U kijkt naar de website van NRC Handelsblad gedurende de periode 1995-2001. Bezoek ook de de huidige site.
    O P I N I E  
NIEUWS  | TEGENSPRAAK  | SUPPLEMENT  | AGENDA  | ARCHIEF  | ADVERTENTIES  | SERVICE 


  NIEUWSSELECTIE  
  KORTE BERICHTEN  
  RADIO & TELEVISIE  
  MEDIA  

H O O F D A R T I K E L :
Bonn en EMU


DE BLAUWE BRIEF die de Europese Commissie heeft verzonden naar de regering van Duitsland, kwam niet onverwachts maar was wel pijnlijk. Duitsland voldeed in 1995 niet aan de criteria die gesteld worden voor toetreding tot de Economische en Monetaire Unie (EMU) en - wat ernstiger is - de kans dat Duitsland tijdig zal voldoen aan de mede op Duitse aandrang gestelde criteria vermindert met de dag. Tot nu toe onuitgesproken dringt zich de vraag op of begin 1998, als het finale oordeel over deelname aan de EMU geveld zal worden op grond van de economische cijfers over 1997, de invoering van een gemeenschappelijke Europese munt zal struikelen op het onvermogen van Duitsland om de criteria van het Verdrag van Maastricht te halen.

De Europese ministers van Financiën deden vorige week EMU-examen. Slaagden vorig jaar Luxemburg en Ierland, dit jaar is Denemarken bij de uitverkorenen gekomen. De ironie wil dat Denemarken het recht heeft bedongen om niet mee te doen aan de EMU, ook al voldoet het aan de toegangseisen. Zowel in het geval van Ierland als van Denemarken ligt de staatsschuld boven de referentiewaarde van zestig procent van het bruto nationale produkt, maar deze daalt in snel tempo. Daarmee voldoen ze aan de uitzonderingsclausule in het verdrag dat sprake is van een bevredigende benadering van de toelatingsnorm. Dit is bijvoorbeeld met de Nederlandse staatsschuld niet het geval.

Het Duitse perspectief is nog ongunstiger. Volgens een vertrouwelijk overzicht van het ministerie van Financiën in Bonn zal het in 1997 lukken om het financieringstekort onder de norm van drie procent te krijgen, maar stijgt de Duitse staatsschuld tot boven de zestig procent. Geen bevredigende daling maar stijging, dus, en daarmee voldoet Duitsland niet aan de letter van het verdrag. Een politieke complicatie is dat Duitsland bij voortduring hamert op strikte naleving van het verdrag en op verdergaande stabiliteitseisen aan de landen die aan de EMU deelnemen.

HET WONDERMIDDEL dat de onzekerheid over het halen van de EMU-maatlat zou kunnen wegnemen, heet economische groei. Maar de economie vertoont in Duitsland zoveel tekenen van bloedarmoede, dat het twijfelachtig is of het herstel van de groei tijdig en vooral krachtig genoeg zal inzetten. En hier snijden de EMU-eisen en de hervorming van de Duitse sociale markteconomie elkaar. Het kabinet-Kohl heeft een ombuigingsprogramma van vijftig miljard D-mark gepresenteerd, dat door de oppositie als sociale afbraak is afgeschilderd en waartegen de vakbonden vandaag een landelijk protest organiseren. Dit ombuigingsbedrag wordt niet gehaald, onder meer doordat de overheid als werkgever gisteren de ingeboekte nullijn voor de ambtenaren-CAO heeft losgelaten en met een - beperkte - loonstijging akkoord is gegaan. Intussen vallen de belastingopbrengsten verder tegen en is een tweede, verdergaand bezuinigingspakket onvermijdelijk.

Daarnaast vragen de werkloosheid en de investeringsvlucht naar het buitenland om een aanpak van de bruto loonkosten, of anders gezegd, van de sociale welvaartsstaat. Het zijn de problemen van de lange vakanties, de toegankelijkheid van de sociale verzekeringen en het kuren op kosten van de ziektewet. Duitsland heeft (met Frankrijk en België) de laagste besparingen voor de oude dag van alle industrielanden: het pensioenstelsel is een omslagstelsel (zoals de Nederlandse AOW) en kent vrijwel geen kapitaaldekking (zoals bij het ABP in Nederland). Door de vergrijzing stijgen de kosten sneller dan de economische groei, met als gevolg dat zonder ingrepen de premies steeds verder omhoog moeten. Het is een onbeantwoorde (en ook nog niet gestelde) vraag wat deze ongedekte toekomstige Duitse pensioenuitkeringen zullen betekenen voor de overige landen die deelnemen aan de monetaire unie.

IN DUITSLAND begint de discussie over hervorming van de sociale zekerheid en het pensioenstelsel stevig op gang te komen. De grote banken in Frankfurt zien uiteraard veel in een dekkingsstelsel waarbij de kapitaalmarkten een grotere rol krijgen. Maar ook politieke leiders van beide partijen, zoals de minister-presidenten van de deelstaten Saksen en Nedersaksen, pleiten voor hervormingen in de richting van grotere individuele financiële verantwoordelijkheid in plaats van collectieve premieheffingen. Dit vereist aanpassingen in het belastingstelsel en in de wetgeving.

Dergelijke aanpassingen kosten tijd, om de publieke opinie te overtuigen en om de sociale partners en de kerken in Duitsland te consulteren. En tijd is er nauwelijks meer in de laatste fase naar het toelatingsexamen voor de monetaire unie. De politieke uitweg voor Duitsland om de EMU toch in 1999 te laten beginnen, is steeds meer gelegen in een ruime interpretatie van de uitzonderingsclausules in het Verdrag van Maastricht. Dat is nooit de bedoeling geweest.

NRC Webpagina's
15 JUNI 1996


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl)