NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 




Overzicht eerdere
afleveringen


 DOPING
 ONGELIJKE STRIJD
 DDR
 LABORATORIUM
 CREATINE
 BODYBUILDING
 AFFAIRES
 VERBODEN
 BLOEDCONTROLE
 CONTROLE
 OUD-SPORTERS
 NECEDO
 ILLEGALE HANDEL
 STRAFFEN
 CONFERENTIE
 GRAFIEKEN
 LINKS

| Goed opgevoed | Voorgoed genezen | Zwarte koffie


Conny van BentumNaam: Conny van Bentum (33)
Sport: zwemmen, periode 1979-1989
Beroep: arts
Prestaties: meervoudig Nederlands kampioene 100 en 200 m vrije slag,tweemaal zilver en eenmaal brons op 4x100 m vrije slag Olympische Spelen

,,Toen ik voor het eerst in de Nederlandse ploeg kwam, heerste er al zo'n sfeertje, zo van: die DDR-meiden, die deugen niet. Oost-Duitsland stond voor groot, grof en behaard. Onderling maakten we er destijds de nodige grappen over. Moet je die zien, met die enorme schouders en die enorme spierbundels. Maar altijd met een ondertoon van: we worden bedonderd waar we bijstaan, maar we kunnen niets bewijzen. En zo was het ook, want op een enkele uitzondering na werd niemand gepakt. Al bleef het natuurlijk uiterst verdacht dat sommige zwemsters zich plotseling afmeldden voor een groot toernooi zonder duidelijk aanwijsbare reden. ,,Of ik mij bestolen voel? Natuurlijk had ik zelf ooit graag de hoogste trede willen beklimmen. Het enige dat ik zo nu en dan betreur, is dat er destijds nog geen out-of-competition-controles bestonden. Dat ze plotseling op je stoep hadden gestaan, dan had ik het nog wel eens willen zien. Maar verbitterd, nee, dat ben ik zeker niet. Ik kijk met veel plezier terug op mijn zwemcarrière, ondanks het feit dat sommige concurrentes vals hebben gespeeld. ,,Bovendien: moet ik jaloers zijn op vrouwen die blijvend letsel hebben overgehouden aan de topsport? Nee toch zeker! Ze hebben destijds weliswaar een gouden medaille gewonnen, maar wat is de waarde daarvan? Nul komma nul. Hun kleinkinderen krijgen die plak nooit te zien. ,,Zelf ben ik nooit in de verleiding gekomen. Ik ben keurig opgevoed. Niet roken, niet drinken - die lessen kreeg ik van huis uit mee. Bovendien heeft niemand mij in al die jaren ooit een pilletje of een spuitje aangeboden. En eerlijk is eerlijk: ik was dertien toen ik bij de Nederlandse ploeg kwam. Een kind nog. Ik wist van niks. Als een trainer of een arts toen tegen mij had gezegd: hier, neem nog een lekker vitaminepilletje, had ik waarschijnlijk ook geen nee gezegd.''


Naam: Piet van der Kruk (57)
Sport: gewichtheffen en kogelstoten, periode 1960-1969
Beroep: adviseur NOC*NSF Prestaties: meervoudig Nederlands kampioen kogelstoten en gewichtheffen (zwaargewicht)

Piet van der Kruk

,,Mijn ogen gingen pas echt open in de jaren zeventig, toen ik bondscoach was van de Nederlandse gewichtheffers. Vraag me niet meer naar het jaartal, maar ergens in die tijd hadden we een groot kampioenschap in Bulgarije, in Sofia om precies te zijn. We waren ondergebracht in een groot theater. Een prachtige locatie, maar halverwege het toernooi moesten we plotseling voor een dag uitwijken naar een circustent omdat er een grote partijconferentie was belegd. Normaal gesproken beschikt iedere gewichtheffer over een eigen nis met gordijnen. Nou, in die circustent was daar geen sprake van en dus zat iedereen achter het podium gewoon naast elkaar. Wat ik toen heb gezien! Her en der ging de spuit erin. Zonder enige gêne. De schellen vielen van mijn ogen. ,,Dopingcontroles bestonden niet toen ik nog actief was. Maar goed, dan hebben we het ook over de jaren zestig. Maar dat er gebruikt werd, was wel duidelijk. Dat las je in de krant, dat zag je als je om je heenkeek. Van die kleine, maar zware, opgeblazen kereltjes.

