Spreek uit: hoompeetsj
Lara Ankersmit
Het Internet is niks bijzonders. Alleen, er wordt te moeilijk over
gepraat.
Eerst had je rooksignalen, toen kwamen de postkoets en de krant, daarna
de telefoon, de radio en televisie. Er is een moeilijk woord voor al die
dingen: medium. Het betekent dat je allerlei geschreven en
gesproken verhalen van A naar B kunt sturen. Het medium "draagt' de
verhalen.
Sinds enkele jaren praat iedereen over een nieuw medium:
Internet. Heel veel mensen praten er heel erg moeilijk over. Ze
hebben het over de Elektronische Snelweg, of Cyberspace, of over
het World Wide Web. Terwijl het allemaal heel simpel is.
Op de meeste scholen staat wel een computer. In veel huizen staat een
computer. In vrijwel alle kantoren, winkels en bedrijven staat een
computer. Je kunt al die computers met elkaar verbinden. Dit gaat via de
telefoonlijn. Al die computers samen vormen het Internet.
Allerlei mensen en bedrijven hebben een eigen "adres' op het Internet.
Hier kun je de dingen vinden die ze aan jou willen vertellen: hun
hobby's, welke muziek ze leuk vinden, hun leeftijd of bijvoorbeeld de
spelletjes die ze aan je willen verkopen.
Al die adressen op het Internet kun je zien als tijdschriften. Ze
hebben een voorkant (de homepage, spreek uit: hoompeetsj), en
bladzijden binnenin. Zo'n tijdschrift noemen we een website (spreek uit:
websaait). Op de homepage staat de inhoudsopgave van de website.
Nu kan het zijn dat Piet uit Groningen een eigen homepage heeft.
Hierop vertelt hij bijvoorbeeld dat hij fan is van de Backstreet Boys.
Ook weet hij dat Hannelore uit Zweden net zo gek is van deze groep. Piet
kan dan op zijn homepage naar Hannelore verwijzen. Dit doet hij met een
hyperlink (spreek uit: haaiperlink). De hyperlink is op Piets
homepage te herkennen aan een speciale kleur (meestal blauw), of de
aanwijzing "klik hier'. Met de muis van je computer kun je dan naar de
hyperlink toegaan, en op de knop drukken. Dan kom je vanzelf bij
Hannelore terecht.
Maar natuurlijk zijn Piet en Hannelore niet de enigen die van de
Backstreet Boys houden. Om ook nog anderen te vinden, heb je een
"zoekmachine' nodig. Deze machine zoekt alle websites op die over het
onderwerp gaan waarnaar je op zoek bent. Meestal vind je er vele
duizenden.
Naar al deze duizenden adressen kun je ook elektronische post sturen,
ofwel e-mail (spreek uit: ie-meel). Op die manier kun je nieuwe
vrienden maken over de hele wereld.
Alle websites bij elkaar vormen het belangrijkste deel van het
Internet, het World Wide Web. Je kunt het zien als het tijdschriftenrek
bij Albert Heijn. Maar net als in de supermarkt zijn er op het Internet
ook prikborden _ alleen heten ze hier nieuwsgroepen. Hierop kun je je
eigen opmerkingen kwijt over tal van onderwerpen. De prikborden zijn te
vinden in het Usenet (spreek uit: Joeznet). "Use' is Engels voor
"gebruiken'. Dus wie houdt je tegen?
|