NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 



Overzicht eerdere
afleveringen


INHOUD
CONTINENTEN OP DRIFT
BELEGGEN
CONJUNCTUUR
CRISIS 1929
CONJUNCTUURCYCLI
PSYCHOLOGIE
BEGRIPPEN
ONDERNEMERS
BEDRIJVEN
CRISIS 1973
WERKLOOS
REGERING
GRAFIEKEN
LINKS

Rusland | Europese Unie | Verenigde Staten | Latijns Amerika | Oost Europa | Azië

Continenten op drift

Nederland is een klein land te midden van continenten op drift. De voorspellingen voor de groei van de wereldeconomie versomberen. Azie is nog altijd in crisis, de toestand van Rusland is deplorabel en Latijns Amerika wordt meegesleept in financiele chaos. Wat is er aan de hand?

Rusland
Vergeleken met de problemen in Rusland zijn de moeilijkheden in andere werelddelen slechts onschuldig. Een jaar lang hebben de leiders van - in oppervlakte - het grootste land ter wereld de schijn van voorspoed kunnen ophouden. Tot augustus, toen de hippe kleren van de tsaar slechts opgelapte lompen van een keuterboer bleken. De roebel stortte in, de beurs in Moskou kelderde en schuldverplichtingen werden eenzijdig geherstructureerd.

De markten hadden hun vertrouwen in Rusland verloren. Er worden veel te weinig belastingen geind om de overheid draaiende te kunnen houden. En de deplorabele toestand van de industrie is niet verbeterd sinds het einde van het communisme. Het land is nog niet in staat zijn potentiele rijkdommen in geld om te zetten. Op zichzelf maakt het voor de wereldeconomie niet veel uit of het nu goed of slecht gaat in Rusland, daarvoor stelt het land economisch gezien te weinig voor. Maar de politieke gevaren van een kernmacht op drift zijn groot genoeg om de rest van de wereld in beroering te brengen. Bovendien kan het geschonden vertrouwen in de `opkomende economie' van Rusland schadelijk zijn voor de houding van beleggers tegenover landen in Azie, Oost-Europa en Latijns Amerika. Om over Afrika maar te zwijgen.

Europese Unie
De economische groei in de Europese Unie daalt van 2,9 procent dit jaar tot 2,5 procent volgend jaar, aldus het IMF. De groei in de elf landen die aan de euro meedoen (Duitsland, Frankrijk, Italie, Spanje, Nederland, Belgie, Oostenrijk, Finland, Portugal, Ierland en Luxemburg) zal volgend jaar 2,8 procent bedragen, tegen 3 procent dit jaar. Voorwaar geen slechte cijfers, ondanks de groeidaling.

De euro, die in januari de rol van de nationale munten overneemt, maakt Europa minder gevoelig voor hectiek op de financiele markten dan voorheen. De Europese landen drijven vooral handel met elkaar, en valutakoersrisico's zijn een belangrijke barriere voor internationale handel. Maar de export naar de belangrijkste handelsgebieden buiten de eurozone (de VS, Azie en Groot-Brittannie) staat onder druk. Veel Europese bedrijven melden al last te hebben van de crisis in Azie, en in de VS en Groot-Brittannie zal de groei volgend jaar fors lager zijn. Bovendien daalt de koers van de dollar ten opzichte van de euro, wat Europese producten duurder maakt in de VS. Daarentegen worden grondstoffen die in dollars worden afgerekend, zoals olie, juist goedkoper. Dit dempt de inflatie en vergroot ook de mogelijkheid met een renteverlaging de vraag te stimuleren. Doordat export geen belangrijke motor zal zijn in de individuele landen van de eurozone, neemt het belang van de binnenlandse vraag in het hele eurogebied toe. En die vraag groeit, volgens het IMF. Bovendien daalt de - nog altijd hoge - werkloosheid in de eurozone volgend jaar van 11,8 procent naar 11,3 procent. Ook lijkt een voorzichtig herstel op te treden van de Duitse economie, de belangrijkste exportmarkt voor Nederlandse producten. Het belangrijkste gevaar voor Europa lijkt vooralsnog de onzekerheid op de financiele markten. Als de koersen nog verder dalen, verdwijnen de winsten die kleine beleggers met hun aandelen hebben gemaakt. Dit verkleint de bestedingsruimte en dus de binnenlandse vraag. Ook het vertrouwen in de economie zal er niet groter door worden.

Verenigde Staten
Amerikaanse economen waarschuwen voor een recessie. Verwacht het IMF nog een groei van 2 procent voor volgend jaar, de zakenbank JP Morgan voorspelt dat in het tweede en derde kwartaal van 1999 de economie van de VS zal krimpen. De crisis in Azie is de belangrijkste oorzaak.

Amerikaanse multinationals zien de winsten die zij in andere werelddelen halen, dalen. Ook neemt de export af. En door de scherpe daling van de aandelenkoersen zullen de bestedingen in de VS omlaag gaan; de consumenten zijn voorzichtiger geworden. De werkloosheid loopt licht op, wat de binnenlandse bestedingen verder onder druk zet. De Fed, het stelsel van centrale banken, heeft vorige week de rente verlaagd om een impuls te geven aan de bestedingen en investeringen - en dus de beurskoersen. Analisten verwachten dat de rente verder zal dalen, tot een niveau van 3,5 procent. Dit kan, omdat het gevaar voor inflatie niet groot is. De koers van de dollar is ten opzichte van veel valuta gedaald, waardoor de prijzen van grondstoffen in de VS zijn gezakt. Canada heeft in augustus juist de rente verhoogd teneinde de koers van de Canadese dollar te ondersteunen. Het is de vraag of dit geen negatief gevolg heeft voor de groei, die ook in Canada onder druk staat.

