|
|
|
NIEUWSSELECTIE De Europese Unie
|
Brits 'drankinfuus' blijft
DOVER/CALAIS, 29 JUNI."Vul uw mandje!" zegt een zwoele stem door de luidsprekers van de P&O Stena-veerboot. "Doe uw voordeel vóór het duty-free winkelen wordt afgeschaft." De meeste passagiers hebben die aanmoediging niet nodig. Zodra het schip de haven van Dover uit is, verdringen honderden Britten zich de volle 75 minuten van de overtocht tussen tabak en drank van de belastingvrije boordwinkel. Een pakje sigaretten kost thuis twaalf gulden, een flesje slobberwijn minimaal hetzelfde en een blikje bier zeker een rijksdaalder. Want het Verenigd Koninkrijk heeft, met Scandinavië, de hoogste accijnzen van Europa. Op de Kanaal-ferry's kosten zulke eerste levensbehoeften de helft of minder. Vooral sinds het persoonlijke bierquotum is verhoogd naar 120 blikjes per persoon voor de heenreis en nog eens 120 voor de terugreis, is het wel heel aantrekkelijk geworden om met wat vrienden een busje te huren voor een dagretourtje Dover- Calais. Voor de prijs van de overtocht hoef je het niet te laten: sinds de opening van de Kanaaltunnel in 1994 stunten de veerdiensten met goedkope kaartjes. Veertien pond (45 gulden) voor een auto met vier inzittenden; dat is snel terugverdiend. Werklozen en gepensioneerden klussen bij door op bestelling de trip te maken voor particulieren, en voor Britse caféhouders. En wie van wijn houdt, laadt in Calais even de achterbak vol bij de hypermarché, waar de toch al lage Franse prijzen extra aantrekkelijk zijn, nu de zakkende euro het pond extra koopkracht geeft. Zo is de Kanaalroute het nationale drankinfuus geworden. En de veren stellen alles in het werk om hun levensader te behouden. Want op woensdag 30 juni middernacht is het formeel gedaan met de belastingvrije handel op het Kanaal, de Noord- en Oostzee, en op luchtreizen binnen de Europese Unie. Na dit besluit sinds 1991 een keer of wat te hebben uitgesteld, hakte de EU-top in Keulen begin deze maand ten slotte de knoop door. Belastingvrije enclaves passen niet in een gemeenschappelijke markt, is de redenering; het is oneigenlijke subsidie uit de belastingpot aan een groep geprivilegieerde reizigers. De drank-tabak-transportlobby, verenigd in de International Duty Free Confederation, die een Europese jaaromzet van vijftien miljard gulden bedreigd ziet, heeft gewaarschuwd voor banenverlies bij de veren en op luchthavens. In het Verenigd Koninkrijk, dat met vier miljard gulden veruit de grootste duty-free-omzet van Europa heeft, zouden 30.000 banen bedreigd worden. Halverwege gaat kassa open
Om zonder de dutyfree-inkomsten rendabel te blijven zouden luchtvaartmaatschappijen en veerdiensten hun kaartjes duurder moeten maken, zo waarschuwde de lobby. Dat valt allemaal nog te bezien. Schiphol, een van de populairste taxfree-centra van Europa, heeft al gezegd dat er geen ontslagen zullen vallen als gevolg van de maatregel. En op de veerboten van P&O Stena Line luidt al helemaal niet de bel voor het laatste rondje. Daar moeten passagiers vanaf 1 juli de officiële Franse en Belgische prijzen betalen, inclusief BTW en accijns, maar door slimme aanbiedingen en quantumvoordeel is die ongeveer gelijk aan of zelfs lager dan de huidige Britse dutyfree-prijs. En er is nóg een voordeel, grijnst de manager van de Channel Shop aan boord van de 'Pride of Dover', één van de zes 'superferry's' van P&O Stena met capaciteit voor 2.300 passagiers. "De belastingvrije