Ja, vooral uit Oost-Europa. Bij mijn enige olympische optreden, in 1968 in Mexico, werd ik negende. Tien tegen een dat ik een paar plaatsen was opgeschoven als er was gecontroleerd. ,,Wat wist ik van doping? Helemaal niets. Het bestond, maar niemand die erover sprak. Ik had weleens van dianabool gehoord, maar wat het was? Al sloegen ze me dood. Pas tegen het einde van mijn carrière ben ik zelf op onderzoek gegaan. Het lichaam werd een dagje ouder, maar ik wilde me niet laten kennen. Het was kiezen of delen. Ik kwam uiteindelijk terecht bij een huisarts. Een hele verstandige man die mij wees op de kwalijke gevolgen van dopinggebruik.

Toen was ik genezen. ,,Als die man mijn pad niet had gekruist, weet ik niet wat ik had gedaan. Laat ik het zo zeggen: ik durf niet te beweren dat ik het niet gebruikt zou hebben als het mij was aangeboden. Inmiddels weet ik hoe bepaalde middelen een menselijk lichaam kunnen verwoesten. Sinds vier jaar ben ik voorzitter van de begeleidingscommissie 'Lijf, sport en middelen', een werkgroep die opereert onder de vlag van het NeCeDo. We geven onder meer voorlichting aan sporters en artsen.''


Jan Derksen Naam: Jan Derksen (79)
Sport: baanwielrennen, Periode 1938-1963
Beroep: gepensioneerd
Prestaties: vijftienvoudig Nederlands kampioen en drievoudig wereldkampioen op de sprint

,,Doping is zo oud als de sport zelf. Het heeft namelijk alles te maken met voeding. Als ik hoor wat die jongens van tegenwoordig allemaal tot zich nemen en ik vergelijk dat met wat wij destijds aten, dan is dat een wereld van verschil. Om een voorbeeld te noemen: voor elke koers aten wij twee eieren. Daar gingen we harder van fietsen. Dachten we. Als ze dat nu horen, weten ze waarschijnlijk niet wat ze horen. Spaghetti en andere pasta's zijn tegenwoordig vaste prik, maar wij dachten dat we er dik van werden. ,,Een lijst met verboden middelen bestond niet in onze tijd. Dopingcontroles waren er evenmin. Strikt genomen bestond doping daarom niet. Ik was een groentje toen ik in '38 bij de Nederlandse ploeg kwam. Gaandeweg kwamen we via de bondsartsen in contact met wat je prestatieverhogende middelen zou kunnen noemen. Het begon met druivensuikertjes en citroensap, later werden het vitaminepillen. B12 heten die dingen geloof ik. Dat was allemaal toegestaan, dus werd er absoluut niet geheimzinnig over gedaan. ,,Waar ik zelf altijd veel baat bij heb gehad, was zwarte koffie. Daar bleef je lekker wakker van, wat zeker bij de zesdaagsen van pas kwam. Van de 24 uur zaten we er 21 op de fiets. Na twee of drie dagen viel je van vermoeidheid van de fiets als je niets ondernam. En dus had iedere baanrenner altijd een volle thermoskan bij zich. Met wat wij destijds dronken zou je tegenwoordig een dopingzondaar zijn, omdat cafeïne op de lijst met verboden middelen staat. ,,Doping is niet uit te roeien. Zoals gezegd, sport en doping horen bij elkaar, hoe triest dat ook is als je sommige verhalen van tegenwoordig hoort. Maar waar geld is - en dat is er ruim voldoende binnen de sport - daar is doping. Al maken ze de lijst nog zo lang, ze zullen de strijd nooit winnen. Daarvoor zijn de belangen veel te groot en de ploegartsen veel te slim. ,,In januari word ik tachtig. Ik fiets nog elke dag, als het weer het toelaat tenminste. Veertig kilometer per dag. Het gaat me goed af. Voor mij zijn die dagelijkse tochtjes het beste bewijs dat ik altijd gezond met mijn sport ben bezig geweest.''

NRC Webpagina's
17 SEPTEMBER 1998

   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) SEPTEMBER 1998