|
|
Toen doping nog onschuldig was
Peter Winnen eindigde in 1983 als derde in de Tour de France. Hij maakte kennis met onschuldige dopingproducten. Later leerde hij de gevaren kennen van EPO en groeihormonen. Plotseling werd hij uit het wiel gereden door minder begaafde klimmers. ‘Door de komst van EPO hecht ik geen enkele waarde aan de uitslagen van de afgelopen tien jaar.'
Door Jaap Bloembergen
In het peloton stond hij bekend als intellectueel, omdat hij geleerd had voor onder
wijzer en wel eens een boek van Dostojevski op zijn nachtkastje had liggen. Hij maakte na zijn wielerloopbaan een beeldhouwwerk: een bronzen penis als verwijzing naar de dopingcontroles. Hij schrijft deze maand columns over de Tour de France. Hij is al jaren bezig met een roman waarin de wielersport centraal staat. Peter Winnen (41) leidt een teruggetrokken leven in het Limburgse Venray. Intellectueel of niet, over het gebruik van doping in de wielersport kan hij uren vertellen.
,,Ik was veertien toen ik nieuweling werd. Ik zat in de pubertijd en had last van groeistuipen die mij van binnen helemaal kapot maakten. Ik zat te klooien met davitamon. Een of andere goeroe uit de streek gaf mij levertraan. Allemaal onschuldig, maar wel een bewijs dat de wielerjeugd snel vertrouwd raakt met medicamenten. Een renner wordt vaak een verslaafde. Pep of pils, ik zie geen verschil.
,,Toen ik in 1980 beroepsrenner werd, stonden de meest onschuldige producten op de dopinglijst. Er was sprake van een naïeve, simplistische scheiding tussen goed en kwaad. Als je gepakt werd op een onschuldig product, was je een bedrieger. Dat onrecht veroorzaakte een enorme geslotenheid. Die rigoureuze scheiding van goed en kwaad was te absurd voor woorden. Het ging juist om een grijs gebied waarover we geen zinnig woord konden zeggen.
,,Vroeger was wielrennen nog een romantische sport. De renners waren tot elkaar veroordeeld. Er was een bepaalde verbondenheid in het peloton. We zaten in hetzelfde schuitje. Broederschap is het juiste woord. Het peloton heeft veel weg van een primitieve samenleving. Een biotoop. Aan de ene kant bijt men elkaar de strot af. Aan de andere kant sluit men combines.
,,In de Tour van 1986 heb ik de scheidslijn willen doorbreken. Ik zakte volledig door het ijs op Alpe d'Huez. Ik heb overlegd met mijn ploegleider Peter Post of ik zou afstappen of testosteron zou gebruiken als laatste redmiddel. Hij liet mij de keuze. Ik zei: ‘Klop het er maar in.' Als ik had moeten pissen, zou ik me zeker niet hebben gehuld in een theatrale ontkenning. Een paar dagen later ben ik alsnog naar huis gegaan. Ik heb toen meteen besloten nooit meer enig risico te nemen. Dan maar meteen naar huis.
,,Ik heb me altijd goed in de materie verdiept. Ik werkte op basis van vertrouwen. Ik kwam in een schemergebied terecht waarin geen enkele sportarts iets zinnigs kon zeggen. Mag je testosteron gebruiken als herstelmiddel? Natuurlijk is het prestatiebevorderend, maar een goede nachtrust is ook prestatiebevorderend. Van amfetamine werd je feller en raakte je verslaafd. Maar je ging er geen meter harder door fietsen. Het geloof in het spul was nog belangrijker dan de werking van het spul. Het medicament was een placebo.
,,Ik kwam eens met een voedselvergiftiging uit de Ronde van Spanje. Ik had daar mijn eigen spieren opgegeten. Ik ben toen met geëigende medicamenten behandeld, zoals iedere burger door een dokter wordt behandeld. Maar bij een dopingcontrole zou ik meteen tegen de lamp zijn gelopen. Wat is goed en wat is slecht voor de mens? Na een bergetappe in de Tour kon je beter aan een fles gaan hangen dan je hele maag uitspugen.