quota gelden niet meer. Daarom je kunt nu zo veel kopen als je wil, zolang het maar voor persoonlijk gebruik is. Nee, wij worden hier absoluut niet ongelukkig van". Zittend op hun dozen Foster, Guinness en Stella zullen ze ook na 1 juli de gangen blijven verstoppen; mannen tussen de twintig en vijftig, waarbij je geen internist hoeft te zijn om te zien dat ze een gemarineerde lever hebben. En de getaande Olive Bell (66), blijft hier óók haar sloffen Silk Cut kopen. " Het scheelt zóveel", zegt ze, terwijl ze geroutineerd een cellofaanwikkel lostrekt. Acht pond voor een dagretourtje, maar zestien pond voor een slof die bij de kruidenier op de hoek ruim het dubbele kost. "Je moet wel." Goedkoop winkelen blijft dus, maar de praktijk heeft nog haken en ogen. Want die Franse en Belgische discountprijzen mogen niet in Britse wateren geheven worden. Richting continent doet P&O de kassa's halverwege het Kanaal open en wie de andere kant op reist moet in de eerste helft zijn slag slaan. Dat wordt wennen voor klanten en personeel. Ingewikkelder ligt het op luchthavens. Voor EU-bestemmingen mag je niet belastingvrij kopen, maar wie erbuiten vliegt mag het wel. Dutyfreewinkels worden geacht de bestemming aan de hand van de instapkaart te controlleren, maar dat wordt bijvoorbeeld knap lastig op Luton Airport, de Britse thuisbasis van EasyJet. Die lage prijzen- maatschappij drukt geen bestemmingen af op zijn instapkaartkaarten en gewone EU-reizigers en zontoeristen naar Cyprus wervelen er door elkaar. "Dutyfree is achterhaald", zegt niet-roker Keith Howell (75), die licht verbaasd naar het lege schap kijkt waar hij een slof JPS-sigaretten voor zijn dochter had willen kopen. "Maar de afschaffing ervan is nooit goed doordacht en het lijkt me moeilijk te reguleren." Howell gaat naar Reims om de kathedraal te bekijken en komt volgende week terug. "Ik ben benieuwd hoe het er hier dan aan toegaat." Een beeld dat voorlopig niet verandert is de stoet diepliggende auto's met Britse nummerplaten die in Calais een uurtje later aan boord gaan. De Carrefour en de andere Franse grootwinkelketens, die speciale drankhallen rond Calais hebben gebouwd, hebben weer goed zaken gedaan. Tesco, de grootste Britse supermarktketen, is er zelfs een filiaal begonnen, de Vin Plus, niet ver van de Beer Lovers, ook een Britse zaak. De douane in Dover mag dan tegenwoordig negentig liter wijn per persoon doorlaten als 'bestemd voor persoonlijk gebruik', wie meer bij zich heeft moet toch een heel goed verhaal blijven hebben. Beter in elk geval dan de man in een vrachtwagen champagne meenam "voor het huwelijksfeest van mijn dochter". Een feest dat, zo bleek na enig doorvragen en een telefoontje, gehouden zou worden in een gebouw dat jaren geleden was afgebroken. Of het verhaal van de man die een busje zware shag wilde invoeren om "te koken in water", want dat hielp zo goed tegen de huidziekte van zijn paarden, zei hij. Wolanda Earley, een 49-jarige Amerikaanse die met een groep vriendinnen 'tien dagen Europa' doet, bekijkt het gezeul met belastingvrije waren geamuseerd van onder haar strooien hoedje. Rare jongens, die Europeanen. Maar als ze over een dikke week uit Rome terugvliegt naar Ohio, maakt ze toch gebruik van de Europese regelingen, zegt ze. Want de afschaffing van de dutyfree geldt niet voor Amerikaanse dames. "Nu we hier toch zijn, waarom zouden we er niet van profiteren?"
|
NRC Webpagina's
29 JUNI 1999
|
Bovenkant pagina |