|
|
|
Zie ook:
Heel gewoon (25 aug. 1998)
Artikelen over het regeerakkoord De Parade van
Paars
|
Mevrouw de Voorzitter, De tijden veranderen en mensen veranderen met hen. Veranderingen treden met een steeds hogere snelheid op en doen zich voor op vrijwel alle gebieden van menselijke activiteit. Als gevolg van de ontwikkelingen op het gebied van informatie- en communicatietechnologie en mobiliteit laten zij zich aan traditionele grenzen steeds minder gelegen liggen. Mondialisering is een reëel begrip geworden. Op ons vermogen om positief in te spelen op de ongekende perspectieven en uitdagingen daaraan verbonden, maar evenzeer op ons vermogen om negatieve aspecten tijdig te onderkennen en effectief te bestrijden, wordt een zware wissel getrokken. De veranderingen bieden talloze nieuwe mogelijkheden, maar er kan ook een bedreigende werking van uitgaan. Zij kunnen bij menigeen gevoelens van angst of onzekerheid inboezemen. De overheid kan de nieuwe uitdagingen en problemen niet alleen aan. Een ieder heeft, vanuit de eigen mogelijkheden en verantwoordelijkheden, een bijdrage te leveren om ons land in een veranderende en kleiner wordende wereld een passende plaats te geven en een passende rol te doen vervullen. Eén van de hoofdopgaven is om in de alom aanwezige dynamiek telkens de juiste balans te vinden en te bewaren. Daarbij gaat het zowel om het nemen en dragen van persoonlijke verantwoordelijkheid als om het tot uitdrukking brengen van verbondenheid, saamhorigheid en gemeenschapszin. Het gaat om het benutten van kansen op individuele ontwikkeling en ontplooiing met behoud van respect voor en solidariteit met anderen. Het gaat om de inzet van een ieder voor een duurzame samenleving die wij, in een betere staat dan waarin wij haar aantroffen, aan volgende generaties kunnen doorgeven. Het besef van gezamenlijke verantwoordelijkheid, alsmede van wederzijdse afhankelijkheid tussen individu en samenleving, tussen overheid en markt, tussen economie en ecologie, behoort in ons denken en handelen blijvend centraal te staan. De overheid heeft haar eigen plaats en moet van daaruit haar verantwoordelijkheid nemen. Zij beschikt over bijzondere instrumenten om onze samenleving beter toe te rusten voor de toekomst. Zonder een stevig draagvlak in de samenleving en zonder de inzet en het normbesef van vrije, zelfstandige burgers kan de overheid evenwel niet voldoende effectief zijn. Het gaat derhalve om het nemen en om het delen van verantwoordelijkheid. De beleidsvoornemens voor deze kabinetsperiode zijn erop gericht om, voortbouwend op wat in vorige periodes tot stand is gebracht, de capaciteiten en potenties die in onze samenleving aanwezig zijn ten volle te benutten. Dat betekent dat er ruimte wordt geboden voor initiatief en creativiteit en dat nieuwe wegen niet worden geschuwd. Nauw daarmee verbonden is het besef dat een echte sámenleving betrokkenheid en solidariteit van alle burgers vereist. Overheid en samenleving staan gezamenlijk voor de taak om op dit nieuwe breukvlak van twee eeuwen aan die verantwoordelijkheid inhoud te geven. Veranderingen in de samenleving stellen hoge eisen aan de kwaliteit en het functioneren van het openbaar bestuur. Een goede vertrouwensrelatie tussen overheid en burger dient voorop te staan. Zowel voor de kwaliteit van de besluitvorming als voor het draagvlak bij de uitvoering van besluiten is betrokkenheid van de burger onmisbaar. Daarom willen wij werken aan nieuwe vormen van democratisering van het bestuur. Daarbij gaat het om de relatie tussen kiezer en gekozene, maar ook om de vormgeving van het bestuur. De burger vraagt immers niet alleen om invloed, maar ook om resultaat. Hij moet kunnen rekenen op een overheid, die haar gezag waarmaakt door daadkracht en voortvarendheid te paren aan zorgvuldigheid en betrouwbaarheid. De overheid in al haar geledingen heeft de taak zorg te dragen voor een publiek domein dat voor de burger veilig en betrouwbaar is. |
NRC Webpagina's
25 augustus 1998
|
Bovenkant pagina |