|
|
Kannibaal keek in Blois dood in ogen
Door een onzer redacteuren
Dat ongelukje was echter niets vergeleken bij wat Merckx op de
wielerbaan van Blois zou overkomen, kort nadat hij zijn eerste Tour had
gewonnen. In de finale van de dernywedstrijd in Blois brak het pedaal
af van de motor van Reverdi, gangmaker van de Tsjechoslowaak Jiri
Daler. Achter deze combinatie reden Merckx en diens gangmaker Fernand
Wambst, in Blois de enige gangmaker met ervaring. Merckx kon de
vallende motor van Reverdi ontwijken door naar de bovenkant van de baan
te rijden. Daar reed hij echter tegen Daler aan en smakte tegen het
beton, waar hij bewusteloos bleef liggen. Wambst koos de onderkant van
de baan, maar daar schoof zojuist de motor van Reverdi voorbij. Hij
knalde er bovenop en was op slag dood. Merckx kwam in het ziekenhuis van
Blois pas bij bewustzijn. Een gekneusde rugwervel, in combinatie met een
verdraaid bekken, zou hem later vooral pijn bezorgen bij het klimmen.
"Mijn carrière kon daar even goed afgelopen zijn, of erger nog."
Het gevoel dat hij in '69 als klimmer had, zou Merckx na zijn val in
Blois naar eigen zeggen nooit meer hebben. Het weerhield hem er niet
van de Tour nog vier keer te winnen.
|
NRC Webpagina's 7 juli 1999
|
Bovenkant pagina |
|