IDFA
ARTIKELEN
POLITICI: DISCUSSIE
FILM EN VIDEO
GROEPSPORTRET
RECENSIES
INTERVIEWS
|
Film en video nader op het IDFA
Door HANS BEEREKAMP
De twee competitieprogramma's van het International Documentary
Filmfestival Amsterdam (IDFA) groeien naar elkaar toe in belang, maar
nog steeds staat de Joris Ivens Award voor de beste op film
gepresenteerde documentaire in hoger aanzien dan de Zilveren Wolf voor
de beste documentaire die als video vertoond wordt. Over de
oorsprong van het materiaal hoeft dit onderscheid niet beslissend te
zijn: sommige filmdocumentaires bevatten videobeelden, er zijn ook films
die op video werden gemonteerd en afgewerkt.
|
Marinus van der Lubbe
|
Het is bijna traditie dat de Joris Ivens Award aan het slot van het
festival niet terecht komt bij een film, waar op voorhand veel over
gepraat werd. Jury's bekronen bijna per definitie niet een
controversiële film zoals dit jaar Nick Broomfields Kurt &
Courtney, omdat daar geen unaniem oordeel over verkregen kan worden.
Ook de twee Nederlandse documentaires in de filmcompetitie lijken geen
favorieten: de internationale belangstelling voor Niek Koppens De
keuken van Kok zal beperkt blijven, en Joost Seelens Water en
vuur, over het aandeel van Marinus van der Lubbe in de Rijksdagbrand
(1933), doet teveel aan mythevorming.
De winnaar zal ook dit jaar waarschijnlijk een documentaire film zijn
met een humanistische boodschap. Een kandidaat is de Poolse productie
Fotoamator van Dariusz Jablonski, waarin de geschiedenis van het
joodse getto in Lodz wordt gereconstrueerd uit verschillende bronnen:
zeldzame amateurfoto's in kleur, gemaakt door een Duitse officier; een
in zwart-wit gefilmd getuigenrelaas van een overlevende; fragmenten uit
brieven en memo's van de bezetter; en beelden van de locaties in hun
huidige staat. Fotoamator is een keurige documentaire met
verrassend bronnenmateriaal, dat toch weinig nieuw licht werpt.
Leve blant løver (Living amongst Lions) van Sigve Endresen
trok dit jaar in de Noorse bioscopen meer bezoekers dan enige speelfilm
van eigen bodem. Kennelijk is het publiek daar bestand tegen het
mogelijk deprimerende effect van dit groepsportret van jonge
kankerpatiënten, wie de een na de ander een doodvonnis wordt
aangezegd. Endresen benadrukt in zijn volstrekt integere en
indrukwekkende film steeds de levenskracht van zijn hoofdpersonen, maar
ik voelde me toch beroerd na afloop.
Tot nu toe is mijn favoriet Hlebni den (Bread Day) van de Rus
Sergei Dvortsevoj, van wie IDFA eerder Stsjastje (Het geluk)
vertoonde. In een klein uur laat Dvortsevoj zien hoe de wekelijkse komst
van een handmatig binnengeduwde treinwagon met enige tientallen broden
een nog slechts door bejaarden bewoond gehucht in rep en roer brengt. Er
wordt geruzied bij de bakkersvrouw, die terugscheldend haar
verantwoordelijke functie verdedigt. En er zijn hoofdrollen voor een
geit, een bok en een magere teef die haar hongerige jongen ook al nee
moet verkopen. Zo zuiver en doeltreffend worden documentaires alleen
maar in Rusland gemaakt.
|
NRC Webpagina's
25 november 1998
|