D O S S I E R R I J K S B E G R O T I N G '97
|
INHOUD
|
DefensieMilitair terug in het gelidHet nieuwe Nederlandse beroepsleger moet meer gezag uitstralen. Als "zwaardmacht" van de overheid nemen de krijgsmachtdelen een bijzondere positie in binnen de samenleving. Daarom moet er een nieuwe gedragscode komen, een vertaling van de eisen die Defensie aan het beroepspersoneel stelt. De komende maanden zal die code bij landmacht, luchtmacht, marine en marechaussee nader worden uitgewerkt.
Dit staat in de toelichting op de begroting van Defensie 1997 (13,3 miljard). ,,Militairen werken goed samen zowel met militairen van de eigen eenheid als met collega's in internationaal verband. Militairen treden doortastend op en laten zich niet provoceren. Zij hebben respect voor andere volkeren en culturen. In voorkomende gevallen kunnen zij hardheid combineren met humaniteit'', aldus de toelichting. In het verleden was er vaak de klacht, onder meer van bondgenoten, dat het Nederlandse leger gebukt ging onder inspraak en de eisen van vakbonden. Het straalde te weinig professionaliteit uit. Neus- en oorringen, tatouages, lang haar en stickies waren daarvan de oorzaak. Overigens was er bij internationale oefeningen vaak wel waardering voor de inzet en prestaties van de Nederlandse militairen. Werkgever Defensie heeft nog niet precies aangegeven wat de nieuwe gedragscode voor gevolgen zal hebben, maar minister Voorhoeve schrijft dat ,,in de samenleving over vele zaken zoals arbeidsverhoudingen, waarden en normen anders wordt gedacht dan vijfentwintig jaar geleden''. Hoofdelementen van de gedragscode zijn daarom:
De verscherping van de regels is mede ingegeven door ervaringen van de landmacht in Bosnië. De Finse mevrouw E. Rehn, rapporteur van de Verenigde Naties op het terrein van mensenrechten, heeft voor het VN-tribunaal in Den Haag in juni verklaard dat de Nederlandse militairen in de moslim-enclave Srebrenica zich wel erg strikt aan hun oorspronkelijke opdracht hadden gehouden en meer hadden kunnen doen voor de moslim-vluchtelingen. In zijn memorie van toelichting geeft Voorhoeve aan dat militairen van hoog tot laag elkaar zonodig op de naleving van de gedragscode moeten aanspreken. Bij de krijgsmachtdelen en op het ministerie bestaat nog wel aarzeling of het gemakkelijk zal zijn die striktere regels geaccepteerd te krijgen en vooral ook nageleefd.
|
NRC Webpagina's
17 SEPTEMBER 1996
|
Bovenkant pagina |