|
|
Ploeg De Rooy valt even op
Knecht Lotz uit schaduw van Boogerd
Door onze redacteur WARD OP DEN BROUW
In een ploeg van routiniers was het tweedejaars prof Lotz die de
Raboploeg een nieuwe stimulans gaf. De ploeg verkeerde in een
rouwstemming sinds kopman Boogerd door een belabberde tijdrit en
valpartijen al snel kansloos was voor een hoge klassering in de Tour.
Ook in de twee Alpenetappes kon de Raboploeg geen vuist maken.
"Niet dat er een sfeer van verslagenheid was, maar gisteravond hebben we
nog een bespreking gehad om de jongens vertrouwen te geven", zei De
Rooy na afloop van de etappe in Saint-Flour. "Eindelijk hebben we
vandaag weer eens kunnen doen wat we hadden afgesproken en dat is
belangrijk voor de moraal. Tot nu toe reden we alleen maar van A naar B
om vervolgens weer naar het hotel toe te gaan. Dat was dodelijk saai.
Je merkt tijdens de wedstrijd dat de jongens opleven als ze horen dat
er een van hun weg is."
Voor de start van de etappe zag het er niet naar uit dat er voor een
renner van Rabobank een hoofdrol was weggelegd. Het grootste deel van
de nog zeven renners tellende ploeg voelde zich ziek, zwak of
misselijk. Lotz voelde zich uitstekend. "Zijn gezondheid is zijn
kracht", zei assistent-ploegleider Adri van Houwelingen. "Hij is nooit
ziek." Lotz, tevens kamergenoot van Boogerd, haalde zijn ploeg uit de
negatieve spiraal. "We houden de moed erin. Als je dat niet doet, kun
je net zo goed afstappen." Pas enkele dagen voordat de Raboploeg
afreisde naar Frankrijk, werd Lotz opgeroepen. De eerste reserve
verving de Zwitser Niki Aebersold, die te veel hinder ondervond van een
achillespeesblessure. "Ik heb laten zien dat ik meer ben dan een
reserve", sprak Lotz gisteren trots.
Ook Boogerd was blij dat Lotz meeging naar de Tour; de kopman van de
Raboploeg laat zich het liefst seconderen door Lotz, een renner die
zich helemaal wegcijfert. De rolverdeling tussen de Hagenaar en de
Limburger dateert van de Dauphiné Libéré van het
voorjaar van '98.
Vanaf de reservebank mocht Lotz vorig najaar als eerstejaars prof ook
mee naar de Ronde van Spanje. Daar verving hij de Oostenrijker Peter
Luttenberger. Een maand na de Vuelta nam bondscoach Gerrie Knetemann
hem op aandringen van Boogerd op in de nationale ploeg voor het
wereldkampioenschap in Valkenburg. Dat was voor hem een bijzondere
ervaring. Niet alleen omdat het WK zich afspeelde in zijn eigen dorp,
maar ook omdat zijn twee maanden eerder overleden vader op de Cauberg
begraven is.
Net als tijdens het WK en drie dagen geleden op de Alpe d'Huez genoot
Lotz op het ruim tweehonderd kilometer lange parkoers van de vele
toejuichingen. "Er stonden een heleboel Nederlanders langs de kant. De
meesten wisten niet wie ik was, dus riepen ze maar 'Hup Holland Hup'."
Nog elke dag verbaast de voormalige HTS'er zich over het spektakel dat
Tour de France heet. "Dit is bijvoorbeeld niet te vergelijken met de
Ronde van Spanje. Er staan veel meer mensen langs de kant, er zijn veel
meer journalisten." Zoals elke andere renner wil Lotz Parijs halen. Aan
zijn fysieke conditie zal het niet liggen. Na elke etappe herstelt hij
wonderbaarlijk snel.
Terwijl Lotz deel uitmaakte van de acht man sterke kopgroep, realiseerde
hij zich dat de beelden thuis in Nederland rechtstreeks op de tv te
volgen waren. , ,Dat maakt je extra sterk." Het heuvelachtige parkoers
deed hem denken aan zijn eigen provincie. "Het was hier net Limburg in
het groot." Ook na de Tour verwacht ploegleider De Rooy nog het een en
ander van Lotz, met name in de wereldbekerwedstrijden. "Daar kan hij
misschien wat meer vrijheid nemen. Hij gaat absoluut niet kapot uit de
Tour komen. We kunnen nog heel veel plezier aan hem beleven."
|
NRC Webpagina's 17 juli 1999
|
Bovenkant pagina |
|