R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE Televisie
|
Z E N D T I J D :
Het universum volgens Foudraine (en anderen)
Door FRITS ABRAHAMS
Die geheimen bleken wat tegen te vallen, maar de vraagstelling mocht er wezen. De toon voor het nieuwe tv-seizoen was meteen gezet. We zullen in talloze subtielere, maar ook hypocrietere, varianten de vraag van Christine van der Horst terughoren. De bekende Nederlanders hebben zich alweer in rotten van drie opgesteld voor de kantoren van Joop, John en Harry om toegelaten te worden tot de hemelen van de pseudo-confessie in de praatprogramma's. De NCRV is met gierende banden van start gegaan door de week met twee van dergelijke programma's te openen: Villa Felderhof (maandag) en Levenslied (dinsdag). Die twee programma's hebben zoveel met elkaar gemeen, dat je enkele weken na uitzending al niet meer weet welke bekende Nederlander je waar hebt gezien. Twee gasten bezinnen zich op hun en hét leven - dat is de formule van deze programma's. In Villa Felderhof doen ze dat in de luxueuze setting van een Zuidfranse villa en onder de ietwat zijige leiding van Rik Felderhof, in Levenslied mogen de gasten het met elkaar regelen. De onderwerpen van beide programma's zijn onderling verwisselbaar: jeugd, ouders, werk en uiteraard de dood, waarbij vooral de vraag of men begraven dan wel gecremeerd wil worden, niet mag ontbreken. IJzersterke onderwerpen zijn het, daar niet van, maar ze hoeven niet per se in ijzersterke programma's te resulteren. Villa Felderhof is ontegenzeggelijk een succesvol programma - de kijkcijfers zijn hoog - maar is het ook een goed programma? Ben ik dingen te weten gekomen over Willeke van Ammelrooy, Frank Govers, Caroline Kaart, Bart de Graaff, Jenny Arean en Jan Foudraine die ik tevoren nog niet wist? Goed, Govers en Arean bleken aardig te kunnen schilderen - maar dat kan tegenwoordig bijna iedere Nederlander - en Van Ammelrooy had problemen met de menopauze, wat al evenmin buitengewoon uniek is. En verder? Niets. Het saaie van bekende Nederlanders is dat ze steevast de vooroordelen bevestigen die we al jaren over hen hebben. Ik hoef bijvoorbeeld Foudraine maar vijf seconden in beeld te hebben en ik weet precies wat ik te horen zal krijgen: de ijdeltuiterij en prietpraat van een overigens schitterend acteur. (Zoals Foudraine kan schmieren, dat zie je niet meer op het Nederlandse toneel.) Wat gaf Bhagwan hem als hij uit een van zijn negentig Rolls Royces was gestapt? ,,Een vorm van her streepje kenning.'' Wat was voor hem de belangrijkste openbaring? ,,De ontdekking dat liefde geen gevoel is, het is bewustzijn. Het hele universum is ervoor gemaakt.'' Programma's als Villa Felderhof en Levenslied hebben iets krampachtigs. De gasten komen op bestelling hun emoties uitventen. Ze weten wat er van hen verwacht wordt: een snufje privé-leed, een teugje doodsangst, en liefst een beul van een vader - dan zijn we waar we wezen moeten: bij het gevoel dat we de ander nu intiem leren kennen. Maar ik vrees dat dat tegenvalt, ik geloof niet dat mensen beter over de dood gaan praten als je ze naar een tv-studio haalt en een doodskist naast hen neerzet. Zelfs van allesbehalve onverstandige mensen als Connie Palmen en Paul Witteman hoor ik dan niet meer dan elegant verwoorde platitudes. (,,Dood is een wreed, bijna ondraaglijk besef.'' ,,Dat ben ik ontzettend met je eens.'') Dergelijke programma's zit je tamelijk onaangedaan uit. Het kabbelt, zoals er zoveel kabbelt op de buis. Het kan anders. Ik zag enkele weken geleden op de BBC in het programma Picture this een zeer aangrijpende, korte documentaire over verdriet, die me nog lang zal bijblijven. Een jonge Engelse intellectueel, Jeremy Howe, vertelde over het verlies van zijn vrouw Elisabeth. Ze was vier jaar geleden doodgestoken door een waanzinnige student, toen ze lesgaf op een universitaire zomercursus. Ze hadden twee kinderen. Hoe verwerk je zoiets? Daar ging dat programma over. Howe was nog steeds een gebroken man. ,,Het is een emotionele pijn'', zei hij, ,,geen fysieke. Het gaat erom dat je niet ophoudt van iemand te houden. Ik verloor meer dan ik kon verdragen.'' Hij vertelde dat zijn dochtertje nog elke avond vanaf haar bed met moeder 'belt' om haar het nieuws van de dag te vertellen. De programmamakers spraken met een buurvrouw en een behandelende psycholoog en ze reisden met Howe naar de plaats van de misdaad. Zijn verdriet werd bijna tastbaar gemaakt, als kijker begreep je bij benadering wat hij moest hebben doorgemaakt. Spaarzaam was tussen de beelden het commentaar van Howe gemonteerd. ,,Ik zag een half jaar later het beeld van ons in een boot in een enorme storm, en ik hield mijn dochtertjes in mijn armen, en nu zie ik ons in een hut, het is er warm, maar buiten is nog steeds de storm, en ik denk dat ik die de rest van mijn leven zal horen.'' En dan nu iets heel anders: dit was de laatste aflevering van deze tv-rubriek. Maar niet te vroeg gejuicht: vanaf komende maandag komt ze in een andere vorm op deze pagina terug, dagelijks behalve zaterdag. Of dat verstandig is? Om nog éénmaal met Jan Foudraine te spreken: ,,Ik weet het niet, ik weet het niet, I don't know, ik weet het niet.'' Misschien moet ik over een jaar antwoord geven op die vraag van mevrouw Christine van der Horst.
|
NRC Webpagina's
28 AUGUSTUS 1996 |
Bovenkant pagina |