NIEUWS | TEGENSPRAAK | SUPPLEMENT | AGENDA | ARCHIEF | ADVERTENTIES | SERVICE 



Overzicht eerdere
afleveringen


BIJLMERRAMP
RECONSTRUCTIE
VRAGEN
ENQUÊTECOMMISSIE
BEVOEGDHEDEN
VOORZITTER
EERDERE ENQUÊTES
ONDERZOEK
VRACHT
OPVANG
SPEURNEUZEN
OOGGETUIGE
ONDERZOEKEN
LINKS

Gevraagd: conclusies

Harm van den Berg
Vooronderzoek, verhoren met zo'n 75 getuigen en achtergrondgesprekken met deskundigen moeten de commissie-Meijer helpen de raadselen rondom de vliegramp op te lossen.

DE WERKWIJZE die de commissie 'Bijlmerramp' volgt, zal een lijvig rapport opleveren. Naar schatting 75 getuigen worden opgeroepen om de komende weken onder ede te worden gehoord. Van politici, bestuurders, hulpverleners, tot slachtoffers, ze hebben allemaal veel te vertellen, maar of het nieuw licht op de zaak kan werpen, is voorlopig nog twijfelachtig. Veel hangt af van wat de commissie met haar staf van acht mensen in het vooronderzoek heeft ontdekt. Voorzitter Th. Meijer deelt hier en daar terloops mee dat dat zeker de moeite waard is, maar laat iedereen verder in het ongewisse.

Anders dan de hiervoor genoemde categorieen is te verwachten dat medewerkers van de Israelische vliegmaatschappij El Al zich tijdens de verhoren zeer terughoudend opstellen. Overigens worden die sessies achter gesloten deuren gehouden, in het bijzijn van de advocaat van El Al, R. Polak.

Zeven jaar na de ramp zit niemand te wachten op weer een dik rapport dat geen heldere conclusies bevat. In de afgelopen jaren zijn er immers, na het rapport van vooronderzoeker mr. H. Wolleswinkel, nog allerlei deelstudies verschenen. Zoals over de hulpverlening en de gang van zaken bij het inzamelen van de vrachtdocumenten. Verder is een eigen onderzoek door de Economische Controle Dienst (ECD) naar de aard van een deel van de lading nog niet afgerond. Er verschenen verder enkele studies over de gezondheidsklachten en ook op dit terrein loopt nog een onderzoek.

De commissieleden zijn het aan zichzelf verplicht althans een belangrijk aantal van de vele vragen zoveel jaar na de ramp ondubbelzinnig te beantwoorden. Een staf van acht onderzoekers moet hen daarbij helpen. Zij hebben nogal uiteenlopende achtergronden: scheikunde, externe veiligheid, luchtvaartbeleid, vliegtuigbouw, luchtrecht, jurist 'met ervaring in controle van de overheid', rampenbestrijding en politicologie. Twee documentalisten en twee secretaresses ondersteunen deze ploeg bij het omvangrijke karwei. Het budget is vastgesteld op een krappe anderhalf miljoen gulden.

De enquêtecommissie heeft de werkzaamheden verdeeld over vijf gebieden. Het eerste omvat de noodvlucht over de stad en de toedracht. Het verloop van de bergingswerkzaamheden is een tweede onderzoekspunt. Ook de lading wordt afzonderlijk bekeken, evenals het optreden van de diverse overheidsinstellingen en de klachten van omwonenden over hun gezondheid. De aanpak is dan vervolgens dat een deel van het terrein als het ware in het verborgene door de onderzoekers wordt bekeken (feitenonderzoek genoemd), terwijl andere vragen in het openbaar tijdens de verhoren zullen worden gesteld.

De commissie gaat niet opnieuw de technische oorzaak van het ongeluk onderzoeken. De verklaring die hiervoor wordt gegeven, is dat het team van vooronderzoeker Henk Wolleswinkel en later de Raad voor de Luchtvaart dat reeds afdoende hebben gedaan. Zij toonden immers aan dat een foute ophangconstructie heeft geleid tot het afbreken van motor 3 (rechtsbinnen). Deze knalde zo hard tegen motor 4 (rechtsbuiten) dat ook die afbrak. Een deel van de flaps aan de voorzijde van de vleugel werd daardoor vernield. Vliegtuigfabrikant Boeing erkende de geconstateerde gebreken en ontwierp een betere constructie.

Bij de beslissing van de commissie zijn enige kanttekeningen te plaatsen. Waarom zou bijvoorbeeld niet worden onderzocht wat het effect is van een continue maximale (over)belasting van de motoren op die constructie in haar geheel of op de motoren. Het rapport van Wolleswinkel gaat hier niet op in. Evenmin besteedt de vooronderzoeker aandacht aan het feit dat het El Al-toestel eerder ingrijpend is verbouwd om meer vracht te kunnen vervoeren. Kort na het ongeluk doken hier en daar (anonieme) getuigen op die stelden dat de 4X-AXG berucht was om zijn ,,schudden en trillen''.