Latijns Amerika
Als gevolg van de financiele perikelen in Azie is ook in Latijns Amerika een acute crisis uitgebroken. Vooral Brazilie kreeg het zwaar te verduren. Het land kampt met een hoge staatsschuld en een groot financieringstekort. Beleggers zagen dit als een risico en trokken zich terug uit Brazilie en andere Latijns-Amerikaanse landen. De centrale banken moesten daarop een groot deel van hun valutareserves aanspreken om hun munten te ondersteunen. Veel Latijns-Amerikaanse munten zijn gekoppeld aan de dollar. Vasthouden aan die koppeling is zeer kostbaar als de markten speculeren tegen de munten. Inmiddels heeft Brazilie een programma voor schuldvermindering aangekondigd dat door de Amerikaanse minister van Financien, Rubin, ,,zeer bemoedigend'' is genoemd.

De daling van de olieprijs is bovendien nadelig voor Colombia, Mexico en vooral Venezuela, drie olieproducerende landen. Dit tast de groei in die landen aan. Zeker in combinatie met de onrust op de financiele markten en de stijgende rente, waardoor de landen worden genoopt budgettaire maatregelen te nemen die de groei verder kunnen beperken. Chili is extra gevoelig voor de recessie in Azie, dat eenderde van de export afneemt, het drievoudige van de andere Latijns-Amerikaanse landen.

Oost-Europa
De drie belangrijkste landen in Oost-Europa - Tsjechie, Hongarije en Polen - hebben vooralsnog weinig te duchten van de crisis in Rusland. Slechts enkele procenten van hun export gaan naar de landen van de voormalige Sovjet-Unie. De Europese Unie is een veel belangrijker exportgebied.

Toch hebben de financiele markten in Oost-Europa te lijden gehad onder de Russische crisis. De nieuwe markteconomieen zijn heel gevoelig voor de stemming op de internationale kapitaalmarkten. Als de crisis in Rusland verscherpt, kan tevens het vertrouwen dalen in de Oost-Europese markten. Ook de crises in Azie en Latijns Amerika kunnen vervelende gevolgen hebben voor Oost-Europa. Investeerders en bedrijven hebben het afgelopen jaar veel geld verloren in de emerging markets. Dit kan betekenen dat de animo om geld te steken in Oost-Europa sterk is verminderd. Het IMF voorziet voor 1999 een kleine daling van de directe investeringen in alle ex-communistische landen. De tekorten op de lopende rekening van de betalingsbalans en de daarmee gepaard gaande behoefte aan buitenlandse valuta maken Oost-Europa extra gevoelig voor wisselende stemmingen op de kapitaalmarkten. Vooralsnog is de economische ontwikkeling in Polen en Hongarije voorspoedig. Alleen Tsjechie kampt met problemen, als gevolg van de financiele crisis van vorig jaar. De hervormingen, die aanvankelijk voortvarend begonnen, waren tot stilstand gekomen. Anders dan in Polen en Hongarije loopt de binnenlandse vraag in Tsjechie terug en stijgt de werkloosheid.

Azië
Na de financiele crisis van vorig jaar zijn de Aziatische landen van krachtige tijgers veranderd in aangeschoten wild. Japan, dat een kwart tot eenderde uitmaakt van de Aziatische economie, is het best te vergelijken met een luiaard. Ondanks de zeer lage rente en dalende prijzen neemt de binnenlandse vraag in Japan af. Herstel lijkt nog niet nabij. Voor dit jaar verwacht het IMF een krimp van de economie van 2,5 procent. Voor 1999 wordt een groei verwacht van 0,5 procent, maar dat zou gemakkelijk lager kunnen worden.

Doordat de koersen van de Aziatische munten zijn gedaald, is de export toegenomen - behalve van Hongkong, dat functioneert als een voorpost van China. Maar omdat de Aziatische landen voor het grootste deel naar elkaar exporteren, kan groei hiervan geen impuls geven aan de Aziatische economie als geheel. Daarvoor moet de binnenlandse vraag gestimuleerd worden. Dit zal, zeker op korte termijn, ten gunste komen van de economische ontwikkeling in het Westen. Er zijn dan immers meer exportmogelijkheden. Maar wellicht het belangrijkste is de noodzakelijke sanering van het Aziatische financiele systeem. Japanse banken hebben enorme ongedekte kredieten uitstaan, die zijn ontstaan tijdens de `luchtbeleconomie' van de jaren tachtig. De innige samenwerking tussen banken, bedrijven en politiek is de fundamentele oorzaak van deze financiele impasse. Alleen een drastische verandering van het Japanse economisch-politieke systeem kan leiden tot een gezond bancair systeem. Vooralsnog lijkt dit nog niet te gebeuren.

NRC Webpagina's
22 oktober 1998

   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) OKTOBER 1998