V O O R P A G I N A
|
NIEUWSSELECTIE
|
Linschoten stapt op om CTSV-zaak
Door een onzer redacteuren
Premier Kok zei vanochtend in een reactie dat het vertrek van Linschoten de basis van het kabinet niet aantast. Ook VVD-leider Bolkestein zei afgelopen nacht dat het opstappen van zijn partijgenoot geen gevolgen heeft voor het kabinet- Kok. ,,Het kabinet moet voortgaan tot mei 1998'', aldus Bolkestein. ,,De samenwerking in de coalitie gaat door als tot nu toe.'' Bij het partijbureau van de VVD kwamen vanochtend geen verontruste reacties binnen. De staatssecretaris eiste gisteravond in de Kamer van de coalitiefracties dat zij hun twijfel aan zijn geloofwaardigheid over zijn optreden in de 'CTSV-affaire' zouden terugnemen. ,,Ik kan niet blijven zitten'', zei Linschoten, ,,als ook maar een millimeter van de suggestie van ongeloofwaardigheid overblijft.'' In het torentje van premier Kok lieten de fractieleiders Wallage (PvdA) en Wolffensperger (D66) tijdens een schorsing van het Kamerdebat de staatssecretaris vervolgens weten dat zij niet aan zijn verzoek konden voldoen. In de Kamer zei Linschoten daarna de consequenties uit deze opstelling te trekken en de koningin te vragen hem ontslag te verlenen. VVD-leider Bolkestein zei nog niet over de opvolging van Linschoten te hebben nagedacht. Als mogelijke opvolgers circuleerden vanochtend de namen van de Kamerleden Remkes en Van Hoof. In de Kamer liet Bolkestein de afgelopen nacht weten het opstappen van Linschoten ,,buitengewoon'' te betreuren en de opstelling van PvdA en D66 niet terecht te vinden. Volgens de fractieleider van de VVD had Linschoten zich ,,afdoende verdedigd'' tegen de aantijgingen die tegen hem naar aanleiding van de CTSV-affaire zijn gedaan. Bolkestein wees verder op het ,,zeer omvangrijke pakket van wetgeving'' dat de staatssecretaris tot stand had gebracht. ,,Dat maakt zijn verlies des te pijnlijker en des te klemmender voor het kabinet en daarmee ook voor de drie coalitiepartners.'' Fractieleider Wallage van de PvdA zei vannacht dat ,,de basis voor een geloofwaardige taakuitoefening door deze staatssecretaris onvoldoende is'', na alles wat er in de CTSV-crisis is gebeurd. Eerder in het debat had de PvdA-fractie vastgesteld dat Linschoten ,,ernstig bestuurlijk tekort'' was geschoten. Ook D66-fractieleider Wolffensperger deelde mee dat de staatssecretaris er niet in was geslaagd de twijfels bij zijn fractie volledig weg te nemen. Volgens de D66-fractie had het optreden van de staatssecretaris en zijn ambtenaren geleid tot een ,,beeld van bestuurlijk klimaatbederf''. CDA, GroenLinks, RPF, SGP, GPV, SP en Groep-Nijpels meldden eveneens dat zij het vertrouwen in Linschoten hadden verloren. Met zijn aftreden was Linschoten ,,tot de enig juiste conclusie'' gekomen, zei CDA-fractieleider Heerma. Aanleiding tot het opstappen van Linschoten was het rapport van de parlementaire commissie die de affaire rondom het CTSV (College van Toezicht Sociale Verzekeringen) heeft onderzocht. In dit rapport, dat afgelopen maandag verscheen, werd een aantal harde conclusies getrokken over de rol van de staatssecretaris. Zo werd hem verweten dat hij in 1994 ,,een cruciale taxatiefout'' had gemaakt met de aanstelling van het driekoppige, inmiddels ontslagen bestuurstrio bij het CTSV, de oud-politici D. van Leeuwen (VVD), G.J. van Otterloo (PvdA) en M. van Rooijen (CDA). Volgens de commissie verzuimde de staatssecretaris vervolgens de drie bestuursleden goed in te werken. Ook greep hij te laat in toen het CTSV in een crisis kwam te verkeren als gevolg van interne en externe conflicten die het bestuur uitvocht. Verder heeft de staatssecretaris niet voldoende de indruk kunnen wegnemen dat zijn ministerie pogingen heeft gedaan de publicatie op te houden van Ziektewetrapporten van het CTSV, omdat ze de bewindsman op dat moment, november 1995, slecht uitkwamen. Linschoten erkende gisteravond in de Kamer opnieuw dat hij met de aanstelling van het bestuur een taxatiefout had gemaakt en dat het bij CTSV ,,een rotzooitje''' was geworden dat wellicht voorkomen had kunnen worden als er andere bestuursleden hadden gezeten. Maar op andere punten bestreed hij het rapport van de parlementaire commissie. Hij noemde het in een aantal opzichten ,,suggestief''. Linschoten zei ,,onaangenaam getroffen'' te zijn door de opmerking van de voorzitter van de commmissie, de PvdA'er Van Zijl, dat hij ,,niet zo royaal met de waarheid omgaat''. Linschotens kritiek op het rapport werd niet gedeeld door de Tweede Kamer, met uitzondering van zijn eigen partij, de VVD. ,,Wij vinden dat er veel is af te dingen op het onderzoeksrapport'', zei Bolkestein. De staatssecretaris zelf zei vannacht na het debat het rapport van de commissie-Van Zijl op sommige punten ,,flinterdun'' te vinden. Bolkestein constateerde dat het aftreden van Linschoten het enige was dat hij nog kon doen nu ,,de andere coalitiepartners het niet in zich hadden hem het vertrouwen te geven waar hij recht op had''. Omwille van de politieke zuiverheid moest Linschoten weg. ,,Het laatste wat we willen is een soort bungelende staatssecretaris'', zei Bolkestein. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de PvdA'er Melkert, zei dat het vertrek van Linschoten hem ,,ontzettend'' speet. ,,Ik heb steeds vertrouwen gehad in Robin Linschoten'', aldus de minister Voor de Kamer geldt dat niet meer. ,,In essentie gaat het toch om de vertrouwensrelatie'', zei Melkert.
|
NRC Webpagina's
28 JUNI 1996
Hier wordt glas toegepast
|
Bovenkant pagina |