R A D I O & T E L E V I S I E
|
NIEUWSSELECTIE Televisie
|
Z E N D T I J D :
'Waren het mannensokken?'
Door FRITS ABRAHAMS
Wat Bromet doet, komt in feite hierop neer: hij laat gewone mensen praten over de trauma's van hun leven. Bij de een is dat een diep doorvretende burenruzie die mensen voor jaren uit het lood slaat, bij de ander is het een scheiding die hij of zij nooit heeft kunnen verwerken. Twee jaar geleden maakte Bromet - ook voor de NRCV - op dezelfde manier een serie over langgestraften: Achter slot en grendel. In al die programma's hanteert Bromet een onvervreemdbare, eigen stijl. Hij laat zich niet meeslepen door de emoties van de betrokkenen, hij blijft op een ietwat gemelijke toon zijn nuchtere, soms bijna sarcastische vragen stellen. Bromet is de Frits van Egters van de Nederlandse televisie, je hoort hem soms tegen zichzelf zeggen: ,,Er is een hoop ellende, zoveel is zeker.'' Hij moet een goed luisteraar zijn, en hij heeft ook de bereidheid - als elke goede interviewer - om zich in iemands positie te verplaatsen. Wat hem van de meeste interviewers onderscheidt, is dat hij nooit hoerig wordt: hij vleit en paait en troetelt niet, nee, hij gaat op zijn doel af met een rechtstreeksheid die soms aan lompheid grenst. Een ander verschil met veel interviewers is de keuze van de gesprekspartners: onbekende mensen die voor het eerst van hun leven op de televisie zijn. Dat is reuze verfrissend in een tijd waarin veel interviewers - ook in de andere media - steeds maar rondjes draaien om de vijver met dezelfde Bekende Nederlanders. Het voordeel daarvan is ondermeer dat je weer eens een ander, plastischer idioom hoort dan aan bijvoorbeeld het Binnenhof gebruikelijk is. Ik kijk regelmatig naar Buitenhof - een programma dat vaak over het Binnenhof gaat - maar ik heb daar nog nooit iemand horen zeggen: ,,Wat betreft mijn privacy voel ik me in mijn tak gezaagd.'' Dat schijnen Haarlemmers te zeggen die zich benadeeld voelen. Het ging hier om iemand wiens privacy bedreigd werd door verbouwingen van de buurman. Deze had inmiddels, naar eigen zeggen, ,,voor 170 mille geïnvesteerd om er een gelikte keet van te maken''. Daar hoorde een trap bij vanwaar hij in het huis van de buren kon kijken. ,,Dit ter ontsluiting van ons tweede dakterras'', zei hij erbij. Het aardige van Buren is dat het je als kijker bijna dwingt partij te kiezen - iets wat Bromet zelf nooit expliciet zal doen. Wie heeft er gelijk, wie is de zeikerd en wie de lamstraal, daar draait het steeds om. Bij de leukste items verandert de kijker om de paar minuten van mening. Zo had ik het erg moeilijk met het geval van de Haarlemse verbouwing. Ben je een zeurpiet als je je buurman verbiedt een trap te bouwen vanwaar hij je kan bespieden in je eigen huis? Wat moet je nog goed vinden? Als hij alleen maar op je terras kan kijken? Je weet het alternatief: een verbod betekent in veel gevallen een levenslange burenvete. In het Haarlemse geval koos ik voor de klager - tot aan de laatste minuut. Toen leidde Bromets nieuwsgierigheid tot een passende ontknoping: de klager had wel gelijk, maar hij had verzwegen dat hij zelf óók bij andere buren in de keuken kon kijken. Zo'n kans laat Bromet nooit liggen. ,,Daar kunnen die mensen toch ook problemen mee krijgen'', zoog hij (die wat dorre, monotone toon stem moet u er nu, voor het effect, even bij denken.) Gescheiden dreigt een voor het instituut van het huwelijk nogal ontluisterende serie te worden. Mijn god, wat een narigheid. Voor de geinterviewden werd de droom van hun leven een catastrofe, een nachtmerrie waaraan ze nog elke dag herinnerd worden. ,,Viel u op haar?'' vroeg Bromet in de tweede aflevering aan Kees. ,,Ja'', zei hij, ,,maar ik kan het me niet meer voorstellen, ik haat haar nu zó.'' Kees voelde zich gebruikt om zijn vrouw aan kinderen te helpen. ,,U was eigenlijk een soort zaadverschaffer'', luidde Bromets typerende reactie. Er zijn momenten in zulke interviews dat ik, in weerwil van de ernst van het onderwerp, de slappe lach dreig te krijgen. (En ik verdenk Bromet er een beetje van dat hij daar niets op tegen heeft.) Een enkele keer overspeelt Bromet zijn hand, maar dat is hem gegund. Kees had in de kleerkast vreemde sokken ontdekt. ,,Waren het mannensokken?'' vroeg Bromet. Helaas, dat waren het. ,,Maar dat betekent toch op zich weinig: dat er vreemde sokken in je kast liggen'', zei Bromet. ,,Wat zijn dit nu voor vragen'', reageerde Kees getergd, ,,als je zo doorgaat, zet ik het interview stop.'' Het was voor het eerst dat iemand openlijk in opstand kwam tegen zo'n Brometiaanse plaagvraag. Wie ooit de kans krijgt zijn mannensokken in Bromets kleerkast te deponeren, moet het niet laten. Tegen hèm kun je altijd zeggen: het betekent op zich weinig.
|
NRC Webpagina's
12 JUNI 1996
|
Bovenkant pagina |