U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    O P I N I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

H O O F D A R T I K E L :
Franc fort


FRANKRIJK HEEFT een haat-liefde verhouding met zijn nationale munt. Het is een uitvloeisel van het Cartesiaanse denken dat Frankrijk hecht aan rationele structuren en een afkeer heeft van de grilligheid van markten. Op het gebied van wisselkoersen is Frankrijk dan ook steevast voorstander van een 'systeem', liefst met wereldwijde regels. De nauwelijks verholen bedoeling daarvan is om de Franse franc een prominente plaats in het internationale monetaire stelsel te laten behouden, om de macht van de Amerikaanse dollar te temmen en om greep te krijgen op het Duitse monetaire beleid.

Uit dit systeemdenken komt ook de overtuiging voort dat structurele economische problemen met wisselkoersen kunnen worden opgelost. Daarom pleiten Fransen regelmatig voor een lagere koers van de franc, voor een sterkere dollar of voor een aanpassing van de Europese wisselkoersen. Aan de ene kant staan de voorstanders van de 'franc fort', het beleid van een harde franc gekoppeld aan de D-mark op weg naar de euro, aan de andere kant de pleitbezorgers voor een verzwakking van de franc. Het gevolg van deze voortdurende richtingenstrijd in de Franse politiek is een feilloos ontwikkeld recept voor monetaire onrust.

ZO OOK DE afgelopen week. Frankrijk verkeert in een economische malaise, het gevoel van 'morosité' is groot, de werkloosheid ligt op een recordniveau. En dan klinkt de Sirenenzang van een lagere franc. Oud-president Valéry Giscard d'Estaing, de voorzitter van de Assemblée Nationale Séguin en twee leden van de toezichtsraad van de Banque de France riepen op tot een devaluatie van de franc. Of op zijn minst tot een verzwakking van de Europese munten ten opzichte van de 'verschrikkelijke' dollar.

Zoiets is trappen tegen het zere been van de Duitsers, die in monetaire zaken de nadruk leggen op prijsstabiliteit en niet op de wisselkoers. Het is dus geen goed paspoort voor harmonieuze deelname aan de Economische en Monetaire Unie, de EMU, die over ruim vijfhonderd werkdagen in werking treedt. En juist de EMU is een Frans initiatief geweest om het Europese wisselkoerssysteem tot de uiterste consequentie van één munt door te trekken.

De president van de Banque de France, Trichet, en minister van Financiën Arthuis, beiden gelouterde voorstanders van Europese monetaire samenwerking, hebben de onrust met geruststellende verklaringen bedwongen. Ten overvloede hebben ze nog eens duidelijk gemaakt dat de Franse werkloosheid vooral het gevolg is van structurele starheden in de arbeidsmarkt, dat het enorme overschot op de Franse betalingsbalans eerder op een onder- dan op een overwaardering van de franc wijst en dat de Franse rente dankzij het vertrouwen in de koppeling met de D-mark tot Duits niveau is gedaald.

MAAR HET KWAAD is dan al geschied. Iedere keer als Franse (oud-)politici hun dissidente geluiden laten horen, onderstrepen ze de verschillen in inzichten in het doel van de monetaire unie. Dat leidt slechts tot groter wantrouwen in de Franse bedoelingen en ondermijnt bij voorbaat de stabiliteit van de Europese munt.

NRC Webpagina's
3 DECEMBER 1996


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)