U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    O P I N I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

H O O F D A R T I K E L :
Aanslag in Dahran


ONMIDDELLIJK NA DE zware bomaanslag op een Amerikaans militair kampement in Saoedi-Arabië heeft president Clinton verklaard dat de Amerikanen in dat land zullen blijven. Hoewel dat niet zijn bedoeling was, heeft Clinton daarmee de hamvraag aan de orde gesteld: hoeveel verliezen kunnen de Verenigde Staten incasseren alvorens de openbare mening tot beëindiging van de interventie dwingt?

In Vietnam heeft het jaren geduurd alvorens tot vertrek werd besloten. Maar nadat in oktober 1983 in Beiroet een autobom 241 mariniers had gedood, was het een kwestie van maanden alvorens president Reagan het Amerikaanse contingent uit Libanon terugtrok. Gedurende relatief korte perioden in Amerika's jongste geschiedenis hebben presidenten min of meer de vrije hand gehad voor langdurige militaire actie overzee: tijdens de Tweede Wereldoorlog en tijdens de veertig jaar dat de NAVO de veiligheid van West-Europa verzekerde. Daarentegen raakten de interventies in Korea en Indo-China omstreden vanaf het moment dat duidelijk werd dat de verliezen groot waren en de gestelde doelen niet werden bereikt. In Korea moesten de VS genoegen nemen met een wapenstilstand met een agressor die zij hadden willen uitschakelen. In Vietnam bleef het beoogde democratisch alternatief een wijkend perspectief.

De geschiedenis leert dat behalve de omvang van de geleden verliezen ook succes of het uitblijven ervan bepalend is voor de populariteit van een militaire onderneming bij het Amerikaanse volk en de volksvertegenwoordiging. Behalve dat er bij de interventie van begin jaren tachtig in Libanon regelmatig slachtoffers vielen, de 241 vormden een climax, kwam er van het Amerikaanse voornemen om het succes van Eisenhowers interventie van 1958 te evenaren en de eenheid in dat land te herstellen niets terecht. In Somalië besliste de slachtpartij onder Amerikaanse soldaten in de straten van Mogadishu enkele jaren geleden over het lot van de interventie. Maar de uitzichtloosheid van de situatie maakte het vertrek gemakkelijker.

DE AMERIKANEN ZIJN in Saoedi-Arabië als uitvloeisel van de Golfoorlog en als garantie tegen eventuele externe bedreigingen in de toekomst. De band tussen de VS en de koninklijke familie is vanouds hecht; de beteugeling van Saddam Hussein en van de paladijnen van het Iraanse mollah-regime heeft de relaties alleen maar versterkt. De olierijkdommen in de Golfstaten en de afhankelijkheid van Amerika's bondgenoten van die olie vormen voor Washington voldoende reden om die regio serieus te nemen.

Maar de aanslag in Dahran en de aanslag op een Amerikaanse faciliteit in Riad in november vorig jaar versterken de indruk dat de stabiliteit in Saoedi-Arabië schijn is en de macht van het koningshuis omstreden. De daders van de aanslag van november waren Saoediërs behorend tot een islamitische beweging die ook elders actief is. Na hun terechtstelling ontvingen de Amerikanen verschillende dreigementen. Maar het werkelijke doel van de terroristen is toch vermoedelijk het koninklijk huis zelf. Dat plaatst Washington voor een dilemma. Als Saoedische dissidenten via aanslagen op Amerikanen de druk op het koningshuis willen opvoeren, gaat de Amerikaanse aanwezigheid averechts werken. En dat zou ondanks Clintons snelle reactie een factor van betekenis kunnen worden bij het bepalen van de omvang en de duur van de interventie daar.

NRC Webpagina's
26 JUNI 1996


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)