M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE
|
UPC-topman Marc Schneider over de overname van
SBS
'Wees niet bevreesd: wij zijn geen cowboys uit Colorado'
AMSTERDAM, 14 MAART. Eigenlijk begrijpt bestuursvoorzitter M. Schneider van kabelmaatschappij UPC niets van de commotie die is ontstaan rond de overname van SBS. "Deze deal belemmert de concurrentie op geen enkele manier", zei hij gisteren op een persconferentie, vier dagen na de aankondiging van de overname. "Maar wij houden ons aan de regels. Sommige mensen schilderen ons af als een stel cowboys uit Colorado die hier de boel op stelten komen zetten. Maar er werken bij dit bedrijf tien keer zo veel Europeanen als Amerikanen. Vreest niet. We doen SBS niet in een rugzak om het mee te nemen naar Colorado. SBS is door een Amerikaan opgericht, weet u. Wij investeren enorme bedragen. Wij zijn hier om te blijven." Juridisch medewerker M. Kohnstamm toont meer begrip voor de politieke onrust. "Media zijn een gevoelige sector", zegt hij. "Maar er is al zoveel regelgeving. Het Commissariaat van de Media schrijft voor dat er 15 programma's in een basispakket zijn opgenomen. Tegen een gereguleerde prijs. Dan zijn er de contracten met individuele gemeenten. Daarin kan de programmaraad aanvullende voorwaarden en eisen stellen. Dan is er ook nog de regelgeving van de Opta. Die heeft bepaald dat de Europese regelgeving voor het openstellen van netwerken [zoals bijvoorbeeld het telefoonnet] in grote lijnen ook op de kabelbranche moet worden toegepast. En daar bovenop is er ook nog het toezicht van de Nationale Mededingingsautoriteit." In een conflict met de gemeente Amsterdam liet UPC twee jaar geleden zien dat dit net van regels een kabelmaatschappij nog heel wat ruimte laat. UPC haalde de Amerikaanse zender CNN van de kabel. Dat was tijdelijk, maar de tarieven zijn wel verhoogd. In een uitspraak over een conflict met Canal Plus heeft Opta UPC gedwongen kostenvoordelen van digitalisering door te berekenen in het tarief dat de Fransen betalen voor toegang tot het Amsterdamse kabelnet. Vooruitlopend op de komst van digitale televisie, die het mogelijk maakt meer programma's door te geven op de kabel, zei Schneider gisteren: "Er komen straks driehonderd kanalen. Misschien wel duizend. Wij zullen daarvan niet meer dan een fractie bezitten. Het gaat hier niet om exclusiviteit." Toezichthouder Opta heeft vorig jaar meermaals zijn voorkeur uitgesproken voor strikte toepassing van regelgeving. De Europese Commissie werkt echter aan een revisie van de wetgeving voor communicatienetten. Het is nog zeer de vraag of de strenge regelgeving voor de sector gehandhaafd blijft. De Europese Commissie wil eigenaars van netwerken verplichten met geïnteresseerde bedrijven te onderhandelen over toegang tot hun netwerk. Of en tegen welke voorwaarden dat netwerk moet worden opengesteld is nog een open vraag. Het standpunt van UPC is duidelijk: "Je kunt een stuk kabel niet laten gebruiken door concurrenten zoals dat kan met een telefoonlijn", zegt Schneider. "De capaciteit op een kabel is veel moeilijker te managen." In de Verenigde Staten nam Internet-aanbieder AOL onder meer de kabelnetwerken van Time Warner over om zeker te zijn van de toegang daartoe. Tegenover het Amerikaanse Congres heeft de nieuwe combinatie bezworen dat zij haar kabelnetwerken open zal stellen voor concurrenten. Maar volgens jurist Kohnstamm van UPC zitten er nog wel een paar addertjes onder het gras: "AOL heeft erbij gezegd dat Internet- aanbieders die toegang willen hebben, moeten delen in de financiële risico's. En dat het allemaal technisch te realiseren moet zijn." UPC is vooralsnog niet van plan zijn netwerk zo maar open te stellen. Schneider "Chello [de UPC-dochter die Internet-diensten exploiteert] heeft zijn eigen netwerk dat het van begin tot eind controleert. Je hebt die controle nodig als je waardevolle diensten over je netwerk wilt bieden." Juridisch medewerker Kohnstamm vult aan: "Wij moeten enorme investeringen doen. Stel, we ontwikkelen straks snelle toepassingen met bewegende beelden die we kunnen leveren over onze kabels. Dan zegt straks een toezichthouder dat honderd andere aanbieders ook toegang hebben tot ons netwerk. Dan blijft er van de snelle diensten weinig over." De echte concurrentie, zo meent Schneider, zal niet moeten komen op de kabel, maar van netwerken die ermee concurreren. De digitale distributie via de satelliet of zendmasten is in Nederland nog niet al te zeer aangeslagen. Meest serieuze kandidaat voor serieuze concurrentie is KPN. "Die zijn keihard bezig met hun eigen technologie voor snelle netwerken via de telefoon. Via Planet Internet kopen ze in hoog tempo content ['vulling' voor televisie of Internet zoals computerspelletjes of online-diensten van Disney]. Televisiekijken is in Nederland nog erg goedkoop, merkte Schneider gisteren op. En hij verzekert: "Het analoge [conventionele] pakket aan televisiekanalen zal niet veel duurder worden. Het is onderdeel van de cost of living.'' Toch steekt hij niet onder stoelen of banken dat UPC meer zal moeten gaan verdienen aan de Nederlandse telefoon-, televisie- of computergebruiker. Als het tenminste zijn torenhoge beurskoers wil waarmaken. Volgens Schneider zullen UPC-abonnees hun hogere uitgaven echter met plezier doen, omdat ze er veel voor terug krijgen. Mediadirecteur A. Barron van UPC: "Een sportwedstrijd zal worden geregistreerd met zes camera's. Vervolgens wordt zo'n registratie in stukjes gesneden, verpakt en van allerlei extraatjes voorzien." Wat gebeurt er als voor die extraatjes onvoldoende belangstelling bestaat? Waarom zou UPC dan het tarief niet opschroeven voor de televisiekijker die zijn wedstrijden gewoon van begin tot eind wil bekijken? Het antwoord van Schneider is wat ontwijkend: "Er zullen veel meer wedstrijden worden uitgezonden. Als wij rechten zouden hebben op Nederlandse voetbalwedstrijden zouden we ze niet opslaan in een bibliotheek zoals Canal Plus dat doet. Wij zouden ze gebruiken.'
|
NRC Webpagina's
14 MAART 2000
|
Bovenkant pagina |