,,Tot 1987 was doping een geaccepteerd gegeven. Sponsors en begeleiders waren op zoek naar de elixers. Je werd als renner geprezen als je de zaken geheim hield. Het wielermilieu is van huis uit heel sektarisch. Daarna werd de mentaliteit in het peloton minder prettig. Toen de ware spullen als EPO en groeihormonen werden ontdekt, had iedereen weer geheimen voor elkaar in het peloton. Toen was het overzicht weg. De sport was heftig in beroering.
,,In 1987 werd ik goed wakker geschud door een geruchtmakend interview met de Engelse atleet David Jenkins. Hij werd later handelaar en smokkelaar en heeft nog vastgezeten. Hij noemde in dat artikel vijftien producten die niet waren op te sporen. Hij veegde de vloer aan met de traditionele middelen. Ik legde een verband met wat ik zelf had waargenomen in het peloton. Ik had mijn oren en mijn ogen niet in mijn zakken zitten.
,,Vanaf de introductie van EPO was ik meteen kansloos. Ik werd godverdomme door de grootste boerenlul voorbijgereden. Het niveau was in een klap waanzinnig gestegen. Vanaf dat moment was talent niet meer doorslaggevend. Door de komst van EPO hecht ik geen enkele waarde aan de uitslagen van de afgelopen tien jaar. Ik moest bijvoorbeeld heel hard lachen toen drie jongens van Gewiss in 1994 het peloton aan flarden reden in de Waalse Pijl. De ware toedracht is dit voorjaar boven tafel gekomen. Ze hadden destijds een hematocrietwaarde van bijna zestig procent.
,,Ik kon mijn vak niet meer naar behoren uitvoeren. Ik wilde stoppen. Het was de periode dat er behoorlijk veel dooien vielen. Wielrennen was niet langer zonder risico's. In België zijn er toen in korte tijd twaalf amateurs van de fiets gevallen. Dat kon geen toeval zijn. De dood van Bertje Oosterbosch en Johannes Draaijer heeft me ook enorm aangegrepen. Ik heb veel jongens zien sneuvelen. Ze werkten zichzelf helemaal de vernieling in. Had ik ook zin om in het harnas te sterven? Nee, natuurlijk niet. Ik was niet van plan als een halve dooie mee te rijden. Dan maar geen goede uitslagen.
,,Ik heb nooit EPO gebruikt, maar ik ken veel sympathieke collega's die het wel hebben gebruikt. Iedereen moet de risico's nemen die hij wil nemen. Ik dacht in 1989: wat doe ik hier? Is dit nog wel zinvol? Ik was een routinier geworden met voedings- en trainingsschema's. Volgens inspanningsfysiologen was ik nog nooit zo sterk geweest. Toch werd ik in de Giro voorbij
gereden door renners die de jaren daarvoor ver achter mij zaten.
,,Het ging niet alleen om EPO, maar om cocktails van EPO, groeihormonen, schildklierhormonen, testosteron. Die cocktails werden goed opgebouwd. Ze werden samengesteld als een zak gemengde drop. Het was de periode dat de sportartsen hun intrede deden in het peloton. Toen verloor de wielersport zijn onschuld. Sommige soigneurs vonden het te link worden en haakten af. Zij waren niet de eerste de beste klompenmakers. De meeste renners bleven doofstom voor alle gevaren. Ze konden veel geld verdienen en namen hun gezondheid voor lief.
,,Ik heb nooit voor PDM willen fietsen, hoewel ze mij meermalen een lucratief contract hebben aangeboden. Ze gingen daar heel ver met de medische preparaties. De staf van PDM wilde scoren. Ik kende de gevaren. Erik Breukink heeft wel voor PDM gereden. Hij heeft duidelijk een streep getrokken na de Intralipid-affaire. Wij hebben allebei een vreemde carrière gehad. Een veelbelovend begin en daarna steeds ietsje minder. Erik is ook een jongen met een goeie opleiding. Dat kan geen toeval zijn. Andere jongens dachter minder na. Zij namen meer risico's.
,,Ik heb de teloorgang van de wielersport als een persoonlijke tragedie ervaren. Maar ik heb ook ontzettend moeten lachen om de bijwerkingen van bepaalde preparaties. Sommige jongens raakten helemaal opgeblazen van de vochtophopingen. Ze kregen vollemaansgezichten. Ik herinner me een koers die door het slechte weer werd afgeblazen. Toen moest een coureur urenlang op een hometrainer zitten om van zijn dikke kop af te komen. Volslagen absurd, maar ook erg geestig.
