M E D I A
|
NIEUWSSELECTIE S c h a k e l s Slate The Atlantic Monthly
|
Blad Slate wil hype van cyberspace bestrijden
Door onze redacteur HANS STEKETEE
Michael Kinsley hoopt in elk geval van wel. Deze week presenteerde hij het eerste nummer van Slate, een weekblad over politiek en cultuur dat voornamelijk langere essays en reportages bevat, zoals die ook zijn te lezen in andere Amerikaanse weekbladen als The New Republic en The New Yorker, waar Kinsley zijn carrière overigens is begonnen. Webzines - een samentrekking van 'World Wide Web' en 'magazine' - zijn er genoeg. De meeste bevatten nieuwsflitsen en stukjes die in de papieren pers cursiefjes zouden heten. Slate is niet het eerste blad op het Web met langere stukken: The Atlantic Monthly biedt zijn nummers sinds vorig jaar vrijwel integraal en gratis elektronisch aan. Slate is wel het eerste in zijn soort dat speciaal voor het Web wordt geschreven, hoewel er ook plannen zijn voor een gedrukte versie. En het is ook het eerste in zijn soort dat er geld voor gaat vragen (twintig dollar per jaar, vanaf november). Slate is vooral het eerste webzine dat wordt uitgegeven door software-moloch Microsoft. Dat, èn Kinsley's apodictische uitspraken over publicaties op het Web - ,,voornamelijk rotzooi'' - maakten het verschijnen van Slate al maanden omstreden, althans onder sommige Internet-gebruikers van het eerste uur die zichzelf en hun cultuur nu bedreigd zien. De onafhankelijke journalist Kinsley, ook bekend als host van het CNN-programma Crossfire, heeft zich door Bill Gates laten verleiden, luidde hun kritiek bijvoorbeeld. ,,Slate zal de [...] strategie van Microsoft voortzetten: eerst de anderen de echte vernieuwingen laten uitvoeren, en vervolgens neerdalen op de markt om al die bewegingen te kopiëren'', schreef Feed, een ander Internet-tijdschrift, in een hoofdartikel. Kinsley heeft in het eerste nummer de koe bij de horens gevat. 'Is Microsoft evil?' luidt de openingskop. Wie de kop aanklikt komt terecht in een niet onvoorspelbare discussie over de methodes die 'de software-stoomwals' gebruikt om zich van een dominante marktpositie te verzekeren. Op een kortgeleden in The New Yorker gesignaleerd verdekt probleem - dat van zelfcensuur, die mogelijk wordt veroorzaakt doordat Microsoft-medewerkers, onder wie de Slate-redacteuren, ook aandelen Microsoft hebben - gaat het stuk niet in. In zijn inleiding houdt Kinsley staande dat de meeste Internet-gebruikers nu nog vooral geïnteresseerd zijn door de technisch-nieuwerwetse buitenkant van het ,,ijdele'' medium. Dat kan alleen maar slijten. Daarna telt alleen inhoud, schrijft Kinsley, en die verschilt niet wezenlijk van die van een een gewoon tijdschrift. Om dat te benadrukken bevat Slate nauwelijks Web-foefjes, zoals hyperlinks, 'aanklikbare' verbindingen naar andere plekken op het Web. Behalve het winstgevend bedrijven van journalistiek heeft Slate volgens Kinsley óók tot taak ,,cyberspace met beide voeten op de grond te zetten''. Slate - dat zowel 'lei' als 'kritiek' betekent - is in nog een opzicht traditioneel. Hoewel het World Wide Web geografische grenzen teniet doet, en een Engelstalig blad lezers uit de hele wereld trekt die geïnteresseerd zijn in meer dan de Verenigde Staten, beperkt dit eerste nummer zich tot typische onderwerpen van en misschien ook wel vóór de Amerikaanse oostkust, zoals het Congres en de kunstkritiek. Dat kan nog problematisch worden. Je kunt in Seattle, aan de Westkust, waar Slate op het Microsoft-hoofdkwartier wordt geproduceerd, ,,misschien beter een blad over software maken'', klaagde Kinsley deze week al in de Financial Times.
|
NRC Webpagina's
28 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |