U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    M E D I A  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 

  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

Zendtijd verdeeld in verkiezingen


Door een onzer redacteuren
DEN HAAG, 26 JUNI. Het publiek zal vanaf het jaar 2000 door het uitbrengen van stemmen moeten bepalen welke publieke omroepen in aanmerking komen voor hoeveel zendtijd. Verder zal de huidige overkoepelende omroeporganisatie NOS worden opgeheven en worden vervangen door een veel kleiner centraal orgaan.

Ook voor de niet-ledengebonden omroepen als de NPS en de kleine zendgemachtigden IKON en RVU is in een nieuw publiek bestel geen plaats meer.

Dit zijn de belangrijkste adviezen die de commissie Ververs vandaag aan staatssecretaris Nuis (Media) heeft uitgebracht in het rapport 'Terug naar het Publiek' over de toekomst van het publieke bestel.

De omroepen krijgen volgens de commissie een nieuwe kans om aan te tonen dat ze over een achterban beschikken. Om mee te mogen doen aan de omroepverkiezingen zullen ze 100.000 tot 150.000 leden moeten hebben die ieder een contributie van vijfentwintig gulden betalen. Het lidmaatschap zal niet langer automatisch zijn gekoppeld aan het abonnement op een programmablad. Om de vier jaar zal door verkiezingen bepaald moeten worden hoe de zendtijd wordt verdeeld. Een omroep zal minimaal 10 tot 15 procent van de stemmen van de mensen van achttien jaar en ouder moeten verkrijgen om zendtijd te verdienen. De uiteindelijke hoeveelheid stemmen bepaalt het aantal minuten zendtijd. De verkiezingen zouden volgens de commissie gekoppeld kunnen worden aan landelijke politieke verkiezingen of aan de inning van de omroepbijdrage.

De commissie handhaaft drie publieke televisienetten en vijf radiozenders. Ook de financiering via de reclameinkomsten en omroepbijdrage blijft gehandhaafd. Wel is het volgens de commissie dringend nodig dat er ,,een herbezinning'' komt op de verdeling van de omroepbijdrage. Zo zou de Wereldomroep in de toekomst bijvoorbeeld een beperkte taak moeten krijgen: het doorgeven van programma's die in Nederland via radio of televisie zijn uitgezonden, ten behoeve van Nederlanders in het buitenland. Ook de departementale kosten voor het Mediabeleid moeten niet langer uit de omroepbijdrage worden betaald. De commissie wil dat de overheid op grotere afstand van de publieke omroep komt te staan. ,,De wettelijke regeling moet het functioneren van het bestel niet in detail regelen; dat beperkt het vermogen van de publieke omroep om wendbaar de publieke functie te realiseren in een steeds veranderende omgeving'', aldus het rapport.

Voor de kleine verenigingen als de RVU, de IKON, Socutera en Teleac is geen plaats meer als zelfstandige omroeporganisaties in het bestel-volgens-Ververs. Die zouden alleen nog kunnen voortbestaan als produktiemaatschappijen van programma's voor de publieke omroepen. Ze komen niet langer in aanmerking voor subsidies die bekostigd worden uit de omroepbijdrage en de reclameinkomsten.

De NOS zal in de nieuwe structuur verdwijnen. ,,De combinatie van overkoepelende organisatie en omroeporganisatie is niet langer gewenst'', aldus Ververs. Na 2000 zullen de omroepverenigingen zich, naar rato op basis van de verkiezingen, laten vertegenwoordigen in een Programmaraad. Deze raad moet in overleg vaststellen welke programma's waar en wanneer worden uitgezonden en vult 60 procent van de zendtijd. De uitzendingen zullen wel aan enkele randvoorwaarden moeten voldoen. Zo moet van te voren worden vastgesteld hoeveel aandacht aan cultuur, nieuws en educatie wordt besteed.

De nieuw te vormen centrale organisatie Stichting Omroep Nederland (SON) vult 20 procent van de zendtijd met wettelijke taken, zoals bijvoorbeeld het Journaal en het verslaan van koninklijke bezoeken. Van de overige 20 procent bepaalt de SON in overleg met de omroepen hoe de tijd moet worden ingevuld om aan de voorwaarden van het omroepprofiel te voldoen.

In plaats van de afzonderlijke omroepen krijgt alleen de SON een zendtijdvergunning. Bij deze centrale organisatie ligt ook de controle op de invulling van de programmaschema's. De leden van de SON worden benoemd door een Raad van Toezicht. Daarin zitten kroonleden en vertegenwoordigers van de programmaraad. De leden van de SON moeten volgens Ververs niet uit het omroepwezen voortkomen, maar uit het bedrijfsleven.

De commissie haalt in haar rapport fel uit naar de ,,efficiency'' van het huidige omroepbestel. De commissie denkt dat de omroep met zeker 7 à 10 procent kan bezuinigen. Ververs laakte vandaag ,,de ongelooflijke posten op de omroepbegroting''. Hij noemde de departementale kosten van 16 miljoen gulden en de bijdrage van 68 miljoen voor omroeporkesten en -koren. Ook de Wereldomroep moet met de helft bezuinigen. ,,Ik wil niet ridiculiseren. Maar wist u dat we met zijn allen betalen voor uitzendingen in het Swahili'', merkte Ververs vanmiddag op.

Ook moeten de omroepen meer ruimte krijgen voor nevenactiviteiten zoals bijvoorbeeld abonneetelevisie of de verkoop van programma's aan buitenlandse zenders. Voorwaarde daarbij is dat gemaakte winst wordt aangewend voor de verbetering van programma's.

NRC Webpagina's
26 JUNI 1996


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)