|
|
Gele-truidrager klaagt Le Monde aan wegens publicaties
over doping
Armstrong valt uit zijn rol van stoïcijnse
pelotonleider
Door onze redacteur WARD OP DEN BROUW
De kritiek van Armstrong richtte zich gisteren vooral op Le Monde.
Dinsdagavond schreef dit gezaghebbende dagblad dat bij een
dopingcontrole in zijn urine corticosteroïden waren aangetroffen,
een ontstekingsremmer die alleen op doktersvoorschrift mag worden
gebruikt. In het artikel werd een link gelegd tussen het gebruik van
corticosteroïden en de verhouding tussen testosteron en
epitestosteron. Lon Schattenberg, voorzitter van de commissie voor
gezondheid en veiligheid van de Internationale Wielrenunie (UCI),
bestempelde het artikel als "wetenschappelijke nonsens". Armstrong: "Le
Monde is hier voor dopingverhalen, wij zijn hier om te fietsen. Dit
verhaal is slecht voor mij, voor de Tour en voor het wielrennen."
Le Monde liet zich niet van de wijs brengen door de verklaringen van
Armstrong en de UCI en publiceerde vanmorgen opnieuw een artikel met de
bewering dat de renner een verboden midel heeft gebruikt. In een
verklaring stelde de UCI zich gisteren nog achter Armstrong op. De
renner had volgens de UCI geheel volgens de regels gehandeld. Inderdaad
waren na de dopingcontrole op zondag 4 juli in de urine van Armstrong
"minimale sporen" van corticosteroïden aangetroffen. De stof
(triamcinolone acetonide) zat in een zalf (Cemalyt) waarmee de renner op
doktersadvies een allergische huidaandoening (een ruwe huid op het
zitvlak) had behandeld, aldus de UCI. Omdat een dag eerder deze stof
niet was aangetroffen na een urinecontrole, was volgens de UCI geen
sprake van een systematisch gebruik van deze zalf. "De sporen waren zo
gering dat van een prestatiebevorderend effect geen sprake was", zei
Armstrong, die doping als volgt definiëert: het gebruik van
verboden prestatiebevorderende middelen.
"Ze zeggen dat stress een oorzaak is van kanker", zei Armstrong cynisch
"Als je stress wil voorkomen, moet je niet naar de Tour de France komen
en de gele trui dragen." Een journalist van Le Monde vroeg Armstrong
waarom hij had ontkend recent op doktersvoorschrift een middel te hebben
gebruikt. "Noem je me een leugenaar of een dopinggebruiker", vroeg
Armstrong retorisch. "Een eenvoudige huidzalf smeren beschouw ik niet
als het gebruiken van een middel. Misschien heeft dat voor verwarring
gezorgd."
Armstrong had er begrip voor dat er als gevolg van de dopingaffaires van
een jaar geleden nu meer journalisten naar de Tour de France waren
gekomen. "Maar ik zou willen dat sommige journalisten wat professioneler
en met meer respect te werk gaan."
Ook de UCI riep journalisten op zich te verdiepen in alle aspecten van
het dopingvraagstuk alvorens er over te publiceren. "Daarmee kunnen
oppervlakkige en ongefundeerde beschouwingen worden voorkomen. Vaak
worden we geconfronteerd met twijfelachtige conclusies die de
integriteit van de renners aantasten." De UCI onderstreepte dat bij alle
controles die tot en met 19 juli in de Tour de France zijn uitgevoerd,
geen enkele renner positief is bevonden.
De Spaanse wielrenner David Extebarria won gisteren zijn tweede etappe
in de Tour de France. Vorige week won de Spanjaard uit de Once-ploeg de
etappe naar Saint-Flour. In de laatste bocht in Pau trok zijn
ploeggenoot Serrano de eindsprint aan voor Extebarria. Die versloeg op
de streep zijn landgenoot Arrieta, de Kazachstaan Vinokourov, de
Italiaan en de Colombiaan Contreras. Armstrong gaat in het algemeen
klassement aan de leiding voor de Spanjaard Escartin (6,15 sec) en de
Zwitser Zülle (7,28).
Michael Boogerd kreeg een straftijd van twintig seconden wegens stayeren
achter de auto. Ook moest hij een boete van zeventig gulden betalen. De
ploeg werd daarvoor beboet met vijfhonderd gulden.
|
NRC Webpagina's 22 juli 1999
|
Bovenkant pagina |
|