De Philips G110 televisie gedemonteerd
(bouwjaar 1989/1990)
1. Aansluiting hoogspanning
Zet een spanning van 2.500 volt op de beeldbuis. Dient om de elektronen
in de beeldbuis te versnellen.
2. Beeldbuis
3. Luidspreker
4. Afbuigjuk
Voor horizontale en verticale afbuiging van de elektronen
5. Elektronenkanonnen
De 'basiskleuren' rood, groen en blauw hebben elk een eigen elektronenkanon.
De rode, groene en blauwe spikkels ('fosforeilandjes') op het scherm worden
elk apart bestraald.
6. Tuner
Het ontvangstdeel
7. Middenfrequent en geluid
Met één tv-signaal worden drie verschillende soorten informatie
verzonden: de luminantie (helderheid van het beeld), de chroma-inhoud (kleuren)
en het geluid in stereo. Dit apparaat ontleedt het tv-signaal in deze drie
componenten.
8. SCART-aansluiting
Staat voor: Société des Constructeurs Appareil Radio et Télévision.
Bedoeld voor randapparatuur als videorecorders, decoders, satelliettuners
en computers.
9. Programmavoorkeuze
10. Voeding
Maakt van de 220 volt wisselstroom uit het stopcontact gelijkstroom voor
elk onderdeel van de tv een andere spanning.
11. Beeldbuisvoet
Stuurt de elektronenkanonnen aan. De draad eraan is de aarding.
12. Teletekstmodule
Kleine computer met onder meer het geheugen voor een aantal teletekstpagina's
13. Lijntrafo
Zorgt, met de afbuigspoelen, voor de afbuiging van de elektronen van links
naar rechts per beeldlijn. Nederlandse tv-uitzendingen kennen 625 horizontale
beeldlijnen. Deze worden 25 keer per seconde vernieuwd.
|