De commissie-Meijer gaat wel andere aspecten van de toedracht onderzoeken. Hetgeen tot uitvoerige technische en gedetailleerde verhandelingen zal leiden. Hierbij komen namelijk vragen aan de orde als: hoe is het verschil in routes (tussen de radar en de Flight Data Recorder) te verklaren? Of hoe het mogelijk is dat de eerste melding van het neerstorten op de band van de politie in Amsterdam binnenkomt om 18.35.36 uur, terwijl volgens de radarplot van de Luchtverkeersbeveiliging het toestel dan nog op 1.700 voet (bijna 600 meter) vliegt. Bij het deelterrein 'lading' komen vragen aan de orde als: welke vrachtpapieren zijn er verzameld en door wie, welke positie de ECD heeft bij de controle op militaire goederen, wat heeft de Dienst Luchtvaart van de rijkspolitie ondernomen om duidelijkheid te krijgen over de vrachtdocumenten, waarvan er nog altijd een aantal niet boven tafel zijn. Voor het onderdeel 'berging' formuleerde de commissie eerder slechts twee vragen: hoe die werkzaamheden zijn verlopen en wat er met het afgevoerde materiaal is gebeurd.

Bij de behandeling van de rol die de diverse overheidsinstellingen hebben gespeeld, zullen de vragen vooral gaan over bevoegdheden en (eind)verantwoordelijkheden. Interessant te weten is waarom er in de afgelopen jaren zoveel belangrijk bewijsmateriaal is verdwenen, dan wel vernietigd. De commissie is van plan veel aandacht te besteden aan de talrijke klachten van hulpverleners en Bijlmerbewoners over hun gezondheid. Vragen waarop een antwoord moet komen zijn dan waarom het grondwater na de ramp is gezuiverd ,,terwijl de overheden eerder hadden verklaard dat er geen gevaar voor de volksgezondheid was'' en waarom er in hangar 8 op Schiphol waar de brokstukken werden bewaard, wel beschermende kleding was voorgeschreven en ,,op hetzelfde moment op de plek van de ramp niet''.

In de afgelopen weken heeft de commissie met 20 personen achtergrondgesprekken gevoerd. Zij waren op een of andere wijze betrokken bij de ramp. Tevens is uitgebreide informatie verkregen van vijf deskundigen, waarbij in het midden wordt gelaten of er buitenlandse specialisten zijn geraadpleegd. In wisselende samenstelling heeft de onderzoekscommissie bezoeken gebracht aan Schiphol, de afdeling vrachtafhandeling op de luchthaven, aan de luchtvaartmaatchappij El Al, aan de Bijlmer en aan een delegatie van de slachtoffers voor een beter inzicht in de gezondheidsproblemen.

De komende drie weken zullen onder meer oud-bewindslieden als Wijers (destijds Economische Zaken), Maij-Weggen (Verkeer en Waterstaat) en hun opvolgers Borst (Volksgezondheid) en Jorritsma (eerst Verkeer en Waterstaat, nu Economische Zaken), alsmede de toenmalige burgemeesters van Amsterdam en Haarlemmermeer voor de commissie moeten verschijnen. enquêteleider Meijer heeft aangekondigd dat hij niet, zoals meestal wel gebruikelijk is bij een dergelijk zwaar onderzoek, als voornaamste vragensteller zal fungeren bij de verhoren. Alle leden van de commissie zijn volgens hem voldoende getraind in het afnemen van een verhoor en wat hem betreft mogen ze straks hun gang gaan. Of dat zo effectief is valt te bezien, maar het levert in ieder geval aardige televisiebeelden op.

NRCWebpagina's
21 JANUARI 1999

Verhoren

De openbare verhoren van de parlementaire enquetecommissie beginnen woensdagmorgen 27 januari om tien uur. Plaats van handeling is de Eerste Kamer. Betrokken politici en oud-bewindslieden worden na 3 maart gehoord, na de verkiezingen voor Provinciale Staten dus. De commissie verwacht eind maart klaar te zijn met de verhoren. Het is nog niet bekend welke getuigen zullen worden opgeroepen.

Televisie De NOS heeft nog niet besloten of de verhoren integraal op tv zullen worden uitgezonden; wel dat op de bewuste dagen in Den Haag Vandaag samenvattingen te zien zullen zijn.

   Bovenkant pagina


NRC Webpagina's © NRC HANDELSBLAD (web@nrc.nl) JANUARI 1999