,,Sinds de gezondheidscontroles in 1997 zijn ingevoerd, hebben alle renners gelijke kansen. Iedereen weet van wanten. EPO is zelfs geoorloofd, zolang je hematocrietwaarde niet boven de vijftig procent zit. EPO is niet gevaarlijk, als het onder goede begeleiding wordt toegepast. Er vallen weinig doden de laatste jaren. Dat was in de jaren tachtig wel even anders. Toen was er minder kennis op het gebied van bloeddoping.
,,De gezondheidscontroles komen voort uit de frustratie van renners die niet de grootste risico's wilden nemen en daardoor een hoop geld misliepen. Zij hebben het initiatief genomen voor de controles. Niet uit ethische overwegingen maar uit puur eigenbelang.
,,Toeval of niet, in 1997 heeft de Nederlandse wielersport zich hersteld van een jarenlange inzinking. En iedereen maar zeggen dat onze jongens niet hard genoeg trainden. Ik heb altijd gelachen om die drogredenering. De crisis in de Nederlandse wielersport had weinig te maken met gebrek aan talent, zoals altijd is beweerd. De Nederlandse ploegen liepen gewoon niet voorop in de medische begeleiding en die achterstand hebben ze nu ingehaald.
,,Bij Rabobank zijn ze professioneel bezig. De beleidsbepalers roepen alleen dingen in het belang van hun imago. Ze hebben de boel nu redelijk voor elkaar en dan praat ik niet over betrouwbaarheid maar over zogenaamd vakmanschap. Vorige zomer reed ik in de Tour gasten rond voor Rabobank. Ik had een paar dagen daarvoor dingen geroepen over de dopingzaak van Festina. Daar waren de heren voorlichters niet blij mee. Toen ik op Zestienhoven aankwam, kreeg ik bij de incheckbalie strikte orders over wat ik wel en wat ik niet mocht zeggen.
,,Met de aanhouding van Willy Voet heeft de Franse justitie vorig jaar een enorme vis gevangen. Alle verhalen zijn nu in de criminele sfeer terechtgekomen. De ballon is nu doorgeprikt. De omerta is massaal doorbroken. Daarom begrijp ik niet dat Gerrie Knetemannn in jullie krant beweert dat geen enkel dopingmiddel prestatiebevorderend werkt. Waar heeft die man het over? Hij is bondscoach, maar weigert de waarheid onder ogen te zien. Wie nu nog zwijgt, moet beter in de geschiedenis kijken.
,,Sport is regie geworden. Ik kan net zo goed naar Miss Saigon kijken. Dan zie ik ook een spektakel dat van begin tot eind wordt geregisseerd. Maar de acteurs van een musical zijn niet de pisang zoals de renners in het peloton. Zij zijn radertjes in een systeem. Er zit te veel geld in de wielersport. Alleen de renners nemen de Tour serieus als sportwedstrijd. Zelfs de ploegleiders zitten in de tang van hun geldschieter. En het grote publiek wil niet uit zijn verdoving worden gehaald. Dat wil niks met dopingverhalen te maken hebben.
,,Jean-Marie Leblanc, de directeur van de Tour, heeft van Coca Cola de opdracht gekregen in elk geval de schijn te wekken van zuiverheid. De televisie betaalt voor volksvermaak. De renners willen alleen maar met de bloemen staan te zwaaien en gekust worden op het podium. Ze zijn een speelbal, omdat zij zo naïef zijn. Kun je hen dat kwalijk nemen? Kunstenaars en wetenschappers zijn ook eenpuntsgericht met hun vak bezig. Om te winnen heb je oogkleppen nodig.
,,Het dopingprobleem is niet door gezondheidscontroles op te lossen. We krijgen nu een Big-Brothersituatie. Een totalitaire sfeer. Vroeg had je alleen te maken met die dwaze urinecontroles. Nadat Michel Pollentier de boel had geflest met een peertje met urine onder zijn oksel, kwam er een mannetje naast je staan. Ik heb meegemaakt dat ik over zo'n man zijn handen piste. Heel vernederend. Die gebeurtenis gaf mij inspiratie voor het beeldhouwwerk. In mijn boek ga ik subtieler te werk. Ik doe meer aan stijl. Nee, schrijven is voor mij geen therapie. Ik ben in het reine met mezelf.''
|
NRC Webpagina's 3 juli 1999
|
Bovenkant pagina |
|