U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    R A D I O  &   T E L E V I S I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  
S e l e c t i e


Televisie

Films op tv

Radio

Z E N D T I J D :
De zorgwekkende kijkcijfers van de VPRO

Door FRITS ABRAHAMS
U heeft een goede opleiding genoten, u leest NRC Handelsblad of de Volkskrant, en mogelijk nog een weekblad erbij, u houdt van een goed boek dat u alleen weglegt voor een interessant tv-programma - kortom, u bent de ideale VPRO-kijker die op zondagavond omstreeks acht uur zijn stoel in de juiste stand zet om zo'n vier uur lang naar de programma's van zijn favoriete omroep te kijken.

Nee? Wat doet u dan? U pleegt toch niet verraad aan de VPRO door stiekem naar de KRO op Nederland 1 (Spoorloos, Brandpunt) uit te wijken? Of naar RUR op RTL 4, Vrouwenvleugel op RTL 4 of Melrose Place bij Veronica?

Dat valt me van u tegen, zou ik graag zeggen, maar helaas: ik ben geen haar beter dan u. Ooit was ik een fervent VPRO-kijker voor wie de zondagavond iets heiligs had: dan maakte je geen afspraken, want je wilde Van Kooten en De Bie zien, of een mooie documentaire van Pieter Verhoeff of Hans Keller. Je had geen video, dus het was een kwestie van kijken of niet kijken. Sloeg je een zondagavond over, dan had je de volgende dag onherroepelijk een soort conversatie-achterstand.

Ik spreek nu van minstens twintig jaar geleden. Het was de tijd waarin de VPRO zich alles kon veroorloven: de grollen van Wim T. Schippers, maar ook een oersaaie, politiek hoogst onbetrouwbare China-documentaire van Joris Ivens. Alles wat de VPRO deed, was welgedaan. Sindsdien is alles anders geworden, ook voor de VPRO. Er zijn geen twee Nederlandse netten meer, maar zeven, en er is dankzij de kabel veel buitenlands aanbod. Op al die netten kan een programma opduiken dat zelfs het meest loyale VPRO-lid tot desertie aanzet. Zo moet VPRO's Diogenes veel last hebben van het ongeveer op hetzelfde tijdstip geprogrammeerde Brandpunt, de goede actualiteitenrubriek van de KRO. Beide programma's bieden zwaardere informatie, maar de verschillen in kijkdichtheid zijn desastreus voor het VPRO-programma: een miljoen voor Brandpunt tegen 100.000 voor Diogenes.

Het afgelopen seizoen heb ik een poosje de kijkdichtheid van een aantal VPRO-programma's bijgehouden. De cijfers waren nogal verontrustend. De meeste VPRO-programma komen niet boven de 200.000 kijkers, vaak is het veel minder.

Als voorbeeld geef ik de cijfers van een willekeurige zondag: 12 mei jl. De Plantage: 155.000; Villa Achterwerk: 55.000; Bottom: 350.000; W.E.B. 100.000; Open deur tv: 125.000; Comic strip presents: 240.000; Lopende Zaken: 185.000; Cinéma Perdu: 115.000; Diogenes: 140.000; Rik Mayall presents: 270.000; Frontlijn: 85.000; W.E.B. wereldontvanger: 55.000.

Extra navrant aan dit rijtje is het feit dat de zelfgemaakte programma's, zoals Lopende Zaken en Diogenes en de documentaire-serie Frontlijn, aanzienlijk lager scoren dam de 'import'. Ik stel dit alles zonder enig leedvermaak vast, want de VPRO is mij nog steeds dierbaar om de eenvoudige reden dat het de enige omroep is die bij de programmering de kwaliteitsnorm consequent als belangrijkste criterium hanteert. Bij de andere omroepen wordt de kwaliteit doorgaans ondergeschikt gemaakt aan de kijkcijfers, waarmee niet gezegd is dat zij nooit kwaliteit brengen. Net zomin wil ik beweren dat de VPRO altijd kwaliteit levert, want mislukkingen horen nu eenmaal bij een ambitieuze programmering. Uit de bovenstaande kijkcijfers blijkt - en dat is het zorgwekkende - dat de VPRO een belangrijk deel van de eigen achterban, bestaande uit 500.000 leden plus een onbekend aantal niet-betalende sympathisanten, met veel programma's niet meer bereikt. Dat is in eerste instantie jammer voor die programma's, maar op langere termijn ook bedreigend voor de VPRO. De VPRO loopt het gevaar verzeild te raken in een soort omroepgetto, ergens op Nederland 3, waar geen kijker zich langer zal ophouden dan strikt noodzakelijk is.

Is zo'n getto onvermijdelijk voor een omroep die de kwaliteit voorop stelt? Dat geloof ik niet. Wèl vermoed ik dat de VPRO bij de opbouw van zijn avonden meer rekening zal moeten houden met de toegenomen concurrentie. De tijd is voorbij dat de VPRO zich alles kon veroorloven bij zijn achterban: marathon-documentaires, oeverloze thema-avonden et cetera. Dat is al minder geworden, maar je ziet het soms toch nog gebeuren. De vijf avonden van Wim Kayzer over het geheugen, de lange, lange thema-avonden over de Golfoorlog en Afrika - dat is een vorm van suïcidaal programmeren die de VPRO zelfs in de ogen van de eigen achterban een verkeerd imago geeft. De VPRO mag niet synoniem worden verklaard met saaiheid en humorloosheid, want veel VPRO-programma's zijn juist zeer levendig en humoristisch.

Er zal ook meer afwisseling moeten komen op de zondagavonden, want het beeld daarvan begint stereotype te worden: veel (Engelse) humor, Lopende Zaken, Diogenes.

Inmiddels heeft de nieuwe VPRO-tv-directeur Hans Maarten van den Brink bekendgemaakt, dat er inderdaad veranderingen op til zijn. Er komt een tweewekelijks actualiteitenprogramma van ruim een uur dat minder tijdloos zal worden dan Lopende Zaken, en de frequentie van Diogenes wordt minder. De speelfilms zullen niet meer alleen voor de cinefiele happy few bestemd zijn. Van Kooten en De Bie (aan het begin) en Jiskefet (aan het eind) zullen de zondagavond markeren, als de verpakking van een smakelijke bonbon (deze metafoor is van mij).Van den Brink vindt bovendien terecht dat de VPRO een rol moet spelen in het maatschappelijk debat, iets waaraan het de laatste jaren nogal ontbrak. ,,Het gevaar is dat de VPRO sterft in schoonheid'', zei hij onlangs in HP/De Tijd.

Al is het in het huidige omroepbestel nog een hele kunst om zó te sterven, ook ik heb liever dat de VPRO er nog even mee wacht.

Deze rubriek wordt in augustus hervat.

NRC Webpagina's
26 JUNI 1996


CARRIERE

    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)