NIEUWS  TEGENSPRAAK  SUPPLEMENT  DOSSIERS  ARCHIEF  ADVERTENTIES   SERVICE


Tour de France

Nieuws

Uitslagen

Favorieten

Deelnemers

Route

Eerdere artikelen

Links

Mijn Tour

Door Herman Kuiphof
Een pure wielersportenthousiast ben ik niet en ook nooit geweest. Vroeger op de krant vroeg de hoofdredacteur mij bijna ieder jaar welk evenement ik met een bezoek dacht te vereren: Wimbledon of de Tour de France? Geloof het of niet, maar ik koos altijd Wimbledon. Misschien ben ik een eenzijdig mannetje, trouw aan mijn simpele voorkeuren.

Maar nu, als veteraan in de sportbeoordeling, vrees ik dat het in de nacht van maandag op dinsdag woelen en transpireren wordt. Niet eens vanwege de hoge temperaturen, maar vooral omdat dinsdag de eerste grote Alpenetappe op het menu staat en ik daar met grote belangstelling naar uitzie. Wellicht is het een lichte vorm van (hopelijk tijdelijke) krankzinnigheid, maar hard fietsen in het hooggebergte houdt mij aan de stoel geketend. Ik beweer helemaal niet dat de Tour in alles zo verdienstelijk is. Ik haal mij bijvoorbeeld die valpartij van een paar dagen geleden voor de geest, toen Jean-Marie Leblanc zijn werknemers over de weg vol algen en gladde krabbetjes heen stuurde. Toen zong ik mee in het koor der criticasters. Altijd vallen de verkeerden. Niet Virenque die het dubbel en dwars verdiend heeft, maar het kleinood van Scheveningen, Michael Boogerd. Die reed langzaam te water en verklaarde dat later door op zijn achtergrond te wijzen. Scheveningen dus. Toch nog gevoel voor humor.

Je zou zeggen: als de wielersport schoon schip wil maken, waarom is die Theo de Rooy er dan niet uitgeknikkerd, die niet eens aan drie leden van de ploeg-Boogerd heeft doorgegeven dat ze moesten wachten op hun kopman? Was dat wel gebeurd, dan zou hun grote man niet op zes minuten en nog wat zijn binnengekomen. Voetbaltrainers worden voor minder de woestijn in gestuurd. Het is een rare sport met vreemde wetten en deelnemers die van tevoren al weten waar ze zullen afstappen. Wedden dat we die Cipollini niet meer terugzien? Vier fantastische sprintoverwinningen, maar wetend dat hij in de bergen niets te zoeken heeft, mag hij vanaf nu op het strand gaan liggen. Ik wil het niet eens over slikken en spuiten hebben. De moderne wegrenner is misschien niet de brave borst die hij heel vroeger ooit is geweest. Maar ik geloof niet dat hij anders is dan de beoefenaar van een andere sport. We maken het nog mee dat ook in de voetballerij van alles aan het licht komt. Ik beroep mij hierbij op een van de somberste bijbelteksten welke ik uit mijn geheugen heb gepeurd: "De mens is geneigd tot alle kwaad". De enige, maar niet geringe troost luidt dat 'geneigd' niet hoeft te betekenen dat het ook gebeurd is.

Men kan mij duizend lelijke dingen vertellen over de Tour en zijn renners, die allemaal waar zijn en toch zal ik een Alpen- of Pyreneeënetappe niet gauw overslaan. Originele argumenten beperken zich daarbij tot het blote feit dat hier de mens grotendeels in zijn eentje vecht tegen de machtige natuur om hem heen en dat zulk een tweestrijd machtig is om te aanschouwen. Ik moet er bij zeggen dat het niet Joris van den Bergh is geweest die mij rijp voor de Tour heeft gemaakt, maar Tim Krabbé. Die schreef ooit De Renner, het boek dat mij over de streep haalde. Nergens kon ik het bemachtigen, tot een boekhandel op Ameland mij te hulp schoot. Toen ik dat gelezen had, was ik verkocht. Als u dit stukje leest heb ik de hele dag gekluisterd aan de buis gezeten. U mag mij rustig voor gek verklaren, maar spijt heb ik niet.

NRC Webpagina's
13 juli 1999


    Bovenkant pagina

NRC Webpagina's © NRC Handelsblad