Overzicht eerdere afleveringen
WEER
BETROUWBAARHEID
WEERPRAATJES
WEERNET
WEER-TV
GEZONDHEID
LINKS
|
Netwerk
Een wereldwijd netwerk, van satellieten op 36.000 kilometer
hoogte tot tientallen boeien in oceanen, zorgt dagelijks voor de
waarnemingen van het weer, die de basis voor alle voorspellingen
vormen. Een eveneens wereld wijd opererend instituut, de WMO (Wereld
Meteorologische Organisatie, een onderdeel van de VN), ziet erop toe
dat op weerkundig gebied bijna alle landen samenwerken.
Waarnemingen Waarnemingen van weer en at mosfeer worden gedaan
met be hulp van 9.500 weerstations op het land, 7.400 schepen, 3.000
vliegtuigen, 250 boeien in het water, 800 radiosondestations, 200
monitorstations en een aan tal radars en satellieten.
Satellieten Satellieten maken met de beelden die ze naar de
aarde door geven wolken en mist zichtbaar, ze meten de temperaturen en
de verschillen daartussen, alsmede de vochtigheid. Door een aantal
achtereenvolgende opnamen met elkaar te vergelijken worden de
bewegingen van bijvoor beeld depressies en cyclonen zichtbaar en zijn er
voorspellin gen te doen wanneer ze een bepaald gebied zullen
bereiken. Er zijn twee soorten satellieten die voor de meteorologie
wor den gebruikt: de polaire en de geostationaire. De polaire
satellieten draaien op 800 kilometer hoogte in een baan om de aarde en
zorgen ervoor dat elke plek ten minste tweemaal per dag zichtbaar is.
Op 36.000 kilometer hoogte bewegen de geosta tionaire satellieten in
hetzelfde tempo als waarin de aarde om zijn as draait. De
geostationaire satellieten, gewoonlijk vijf, hou den daardoor permanent
een verschillend deel van de aarde in het vizier. Twee polaire en vijf
ge ostationaire satellieten brengen samen de hele wereld in beeld.
Weercentra De weersgegevens die van alle kanten
binnenstromen, worden in drie meteorologische centra op de wereld
verzameld en be werkt. Deze zijn gevestigd in Washington, Moskou en Mel
bourne. Van daaruit worden de gegevens aan 26 regionale cen tra
doorgegeven, waarvan er vier in Europa zetelen: Bracknell, Offenbach,
Parijs en Praag. Ne derland betrekt zijn gegevens uit het Engelse
Bracknell, terwijl het KNMI, een van de 160 nationale centra, de
Nederlandse gege vens aan het regionale netwerk doorgeeft.
Computers Een snelle uitwisseling van weer gegevens is
onontbeerlijk voor het maken van een adequate weersverwachting. Daarom
staan de computers van de meteorologische instituten met elkaar in
verbinding en worden in alle landen dezelfde cijfercodes ge bruikt,
zodat zich bij het uitwisse len van gegevens - ook dat ge beurt via de
satellieten - geen taalproblemen voordoen. Computermodellen zetten
de waarnemingen om in prognoses: zogenoemde numerieke weers
verwachtingen die vooral van be lang zijn voor de (middel)lange termijn
en die de computers bo vendien kunnen omzetten in kaarten. Deze
numerieke ver wachtingen zijn voor Nederland afkomstig uit het Engelse
Reading. Daar is het Europees Centrum voor Weersverwachtingen op
Middellange Termijn (ECMWF) gevestigd. Weerstations De
internationale gegevens worden gecombineerd met de nationale
waarnemingen. Over Nederland verspreid liggen tientallen weerstations
waar temperatuur, luchtdruk, windrichting en dergelijke worden gemeten
en nog eens 300 meetpunten om de neerslag te registreren. Om deze
grondmetingen aan te vullen wordt in De Bilt om de zes uur een ballon
met een radioson de 30 kilometer hoog gestuurd. De instrumenten meten de
temperatuur, de luchtdruk en de lucht vochtigheid op diverse hoogten en
geven deze informatie als een radiosignaal naar een grondstation door,
dat bovendien kan be palen waar de ballon zich pre cies bevindt. Ook
radarsystemen worden door de meteoroloog gebruikt, in het bijzonder
omdat zij geschikt zijn weersverschijnselen die snel opkomen, zoals een
bui, zichtbaar te maken.
|
NRC Webpagina's
28 augustus 1997
|