Tour de France
Nieuws
Uitslagen
Favorieten
Deelnemers
Route
Eerdere artikelen
Links
|
Vals plat
GUUS VAN HOLLAND
Vroeger klaagden Tour-renners
niet zo gauw over kontpijn. Soms
meer dood dan levend sleepten
hun vermoeide lijven zich over de
nog onbegaanbare wegen van de
Franse Alpen en Pyreneeën. Om
de pijn van het lijden te verzachten
dronken ze elixers van alcohol en
cafeïne.
Amfetamines, cocaïne en strychnine waren geliefde middelen om het uitputtende avontuur enigszins te verlichten. De endorfine deed de rest. Tour-bedenker Henri Desgrange vond het prachtig. Laat ze maar slikken. Hij wilde heroïek, hij wilde het echte leven vol leed en verdriet. Wie de Tour won, was een man. Jaren later, toen de dopingcontroles werden ingevoerd, namen renners andere middelen tegen de pijn. Zoetemelk legde een rauwe biefstuk op het abces op zijn kont, trok zijn koersbroek aan en reed er vrolijk mee over de bergen. Dankzij de farmaceutische industrie kunnen de renners nu over veel doeltreffender middelen beschikken. Pijnstillers in overvloed. De meeste middelen zijn verboden, omdat er een stimu[-]lerende werking vanuitgaat en ze bij te hoge doses en langdurig gebruik de gezondheid aantasten. Maar wie er een briefje van de dokter bij krijgt, mag sommige medicijnen nemen - wielrenners zijn tenslotte ook mensen. Zuigtabletje onder de tong, spuitje in de dij en zalfje op de billen. Zou er nog een renner zijn die zonder kan? Of een die puur natuur fietst, gewoon op bruin brood met pindakaas, andijvie en een bal gehakt? Een die afstapt als hij pijn heeft of net zo lang doorgaat tot de vellen erbij hangen? Er was één Fransman. Maar die werd weggehoond alvorens hij afstapte. De anderen zijn de baby's van de Tour-artsen. Ze smeren zalf op hun pijnlijke knieën en billen en menen heroïsche strijd te leveren. Helden? Kom nou. We willen bloed, zweet en tranen.
|
NRC Webpagina's
22 juli 1999
|