geus geen windeieren te leggen. De eerste 4.000 exemplaren van het bekroonde debuut zijn inmiddels uitverkocht. Gerry Kuiper van de Vestdijkcommissie blikt met gemengde gevoelens terug op de ophef over de Anton Wachterprijs, die eerder werd toegekend aan debutanten als Frans Kellendonk (1977), A.F.Th. van der Heijden (1979), Tessa de Loo (1984) en Wessel te Gussinklo (1986). "Ik heb het idee dat ik in een spel speel waarvan ik de hoofdrolspeler niet ken. De uitgever geeft niks prijs. Er is geen officieel bewijs dat dit boek geen debuut is. Daarom kun je ook niet zeggen dat we bedrogen zijn. Ik ben er vrij laconiek onder." De enige die zaterdagmiddag even flink boos werd, was de Harlinger burgemeester Chris Arlman. Hij had de hele morgen aan een toespraak gewerkt voor de prijsuitreiking. Maar Vestdijkkenner Hans Visser, die de middag presenteerde, liet Arlman niet aan het woord omdat de prijs niet werd uitgereikt. Een inmiddels gekalmeerde Arlman na afloop: "Zo ga je toch niet met mensen om. Maar Visser hoort zichzelf blijkbaar liever praten dan anderen." Zie ook:
Bedenkingen jury over boek Van der Jagt (6 oktober 2000) |
NRC Webpagina's 23 OKTOBER 2000
|
Bovenkant pagina |
|