U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
Klik hier
N R C   H A N D E L S B L A D  -  E C O N O M I E
NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE

 NIEUWSSELECTIE 
 KORT NIEUWS 
 RADIO & TELEVISIE 
 MEDIA 

S c h a k e l s
Ministerie van Financiën

Centraal Planbureau


Italiaanse toestanden bij begroting volgend jaar


Wie de begroting 2001 corrigeert voor de huidige hoogconjunctuur komt tot de ontluisterende conclusie dat vrijwel de gehele EU, inclusief Italië, het beter doet dan Nederland.

Door onze redacteur MAARTEN SCHINKEL

ROTTERDAM, 4 OKt. Dierendag vandaag, en dit jaar speciale aandacht voor de krekel. Want de mier kan onmogelijk symbool staan voor de Miljoenennota 2001 die vandaag in de Tweede kamer tijdens de financiële beschouwingen wordt besproken. Een beetje mier zou in de conjuncturele zomer van vandaag druk bezig zijn geweest met het sprokkelen van voorraad voor mindere tijden. Maar daar lijkt het kabinet-Kok nauwelijks mee bezig. Vrolijk vioolspelend danst het door het warme woud.

Waarom ook niet? Het EMU-saldo over 2001 komt volgens de Miljoennennota uit op een overschot van 0,7 procent van het bruto binnenlands product (bbp). Maar conjunctureel gezien is de begroting helemaal niet zo gunstig. Het zogenoemde structurele begrotingssaldo is zeer negatief. Bij het berekenen van het structurele saldo wordt het feitelijke begrotingssaldo gecorrigeerd voor de stand van de conjunctuur. Op die manier kan worden ingeschat hoe het begrotingssaldo er werkelijk voor staat, als de economie gemiddeld zou groeien.

Econoom Sweder van Wijnbergen rekent in het blad Economisch Statistische Berichten voor dat het structurele saldo volgend jaar uitkomt op een tekort van 0,5 procent van het bbp. Die uitkomst is nog mild vergeleken bij de jongste prognoses van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO). De OESO rekent met een structureel tekort voor Nederland van 1,7 procent van het bbp volgend jaar. Daarmee doet Nederland het Europees gezien ronduit beroerd. De Scandinavische landen en Ierland laten volgend jaar een fors sructureel overschot zien, en ook Groot-Brittannië en België zijn nog net positief. Daarna volgen Spanje, Italië, Griekenland en Portugal.

Onderaan de ladder, op een gedeelde elfde plaats van veertien EU-landen (overschotland Luxemburg is nog niet eens meegeteld), komt samen met Frankrijk, Nederland. Enkel Duitsland en Oostenrijk doen het nóg slechter. Nu zijn de OESO-ramingen van vlak vóór de miljoenennota zelf, en de eerstvolgende herziening komt pas in november. Maar veel verandering in de onderlinge verhoudingen tussen de EU-landen mag niet worden verwacht.

De OESO berekent de structurele begrotingssaldi door uit te rekenen in hoeverre de economie groeit boven of onder zijn lange-termijnpotentieel. Hoe groter dit zogenoemde positieve output gap, hoe sterker het feitelijke begrotingssaldo neerwaarts moet worden bijgesteld om een structureel saldo te krijgen. De Nederlandse economie groeit al jaren zeer hard, en het resultaat is dat het output gap volgend jaar, met 2,9 procent, na Ierland het grootste is van alle OESO-landen.

Dat laat de verdedigers van de Miljoenennota 2001 maar één keus: de enige manier om het structurele tekort statistisch op te vijzelen, is te beweren dat de potentiële groei van de economie veel hoger is dan gedacht, en het output gap daarmee minder groot. Dat zou Zalm kunnen doen, maar daarmee wordt het hanteren van het 'behoedzame' groeiscenario van 2,25 procent dat de basis vormt van zijn begrotingssystematiek weer onhoudbaar.

Want dat moet logischerwijs dan mee omhoog. De meeste partijen in de Kamer denken daar, om verschillende redenen. ook hardop over na. En Zalms eigen VVD, die nog aarzelt, zal in een effectieve verdediging van zijn minister uiteindelijk ook moeilijk anders kunnen.

NRC Webpagina's
4 OKTOBER 2000


( a d v e r t e n t i e s )

Klik hier

Klik hier

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad