F I L M V O O R A F :
Zwanger van symbolen
Het festival van Locarno
beloonde hem onlangs met een Gouden Luipaard voor zijn oeuvre. Op
televisie dit weekeind De Vierde Man en een gesprek over zijn
leven en carrière - Paul Verhoeven.
FRANK NOË
Anders dan bij bekeerlingen als Van Morisson en Bob Dylan is het bij
Gerard Reve altijd de vraag wat hij op religieus vlak meent, en wat
niet. De ironie is wat de prediking dragelijk maakt. Of, zoals in De
Vierde Man het personage Gerard Reve zegt: "Ik lieg de waarheid".
Paul Verhoeven is er bij de verfilming van De Vierde Man niet in
geslaagd om die essentiële dubbelheid in de film te leggen.
In De Vierde Man (1983) gaat een schrijver (Jeroen Krabbé)
een weekeind op bezoek bij een drievoudige weduwe. Haar minnaar (Thom
Hoffman) is de vierde man en het vierde sterfgeval. Renée
Soutendijk is een prachtige weduwe, Christien Halsslag. Krachtig en
kwetsbaar tegelijk. Af en toe lijkt ze op een Duitse kampbeul, dan weer
op een omaatje in het zwembad. Dat past prachtig bij de dubbelheid in
de plot, want het blijft onduidelijk of zij haar mannen vermoordt. Maar
daarmee is alles gezegd wat subtiliteit betreft.
Verhoeven portretteert zo overdreven, dat het identificatie blokkeert.
Vanaf het begin gaat de film vol in de overdrive. Er druipt bloed langs
de muur, er zijn spinnen en vliegen, een afgeknipte penis, een vlucht
afgewaaide tulpenbladeren en verder veel fluwelen lakens en hoge
hakken. Het is een aanhoudende overdrijving. Met als dieptepunt de tot
twee keer toe voorkomende bloederige koeienkarkassen die van Peter
Greenaway afkomstig lijken. Door die overdrijving blijven hoofdpersoon
en diens fantasiewereld op grote afstand. Wat resteert zijn koele,
kinderlijke personages die zich door het symboolzwangere verhaal slaan.
Het hoort bij een symbool dat het af en toe eens terugkeert. Maar de
wijze waarop Verhoeven meent ons het Samson en Delila-motief onder de
neus te moeten wrijven, is beledigend. Een schilderij met de
mythologische afbeelding hangt in de trein, inclusief toelichting. De
weduwe heeft een schoonheidssalon, 'Delila'. En een gelijknamig parfum
dat ze altijd op heeft. Ze knipt het haar van de schrijver. En een keer
of acht houdt ze een schaar in beeld. Dat is wat veel.
Bij Reve valt er altijd flink te lachen. Verhoeven en scenarioschrijver
Soeteman gebruiken heel wat Revismes, maar echt grappig wordt het nooit.
Tijdens een gesprek over helderziendheid merkt de schrijver Reviaans op:
" Geeft niks, het wordt toch oorlog." In het boek werkt het, in de film
niet. Dat is voor de film een groot tekort, want zonder de humor is de
voorstellingswereld in De Vierde Man zwaar magisch-realistisch.
Gerard Reve zonder humor is Hubert Lampo.
Pas in de laatste scènes van de film botst de fantasiewereld van
de schrijver frontaal met de realiteit. Na het dodelijke ongeval van de
minnaar zakt Krabbé schokkend en bevend in elkaar tegen een
achterwiel van de auto. Als een waanzinnige doet hij zijn verhaal aan
een dokter, en ondanks zijn geraaskal krijg je met hem te doen. Het is
zo'n stortvloed van fantastische verbanden dat je zou willen dat iemand
naar hem luistert. Alleen dan is het te laat. Het mooie einde kan de
film niet meer redden.
De Vierde Man (Paul Verhoeven, NL, 1983), zaterdag, RTL5,
22.45-0.40u.