|
|
|
NIEUWSSELECTIE Galatasaray
|
Het hadden ook twee dode Turken kunnen zijn
ISTANBUL, 7 APR. De wedstrijd was afgelopen, maar ineens schreeuwden de aanhangers van Leeds United harder dan ze tijdens de 90 minuten speeltijd hadden gedaan. ,,We fucking hate Turkey", riep een van de supporters in het vak, dat geheel was afgegrendeld door oproerpolitie, en binnen een seconde nam iedereen in het vak de kreet fanatiek over. Even glimlachten de supporters zowaar. De rouw om de twee supporters die woensdag tijdens vechtpartijen bij het Taksim- plein doodgestoken waren, leek vergeten: Leeds zei Turkije even waar het op stond. De woede was groot gisteravond onder de supporters in het afgeschermde vak. De aanhang van Galatasaray was te ver gegaan, vonden ze, en de Turkse politie had niet genoeg gedaan om de eigen supporters in toom te houden. "Een beetje vechten is niet zo erg", zei een van de fans met dubbele tong, "maar als je er messen bij gaat halen, dan ga je te ver". Zijn buurman wees naar de andere kant van de tribune, waar de in rood en geel gehulde aanhang van Galatasaray na het tweede doelpunt aan het feesten was geslagen. "Ik hoop voor hen dat ze over twee weken niet naar Leeds komen." Het waren die gevoelens van wraak na de steekpartij van woensdag die de Turkse autoriteiten ertoe brachten niets aan het toeval over te laten. Om vijf uur 's middags was op het Taksim-plein, waar de gevechten plaatshadden, geen Brit te bekennen. "Ze moesten in hun hotel blijven", zei een Turkse politieagent. " Wij kregen opdracht om ze onmiddellijk terug te brengen als we ze op straat zien." Speciale bussen brachten de supporters naar het stadion en de Britten mochten pas weg, zo verklaarde een lid van de Turkse mobiele eenheid, "als er in het hele gebied rond het stadion geen Galatasaray-fan meer te vinden is". Niet alleen dankzij de veiligheidsmaatregelen verliep de wedstrijd probleemloos. Zowel Turken als Britten waren diep geschokt dat het geweld tot de dood van twee mensen had geleid. "Bij Leeds zijn we één grote familie", zei een Brit. "En onze twee vrienden komen nooit meer terug." Tijdens hun gedwongen verblijf in het hotel 's middags hadden ze een telefoontje gekregen van het thuisfront. In Leeds verkeerde men in diepe rouw en maakte men zich grote zorgen om de Britten die nog in het 'vijandige' Istanbul bivakkeerden. "Ik schrok me rot toen mijn zuster belde", zei een supporter. "Ik had haar niet eens verteld waar ik zat maar kennelijk heeft de club een lijst op Internet gezet met de namen en hotels van de mensen die in Istanbul zijn." De zorg van het thuisfront stak voor de Britten scherp af bij de vermeende vijandigheid en onverschilligheid van de Turken. Bij het begin van de wedstrijd nam het Britse vak een minuut stilte in acht voor de twee slachtoffers, maar de Galatasaray-aanhang schreeuwde gewoon door. "Dit is een waardeloos land en we zijn op een waardeloze manier ontvangen. Wat kun je anders van die mensen hier verwachten", zei een Leeds-fan. Toch was ook bij veel Turken de ontzetting groot. "Dit is slecht voor ons land", zei Ali buiten het stadion. "Het zijn nu twee Britten die dood zijn, maar het hadden ook twee Turken kunnen zijn." Veel politieagenten schrokken zich te pletter, vertelde een van hen, toen woensdagavond de situatie ineens zo snel en zo grondig uit de hand liep. "Het begon in een bar op de Istiklal (een straat bij Taksim, red.). Daar zaten de Britse supporters te eten en vooral te drinken. Toen ze tegen de mensen begonnen te vloeken, kwamen de fans van Galatasaray bij elkaar en toen was het gelijk raak." Aanvankelijk leken de rellen zo groot dat een oproep aan de politieagenten werd gedaan om bloed te geven in het ziekenhuis, omdat de angst bestond dat er niet genoeg van was. Ondanks de ontzetting heerste ook onder de fans van Galatasaray woede. De Britten waren te ver gegaan. En ook na de steekpartij van woensdag zou dat niet getolereerd worden. "Als ik vanavond op Taksim loop en een Brit roept naar mij dat Galatasaray waardeloos is, ga ik met hem praten", zei een in rood en geel gehulde fan. "Behalve als hij wat over mijn familie zegt. Dan wordt er gemat." Zover kwam het niet meer. Terwijl de Britten onder politie-escorte teruggingen naar hun hotel of het vliegveld, vierden de fans van Galatasaray feest. Tot diep in de nacht reden de auto's toeterend rond het Taksim-plein. Bij een café zat een man voor zich uit te kijken. "Ik ben gek op voetballen", mompelde Mehmet, "maar dit is te ver gegaan. Ik zou alle voetbal in de hele wereld willen opgeven, als we daardoor die twee mensen weer tot leven zouden kunnen brengen." Te oordelen naar het getoeter en geschreeuw op Taksim waren weinig fans van Galatasaray het met hem eens: de doden leken vergeten, de UEFA Cup ligt in het verschiet.
|
NRC Webpagina's
7 APRIL 2000
|
Bovenkant pagina |